Ondanks vele initiatieven blijft pesten op school een veelvoorkomend probleem. Eén op de zes Vlaamse leerlingen is het slachtoffer van pesterijen. Tijdens de Vlaamse week tegen pesten nemen we het op voor deze leerlingen. Maar wat betekent het nu eigenlijk om slachtoffers van pesterijen te verdedigen?
Vrijdag 18 februari begon de 17de editie van de Vlaamse week tegen pesten. Over heel Vlaanderen verschijnen bij kinderen, jongeren en volwassenen vier stippen op hun hand of vormen ze een vuist tegen pesten. Daarnaast nemen heel wat Vlaamse scholen verschillende initiatieven om pesten op school bij kinderen en jongeren te verminderen en voorkomen. Desondanks blijft pesten op school een veelvoorkomend probleem. Zo is in Vlaanderen nog steeds één op de zes leerlingen het slachtoffer van pesterijen op school (van Gils et al., 2021).
Pesten is een herhaaldelijke vorm van agressie waarbij doelbewust op een of andere manier schade wordt toegebracht aan een persoon met minder macht dan de pester (Olweus, 1993). Door dit machtsverschil is het voor het slachtoffer moeilijk om voor zichzelf op te komen en het pesten te doen stoppen. Hoewel pesten vroeger vooral als een gebeuren tussen twee personen werd gezien, wordt pesten tegenwoordig gezien als een groepsgebeuren waarbij niet alleen de pester en het slachtoffer betrokken zijn (Salmivalli et al., 1996). Zo zijn er ook leeftijdsgenoten betrokken die het voor het slachtoffer opnemen. Dit kan bijvoorbeeld door het pesten aan een volwassene te melden, het slachtoffer te troosten, op een agressieve manier te reageren tegen de pester, of een oplossing te zoeken (Lambe & Craig, 2020). Iedereen met vier stippen op de hand of die wel eens een vuist tegen pesten in de lucht steekt, neemt het ook op voor iedereen die gepest wordt en verdedigt zo slachtoffers van pesterijen. Wist je dat de vierde stip op je hand zelfs staat voor “Ik zal altijd proberen op te komen voor iemand die gepest wordt.”?
Dit verdedigend gedrag van klasgenoten heeft een positieve invloed op pestsituaties. Zo kan verdedigen er mee voor zorgen dat pesten vermindert of zelfs stopt. Een tweede belangrijk voordeel is dat verdedigde slachtoffers vaak minder moeilijkheden (zoals depressieve en angstige gevoelens) ervaren als gevolg van het pesten dan onverdedigde slachtoffers (Salmivalli et al., 2011). Verdedigen kan voor de leerling die verdedigt ook samenhangen met positieve kenmerken, zoals meer zelfvertrouwen, populariteit en een hogere sociale status binnen de leeftijdsgroep. Maar hoe komt het nu eigenlijk dat niet elke leerling verdedigt ondanks deze talrijke voordelen?
Verdedigen kan jammer genoeg ook gepaard gaan met meer pestervaringen en meer psychosociale, relationele en academische moeilijkheden (Lambe et al., 2019). De positieve en negatieve samenhang tussen verdedigen en deze kenmerken kan men verklaren aan de hand van twee hypotheses (Malamut et al., 2021). De kwetsbaarheidshypothese (defender vulnerability hypothesis) stelt dat verdedigen alleen samenhangt met negatieve uitkomsten voor kinderen en jongeren die zelf een kwetsbaarheid hebben, zoals zelf gepest worden. De beschermingshypothese (defender protection hypothesis) stelt dat het hebben van een beschermende factor, zoals populair zijn, ervoor zorgt dat het verband tussen verdedigen en negatieve uitkomsten vermindert en zelfs voor positieve uitkomsten zorgt. Doordat verdedigen zowel met positieve als met negatieve kenmerken samenhangt, is het woord “proberen” in de vierde stip extra belangrijk. Leerlingen die inschatten dat ze zelf een risico lopen op negatieve ervaringen bij het verdedigen van een gepeste leerling, beslissen dan ook vaak om niet te verdedigen (Spadafora et al., 2020). Om negatieve uitkomsten van verdedigen te verminderen en positieve uitkomsten te verhogen is het dus belangrijk om te weten welke risico- en beschermende factoren deze samenhang bepalen.
Malamut en haar collega’s (2021) voerden een eerste studie uit waarin ze naar deze factoren zochten bij Finse jongeren uit het secundair onderwijs. Zij gingen het verband na tussen verdedigen en internaliserende problemen, namelijk depressieve symptomen en sociale angst. Verder gingen zij na of zelf gepest worden een risicofactor en populariteit een beschermende factor is. De onderzoekers vonden dat verdedigen samenhing met meer sociale angst voor leerlingen die zelf gepest werden. Daarnaast ervaarden onpopulaire, gepeste leerlingen die verdedigen meer depressieve symptomen, terwijl populaire, niet-gepeste leerlingen die verdedigen minder depressieve symptomen ervaarden. Hun onderzoek bevestigde dus zowel de kwetsbaarheidshypothese als de beschermingshypothese van verdedigen. Met andere woorden, er bestaan zowel risicofactoren die ervoor zorgen dat verdedigen tot negatieve uitkomsten voor verdedigende leerlingen leidt, als beschermende factoren die ervoor zorgen dat verdedigen tot minder negatieve of zelfs eerder positieve uitkomsten leidt.
Verder onderzoek is nodig om deze verschillende risico- en beschermende factoren in kaart te brengen, en om deze informatie naar de praktijk te vertalen. Zo kunnen leerlingen namelijk ondersteund worden om op een manier te verdedigen die de kans op negatieve uitkomsten vermindert en positieve uitkomsten verhoogt. Laat ons momenteel echter blijven inzetten op initiatieven zoals de Vlaamse week tegen pesten om pesten te verminderen en een veilige schoolse omgeving voor kinderen en jongeren te bevorderen.
Deze blogpost werd geschreven door Anouck Lubon, stagiaire onderzoekspsychologie aan de KU Leuven. Deze blog verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com.
Referenties
Lambe, L. J., Cioppa, V. D., Hong, I. K., & Craig, W. M. (2019). Standing up to bullying: A social ecological review of peer defending in offline and online contexts. Aggression and Violent Behavior, 45, 51-74. https://doi.org/10.1016/j.avb.2018.05.007
Lambe, L. J., & Craig, W. M. (2020). Peer defending as a multidimensional behavior: Development and validation of the Defender Behaviors Scale. Journal of School Psychology, 78, 38-53. https://doi.org/10.1016/j.jsp.2019.12.001
Malamut, S. T., Trach, J., Garandeau, C. F., & Salmivalli, C. (2021). Examining the potential mental health costs of defending victims of bullying: A longitudinal analysis. Research on Child and Adolescent Psychopathology, 49(9), 1197-1210. https://doi.org/10.1007/s10802-021-00822-z
Olweus, D. (1993). Bullying at school: What we know and what we can do. Blackwell Publishing. https://doi.org/10.1002/pits.10114
Salmivalli, C., Kärnä, A., & Poskiparta, E. (2011). Counteracting bullying in Finland: The KiVa program and its effects on different forms of being bullied. International Journal of Behavioral Development, 35(5), 405-411. https://doi.org/10.1177/0165025411407457
Salmivalli, C., Lagerspetz, K., Björkqvist, K., Österman, K., & Kaukiainen, A. (1996). Bullying as a group process: Participant roles and their relations to social status within the group. Aggressive Behavior, 22(1), 1-15. https://doi.org/10.1002/(SICI)1098-2337(1996)22:1<1::AID-AB1>3.0.CO;2-T
Spadafora, N., Marini, Z. A., & Volk, A. A. (2020). Should I defend or should I go? An adaptive, qualitative examination of the personal costs and benefits associated with bullying intervention. Canadian Journal of School Psychology, 35(1), 23-40. https://doi.org/10.1177/0829573518793752
van Gils, F., Demol, K., ten Bokkel, I., Verschueren, K., & Colpin, H. (2021, April 8). Hoe staat het met pesten op Vlaamse lagere scholen? Resultaten uit de Teachers4Victims studie. Eos Wetenschap. https://www.eoswetenschap.eu/psyche-brein/hoe-staat-het-met-pesten-op-vlaamse-lagere-scholen-resultaten-uit-de-teachers4victims