Grote studie naar MS vindt 233 genetische afwijkingen die de kans op de ziekte vergroten.
Bij multiple sclerose (MS) is de isolatie- en beschermlaag van het centrale zenuwstelsel, in wetenschappelijke termen ook myeline genoemd, beschadigd. Het immuunsysteem valt de myelinelaag aan en maakt hem kapot. Daardoor ontstaan onder meer verlammingsverschijnselen.
De precieze oorzaak van MS is onbekend. Waarschijnlijk ontstaat de ziekte door de combinatie van genetische gevoeligheid en factoren uit de omgeving. Wetenschappers van het International Multiple Sclerosis Genetics Consortium hebben nu 233 genetische afwijkingen gevonden die bijdragen aan die genetische gevoeligheid. De wetenschappers schatten dat al deze afwijkingen bij elkaar voor ongeveer 48 procent verklaren waarom sommige mensen kwetsbaarder zijn om MS te ontwikkelen.
Voor het onderzoek werden de genen van ruim 47000 MS-patiënten en 68000 gezonde deelnemers onder de loep genomen. De gevonden genetische afwijkingen die het risico op MS vergroten, spelen waarschijnlijk een rol in de immuuncellen van de hersenen, waaronder de microglia. Dat zijn kleine cellen die belangrijk zijn voor het onderhoud van alle hersencellen.
Omdat de onderzoekers nu meer weten over de genen die betrokken zijn bij MS, kunnen ze verder onderzoek doen naar de cellen waarbij die genen vooral tot uiting komen. In de toekomst kunnen ze met deze informatie mogelijk zelfs op zoek naar een manier om de ziekte te voorkomen.
De bevindingen zijn gepubliceerd in Science.