Onderzoekers tonen aan dat wie zich depressief voelt, vergeetachtig wordt. Omgekeerd kunnen geheugenproblemen depressieve symptomen in de hand werken.
Als je ouder wordt, ervaar je kleine achteruitgangen in je geheugen en denkvermogen. Als die achteruitgang je dagelijks leven moeilijk maakt, spreken we van milde cognitieve stoornissen (MCI) die kunnen uitmonden in dementie. Daarnaast ervaren oudere mensen vaak depressieve symptomen doordat ze geconfronteerd worden met moeilijke gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld iemand die sterft. Geheugenproblemen en depressieve symptomen komen bij oudere mensen dan ook vaak samen voor. Depressie op jonge leeftijd verhoogt bovendien het risico op dementie later in het leven. En als je op latere leeftijd depressief bent, zou dat een vroeg teken van dementie kunnen zijn. Beide lijken dus met elkaar samen te hangen, maar hoe ze elkaar beïnvloeden werd nog niet vaak onderzocht. In deze nieuwe studie gebeurde dat wel.
Onderzoekers van diverse universiteiten in het Verenigd Koninkrijk sloegen de handen in elkaar en analyseerden gegevens van ruim 8.000 50-plussers die 16 jaar gevolgd werden. De onderzoekers testten hun geheugen door hen tien woorden te laten horen die ze nadien moesten herhalen. De depressieve symptomen die de deelnemers rapporteerden, werden beoordeeld met een vragenlijst. Daarnaast maten de onderzoekers de verbale vloeiendheid of spreekvaardigheid van de deelnemers. Dat is het vermogen om snel en efficiënt woorden te produceren. Gedurende één minuut moesten de deelnemers zoveel mogelijk dierennamen opsommen.
Uit de resultaten blijkt dat geheugenproblemen en depressieve symptomen elkaar beïnvloeden. Mensen die aan het begin van de studie depressieve symptomen ervaarden, hadden een slechter geheugen en een minder goede spreekvaardigheid dan proefpersonen die minder of geen symptomen hadden. Ook blijkt dat mensen met meer depressieve symptomen aan het begin, later vaker geheugenproblemen ontwikkelden dan niet-depressieve proefpersonen. Omgekeerd was een verslechtering van het geheugen verbonden met een toename van depressieve symptomen in de tijd. Beide problemen beïnvloeden elkaar dus. Hoe kan dat?
Woordenschat en rekenen
Biologisch gezien kan depressie de cognitie negatief beïnvloeden via verhoogde niveaus van stresshormonen en ontregeling van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as) of stress-as. Dat is een complexe interactie tussen drie belangrijke klieren: de hypothalamus, de hypofyse en de bijnieren. Zolang de stressprikkels binnen bepaalde grenzen blijven, zijn de veranderingen in de HPA-as en de hersenen normaal en zelfs nuttig, ze helpen ons namelijk om te wennen aan nieuwe situaties. Maar als er te veel en langdurige stressprikkels bijkomen, kan je lichaam overbelast raken. Die overbelasting kan leiden tot de ontregeling van meerdere lichaamsfuncties. Uiteindelijk kan dat resulteren in versnelde veroudering van de hersenen en bijdragen aan problemen met denken en geheugen. Daarnaast kunnen depressieve symptomen leiden tot ongezond gedrag zoals te veel of te weinig slapen, wat verdere cognitieve achteruitgang bevordert.
Tot slot werd er wel een verband gevonden tussen depressieve symptomen en geheugen, maar niet tussen die symptomen en spreekvaardigheid. Depressieve symptomen en spreekvaardigheid waren enkel aan het begin van de studie met elkaar verbonden. Dat kan komen doordat niet alle cognitieve vaardigheden in hetzelfde tempo afnemen. Mentale vaardigheden, zoals woordenschat of rekenen, blijken in een veel trager tempo af te nemen dan bijvoorbeeld redeneervaardigheid. Als de onderzoekers de spreekvaardigheid langer zouden opvolgen, zouden ze waarschijnlijk wel een verband vinden.
Met hun studie tonen de onderzoekers aan dat het belangrijk is om zowel depressieve symptomen als geheugenproblemen bij ouderen zo goed mogelijk in het oog te houden. Door depressieve symptomen vroegtijdig op te sporen en te behandelen, kunnen we de ontwikkeling van geheugenverlies mogelijk vertragen en de levenskwaliteit van ouderen verbeteren.