Ruggenmerg is slimmer dan gedacht
19 februari 2019 door ABHet ruggenmerg is in staat om complexe bewegingen aan te sturen. De vondst kan nuttig zijn voor revalidatietechnieken.
Het ruggenmerg in onze wervelkolom is een deel van het centrale zenuwstelsel. Het staat in direct contact met het brein. Dat maakt dat het een grote rol speelt bij de pijnreflex. Zoveel zelfs dat als je een hete pan aanraakt het pijnsignaal van je hand al een eerste keer naar je ruggenmerg gaat en terug voordat het brein in het circuit betrokken wordt. In die eerste fase ben je je er nog niet van bewust wat de oorzaak is van de pijn.
"Tot voor kort dachten wetenschappers dat het aansturen van de pijnreflex de limiet is van wat het ruggenmerg aankan. Nu blijkt dat het ook betrokken is bij complexere taken, zoals een hand positioneren in de ruimte"
Tot voor kort dachten wetenschappers dat het aansturen van de pijnreflex zowat de limiet is van wat het ruggenmerg aankan. Complexere taken, zoals een hand positioneren in de ruimte, worden in de hersenen verwerkt – dat was het idee. Voor zulke taken zijn immers meerdere signalen nodig, denk aan feedback van de elleboog of de pols. Maar nu blijkt dat het ruggenmerg evengoed betrokken is bij zulke functies. Dat vonden neurowetenschappers aan de Canadese Western University.
De onderzoekers testten hun hypothese aan de hand van gespecialiseerde robottechnieken. Proefpersonen kregen een kunstmatig exoskelet om en moesten hun hand steeds in een bepaalde positie houden. Het exoskelet duwde vervolgens tegen de polsen en ellebogen van de proefpersonen om te proberen de hand uit zijn positie te brengen. De onderzoekers maten hoeveel tijd het kostte voordat de pols- en elleboogspieren reageerden op de duwtjes van het exoskelet.
Ze zagen dat de spieren zo snel antwoordden op de stoten van het exoskelet dat de verwerking van die signalen wel in het ruggenmerg moest plaatsvinden. Het lichaam zou er langer over doen als de signalen helemaal naar het brein zouden gaan.
De bevindingen geven neurologen meer inzicht in de werking van het zenuwstelsel, menen de wetenschappers in het vakblad Nature Neuroscience. De ontdekking kan nuttig zijn voor onderzoek naar revalidatietechnieken.