Hoe komt het dat sommige kinderen een grote betrokkenheid tonen voor schools werk en anderen niet? In deze blog bekijk ik hoe schoolse betrokkenheid, aanvaarding door klasgenoten en steun van de leerkracht elkaar kunnen beïnvloeden doorheen het 4e, 5e en 6e leerjaar.
“Pfff, ik heb niet geleerd voor de toets vandaag, ik had er echt geen zin in” – Emma, 11 jaar
“Ik begin ’s avonds meestal uit mezelf aan mijn huiswerk” – Senne, 10 jaar
“Tijdens de les zit ik vaak te babbelen met anderen” – Jente, 12 jaar
De ontwikkeling van kinderen wordt sterk beïnvloed door hun omgeving en de interacties die kinderen hebben met hun naasten. Een belangrijke omgeving voor kinderen, waar ze veel tijd doorbrengen, is hun klas op school. Hoe beïnvloeden verschillende personen hierin (de leerkracht en de klasgenoten) de ontwikkeling van kinderen?
Schoolse betrokkenheid
Schoolse betrokkenheid verwijst naar hoe intensief en emotioneel geëngageerd kinderen leeractiviteiten initiëren en volbrengen. Dit wordt gemeten door vragen als ‘ik hou ervan mijn werk voor school goed te doen, ook al kost dat veel moeite’ en ‘ik wil graag veel leren op school’. Het is een belangrijke indicator voor een positieve ontwikkeling en voorspelt zaken zoals spijbelen, academische prestaties en psychosociaal welzijn. Helaas daalt de schoolse betrokkenheid van leerlingen vaak wanneer ze ouder worden. De vraagt blijft: hoe kunnen we deze betrokkenheid verhogen bij leerlingen die hier moeite mee hebben? Op basis van voorgaand onderzoek vermoeden we dat een goede aanvaarding door klasgenoten en voldoende steun van de leerkracht een positief effect op betrokkenheid kunnen hebben.
Aanvaarding door klasgenoten
Aanvaarding door klasgenoten geeft aan hoezeer een kind leuk gevonden wordt door zijn of haar klasgenoten. Dit wordt bijvoorbeeld bevraagd door alle klasgenoten te laten aangeven hoe leuk ze iedereen in hun klas vinden. De individuele scores die elk kind heeft gekregen van zijn of haar klasgenoten worden daarna gemiddeld, om zo één algemene aanvaardingscore per kind te berekenen. Hoe ouder kinderen worden, hoe belangrijker de aanvaarding door hun leeftijdgenoten voor hen wordt. De mate waarin kinderen worden aanvaard door hun klasgenoten is geassocieerd met verschillende zaken, zoals sociale competentie en academisch succes.
Steun van de leerkracht
Appreciatie tonen voor leerlingen, je afstemmen op hun noden, energie en tijd spenderen aan hen en beschikbaar zijn, zijn allemaal manieren om als leerkracht je steun merkbaar te maken. Dit kan onder andere gemeten worden door aan leerlingen vragen te stellen als ‘Hoe vaak geeft je leerkracht je het gevoel dat je goed bent in veel dingen?’ of ‘Hoeveel geeft jouw leerkracht om jou?’ Voldoende steun krijgen van de leerkracht zorgt ervoor dat leerlingen zowel academisch als socio-emotioneel beter kunnen functioneren.
Hoe beïnvloeden ze elkaar?
Hoe beïnvloeden schoolse betrokkenheid, aanvaarding door klasgenoten en steun van de leerkracht elkaar nu over tijd? In onze studie zijn we dit nagegaan bij een groep van 586 kinderen, die we gevolgd hebben doorheen het 4e, 5e, en 6e leerjaar. Elk jaar werden de drie concepten bevraagd en vervolgens hebben we statistisch geanalyseerd welke effecten ze hebben op elkaar.
Resultaten
Uit deze analyses (zie ook de figuur hierboven), blijkt dat aanvaarding door klasgenoten en steun van de leerkracht beide een positief effect hebben op schoolse betrokkenheid een schooljaar later. Schoolse betrokkenheid van de leerling had zelf geen effect op de relaties met klasgenoten en leerkracht. Daarnaast vonden we ook dat kinderen die aanvaard werden door hun klasgenoten, later meer steun kregen van hun leerkracht. Omgekeerd vonden we geen effect van steun van de leerkracht op aanvaarding door klasgenoten een jaar later.
In de klas
Wanneer kinderen een lage schoolse betrokkenheid hebben, zou je deze kunnen verhogen door zowel te werken aan de steun die ze ervaren van hun leerkracht als de aanvaarding door klasgenoten. Door op beide relaties te focussen, zal er een grotere kans op succes zijn, dan wanneer er enkel met de leerkracht of enkel met de klasgroep gewerkt zou worden. Bestaande interventies zoals Samen-Spel en Taakspel focussen (deels) op het ontwikkelen van een goede band tussen leerkracht en kind en positieve relaties tussen leerlingen (zie bijvoorbeeld deze blogs: 1 en 2 ). De aanpakken uit deze interventies, zoals het gebruik van meer positieve en minder negatieve controle, kunnen inspiratie bieden om in de klas mee aan de slag te gaan.
Meer weten?
Weyns T., Colpin H., De Laet S., Engels M., Verschueren K. (2017). Teacher support, peer acceptance, and engagement in the classroom: A three-wave longitudinal study in late childhood. Journal of Youth and Adolescence, 1-12. doi: 10.1007/s10964-017-0774-5
Engels M., Colpin H., Van Leeuwen K., Bijttebier P., Van Den Noortgate W., Claes S., Goossens L., Verschueren K. (2017). De onderlinge samenhang tussen leerkracht-leerlingrelaties, peerstatus, en gedragsmatige betrokkenheid. Kind en Adolescent, 38 (3), 148-167. doi: 10.1007/s12453-017-0149-4
Dit artikel werd geschreven door Tessa Weyns, doctoraal onderzoeker aan KU Leuven. Momenteel werkt ze onder begeleiding van Prof. Karine Verschueren en Prof. Hilde Colpin aan een doctoraat over de invloed van leerkrachten en leeftijdgenoten op de ontwikkeling van kinderen.
Dit blogbericht verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com/.