De relatie tussen leerkracht en leerling is zowel van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de leerling, als voor het welbevinden van de leerkracht. Er wordt van leerkrachten dan ook verwacht dat ze met hun klas en met alle individuele leerlingen een warme band opbouwen. Maar hoe competent voelen leerkrachten zich in het bouwen van positieve leerkracht-leerlingrelaties? Via een vragenlijstonderzoek in de educatieve bacheloropleidingen probeerden we een antwoord op deze vraag te formuleren.
In totaal namen 535 studenten (89% vrouwelijk) uit drie hogescholen deel. Studenten uit zowel de opleiding kleuteronderwijs als lager onderwijs en uit de drie opleidingsjaren namen deel. De studenten waren gemiddeld 22 jaar oud. De gebruikte vragenlijst (de COMMIT, COMpetence Measure of Individual Teacher-student relationships) peilde naar hun (1) attitudes, (2) kennis, en (3) gevoelens van zelf-effectiviteit in het bouwen van leerkracht-leerlingrelaties.
We waren vooral geïnteresseerd in hoe studenten in het eerste, tweede en derde jaar van de opleiding van elkaar verschillen. Als de lerarenopleiding toekomstig leraren optimaal voorbereidt op het bouwen van leerkracht-leerlingrelaties, verwachtten we hier grote verschillen te zien, waarbij studenten in latere jaren zich competenter voelen dan studenten in het eerste jaar. We onderzochten deze verschillen zowel voor studenten kleuteronderwijs als studenten lager onderwijs.
Derdejaarsstudenten in de opleiding lager onderwijs rapporteren dat ze meer kennis hebben over leerkracht-leerling relaties (bv. “Ik begrijp hoe de leerkracht als veilige basis fungeert voor een leerling”) en over coping (bv. “Ik begrijp hoe ik op een effectieve manier om kan gaan met de emoties en stress die ik in de klas ervaar”) in vergelijking met studenten in het eerste en tweede jaar.
Derdejaarsstudenten in de opleiding kleuteronderwijs toonden een positievere attitude over leerkracht-leerlingrelaties (bv. “Elke leerling in de klas verdient een persoonlijke relatie met zijn of haar leerkracht”) in vergelijking met studenten in het eerste en tweede jaar. Ze rapporteren ook dat ze meer kennis hebben over leerkracht-leerling relaties en over coping, en voelen zich effectiever in het bouwen van nabijheid (bv. weten wat elke leerling in de klas nodig heeft als die verdrietig is) en reflectief functioneren (bv. nadenken over de positieve en negatieve gevoelens die je ervaart in dagelijkse interacties met leerlingen).
Voor de subschaal effectiviteit in coping met conflict (bv. kalm kunnen blijven wanneer je door een leerling uitgedaagd worden) vonden we geen verschillen, noch in de totale steekproef, noch voor kleuter- en lager onderwijs afzonderlijk.
De resultaten tonen aan dat studenten tijdens hun lerarenopleiding voornamelijk meer kennis opdoen over relaties bouwen. Dat studenten in het laatste jaar wel rapporteren meer kennis te hebben, maar zich niet meer effectief voelen, kan er mogelijks op wijzen dat er binnen de opleiding nog te weinig mogelijkheden zijn om de kennis die studenten opdoen naar hun klaspraktijk te vertalen. Tijdens stageperiodes zijn studenten misschien nog sterk bezig met de organisatie van hun klas, instructies geven… en zou er minder ruimte kunnen zijn om aan relationele vaardigheden te werken.
Studenten in het laatste jaar van de opleiding kleuteronderwijs voelen zich wel effectiever in het bouwen van nabijheid en reflectief functioneren én hebben een positievere attitude tegenover leerkracht-leerlingrelaties, maar deze verschillen zien we niet bij de studenten in de opleiding lager onderwijs. De verschillen tussen beide opleidingen zijn best opmerkelijk en zouden erop kunnen wijzen dat in de opleiding kleuteronderwijs (impliciet of expliciet) meer aandacht aan de emotionele en interpersoonlijke competenties van de leraar besteed wordt. Nochtans zijn leerlingen van alle leeftijden, en ook alle leerkrachten, gebaat bij een positieve leerkracht-leerlingrelatie. Studenten in de opleiding lager onderwijs zouden dezelfde competenties aangeleerd moeten krijgen als hun collega’s in het kleuteronderwijs.
Op dit moment voeren we een curriculumonderzoek uit in de lerarenopleidingen, met de focus op leerkracht-leerlingrelaties. We gaan o.m. na of het curriculum inderdaad eerder focust op kennis over relaties dan op het toepassen van deze kennis in de praktijk. Ook eventuele verschillen tussen de opleiding kleuter- en lager onderwijs worden onderzocht. Zo kunnen we sterke kanten van de opleidingen en mogelijkheden voor verbetering in kaart brengen. Daarnaast gaan we ook het competentiegevoel van leerkrachten in het werkveld bevragen en onderzoeken we de samenhang met leerkracht-leerlingrelatiekwaliteit en het welbevinden van de leerkracht.
Met dank aan onze partners van Hogeschool West-Vlaanderen, Odisee Hogeschool en UC Leuven.
Deze blogpost werd geschreven door Liedewij Borremans, doctoraatsonderzoeker psychologie aan de KU Leuven. Deze blog verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com.