Boekinterview

‘Vertel kinderen de waarheid over de dood’

Het is nog een kind, bescherm het tegen onheil. Hij is toch te jong om dit te begrijpen. Het is een begrijpelijke reactie als iemand doodgaat. Maar ze doet meer kwaad dan goed, waarschuwt rouwexpert Manu Keirse.

Fotocredit: Jimmy Kets

Al vijftig jaar verdiept psycholoog Keirse zich in rouw en verlies. Toen hij aan het begin van zijn carrière ging werken in een psychiatrisch ziekenhuis, overleed een patiënt na een elektrische schok. “De volgende dag wisten zijn ouders nog van niets”, zegt hij. “Niemand durfde het hen te vertellen. De dood was onbespreekbaar. Na dat voorval ben ik gestart met opleidingen rond het thema.” Vele opleidingen, lezingen en boeken volgden. Zijn nieuwste worp gaat over rouw en verlies bij kinderen. En hij ziet dat veel breder dan omgaan met de dood.

Ervaren kinderen door de coronacrisis ook verlies, omdat ze bijvoorbeeld hun vrienden niet kunnen zien en niet naar school gaan?

“Kinderen hebben de nabijheid van andere kinderen nodig. Een Skypegesprek kan dat niet opvangen. Voor adolescenten zijn vrienden zelfs belangrijker dan hun ouders. Ik noem het ‘coronaverdriet’, al hoef je dat probleem ook niet te overdrijven. Als ouder kun je veel doen door naar je kind te luisteren, al kun je nooit z’n vrienden of leerkracht vervangen.”

U spreekt over rouwen bij elk soort verlies, niet alleen na een overlijden, maar bijvoorbeeld ook na een echtscheiding of pestgedrag. Dat klinkt nochtans als iets helemaal anders…

“Jarenlang hebben we rouw alleen geassocieerd met overlijden. Maar rouwen is een menselijke reactie op élke vorm van verlies. Dat kan het verlies van je klasgenootjes zijn als je een jaar moet overzitten, maar ook het verlies van een bepaalde manier van leven als je ouders uit elkaar gaan, of het verlies van een stuk van je zelfbeeld als je gepest wordt. Een gepest kind voelt zich afgewezen en vraagt zich af waarom de anderen hem niet leuk vinden. Dat kinderen in al deze situaties door een rouwproces gaan, betekent echter niet dat dat rouwproces er altijd hetzelfde uitziet. Integendeel, het is erg individueel en het hangt er bijvoorbeeld van af wat de persoon of de situatie die je verliest, voor jou heeft betekend.”

Kinderen zijn nooit te jong om iets te begrijpen, schrijft u. Zelfs als het om een baby of peuter gaat die nog niet kan praten?

“Je moet praten vergelijken met leren lopen. Dat kunnen kinderen ook pas rond anderhalf jaar, en dat lukt alleen als ze voordien hun spieren al hebben geoefend. Door hen te laten kruipen, door hen vooraf al eens op hun voetjes te zetten, door hun handjes vast te houden. Ook praten en taal begrijpen lukt alleen als baby’s vooraf geoefend worden. Je moet dus als ouder tegen je baby praten voordat die jou begrijpt. Ook over rouw en verdriet.”

'Als je kinderen de waarheid niet vertelt, neemt hun fantasie het over en maken ze het erger dan het is'

“Baby’s merken trouwens maar al te goed dat er iets aan de hand is. Als mama of papa verdriet heeft en zich anders gedraagt dan anders, heeft dat vaak een weerslag op hun slaap- en eetpatroon.”

Moeten we kinderen niet een beetje afschermen van slecht nieuws? 

Als je kinderen de waarheid niet vertelt, neemt hun fantasie het over en maken ze het erger dan het is. Zo was er ooit een gezinsdrama in Lennik: nadat een man zijn vrouw had gezegd dat hij wilde scheiden, sloot zij hun kinderen op in het tuinhuis en stak dat in brand. Op school vertelden de leerkrachten dat de kinderen in de tuin aan het spelen waren en dat er een brand was ontstaan. Maar de kinderen wisten dat ze niet de waarheid te horen kregen. En omdat er een leugen was verteld, konden ze met hun vragen en verdriet niet meer bij hun leerkrachten terecht.”

“Ik zeg niet dat je alle bloederige details moet vertellen, maar als er vragen komen, moet je die eerlijk beantwoorden. Liegen is uit den boze.” 

Aan kinderen vertellen dat oma of opa nu een sterretje aan de hemel is, zal dan wellicht ook geen goed idee zijn…

“Het is onzin. Een jongetje vertelde me dat zijn opa naar de hemel was gegaan en nu een sterretje was geworden. Hij vroeg me waar je een auto kunt kopen die verticaal rijdt, want hoe was opa daar anders geraakt?”

“Als iemand sterft, raad ik aan om kinderen te vertellen dat die persoon verhuist van de buitenwereld naar het hart van iedereen die van hem of haar houdt. Dat het lichaam van een dode niets meer voelt, en dat het daarom niet erg is om begraven of gecremeerd te worden. Je kunt opa misschien niet meer aanraken, maar als je aan hem denkt, kun je hem heel dichtbij je voelen.”

Rouwende kinderen hebben volgens u normaal gezien geen nood aan professionele hulp. Hun ouders moeten hen steunen. Hoe doe je dat het best?

“Als je kinderen naar een therapeut stuurt, breng je ze in een vreemde situatie en daar moet je mee oppassen. Ouders hebben in zo’n situatie meestal zelf ook verdriet, maar moeten er wel staan voor hun kind. Dat is niet gemakkelijk. Vier sleutels openen de deur voor een heilzaam rouwproces bij kinderen. Naar hen luisteren, correcte informatie geven, hen met warmte en genegenheid omringen en de herinnering levendig bewaren.”

'Praten en luisteren blijft belangrijk, ook al is het verlies jaren geleden'

“Ouders hebben soms de neiging hun kinderen snel af te leiden als ze aan de overledene of aan een ander verlies denken. Een man van 37 vertelde me dat zijn vader gestorven was toen hij twee was. Zijn hele leven was hij boos geweest: ‘Waarom heeft papa me aan mijn lot overgelaten?’ Tot hij als volwassene te horen kreeg dat zijn vader zijn oudere broer bij zich had geroepen en gevraagd had voor zijn jongste kind te zorgen, want ‘Ik zie hem zo graag’. Dat was een keerpunt. Niemand had er eerder aan gedacht om hem te vertellen dat zijn vader van hem hield.”

“Praten en luisteren blijft belangrijk, ook al is het verlies jaren geleden. Bij kinderen duurt het acute rouwen korter dan bij volwassenen. Ze gaan al snel weer spelen. Maar in elke nieuwe levensfase verliezen ze op een nieuwe manier. Een kind van wie de moeder sterft, zal zich telkens weer een nieuw beeld vormen van haar. Wie je moeder was, zegt iets over je eigen identiteit. Bij belangrijke momenten gaan de gedachten uit naar de overleden mama: bij het communiefeest, op het huwelijk, als het kind zelf vader of moeder wordt. Als de vader hertrouwt, mag je een kind ook nooit zeggen dat het een nieuwe mama heeft. Een kind heeft maar één moeder, en zij blijft dat voor altijd.”

Kinderen van vijf praten vaak over de dood, schrijft u. Is het een normale ontwikkelingsfase? 

“Het is de leeftijd waarop kinderen honderden vragen hebben, over van alles en nog wat. Als ze een dood vogeltje vinden in de tuin, kunnen er vragen volgen als ‘Hoe ga je eigenlijk dood?’ ‘Ga ik zelf ook dood?’, ‘En mama en papa?’. Dat zijn momenten die je als ouder moet aangrijpen om kinderen iets te leren over de dood. Laat ze dat vogeltje ook begraven in de tuin. Wimpel je die vragen af of reageer je er vreemd op, dan ga je angst voor de dood creëren die kinderen van zichzelf eigenlijk niet hebben.”

“Ook de fantasie en het magisch denken spelen op vijfjarige leeftijd een grote rol. Als een heks iemand kan doodmaken, en die wordt weer levend, dan kan dat in het echt misschien ook. Kinderen kunnen denken dat zij de oorzaak zijn van een overlijden, simpelweg omdat ze daaraan hebben gedacht of omdat ze net die dag vergeten zijn om een knuffel te geven. Ook oudere of jongere kinderen kunnen zich schuldig voelen. ‘Ik was niet goed genoeg voor mama om voor te blijven leven.’ Over die schuldgevoelens moeten kinderen kunnen praten. En ze moeten te horen krijgen hoeveel mama van hen heeft gehouden.”