Pubers hebben de slechte reputatie dat ze een beetje stinken. Volgens recent onderzoek heeft die geur een evolutionaire verklaring.
In het onderzoek vergeleken Duitse wetenschappers de chemische samenstelling van de lichaamsgeur van pubers met die van baby's en peuters. Ze ontdekten dat de geur van kinderen drastisch verandert na het begin van de puberteit.
Geuronderzoeker Helene Loos (Friedrich-Alexander Universiteit van Erlangen-Nürnberg) deed een poging om de oorzaak van die geurverandering te achterhalen. Zij en haar team verzamelden eerst lichaamsgeurmonsters van 18 baby's en peuters en 18 pubers. Daarna analyseerden ze de stalen in het lab om te bepalen welke geurchemicaliën daarin aanwezig waren. Die gegevens combineerden ze met een eerder onderzoek onder 270 gezinnen, waaruit bleek dat ouders de lichaamsgeur van baby's veel aangenamer vonden dan die van pubers.
De onderzoekers vonden aangename citrus- en zeepachtige verbindingen in de lichaamsgeurmonsters van beide leeftijdsgroepen. In het okselzweet van pubers zat bovendien een hogere concentratie carboxylzuren. Dat zijn verbindingen die worden geassocieerd met scherpe, ‘funky’ geuren zoals gemaaid gras, kaas en geitenmuskus. In de stalen van baby- en kindergeuren was die chemische cocktail veel minder uitgesproken. Het puberzweet bevatte ook nog twee types steroïden met muskusachtige geuren. Die werden niet aangetroffen in het zweet van de jonge kinderen.
Talg
De bron van die stinkende stoffen is complex. Het begint allemaal met de activiteit van de talgklieren. De talg die de klieren afscheiden is een olieachtige substantie die de huid beschermt en het haar glanzend en gehydrateerd houdt. Vlak voor de geboorte zijn de talgklieren even in werking, waarna ze jarenlang geen functie vervullen. ‘Rond de puberteit worden ze opnieuw heel actief,’ zegt Loos.
Op dat moment komt de talg in aanraking met allerlei bacteriën en lichaamsstoffen - zoals zweet - die er tijdens de baby- en peuterjaren niet waren. Die extra stoffen breken de talg af tot de stinkende moleculen waaruit de karakteristieke pubergeur bestaat. Omdat de babyhuid vrijwel geen talg aanmaakt, ontstaan die stoffen bij hen niet. In plaats daarvan blijft de zoete, melkachtige geur hangen die ouders heel aangenaam vinden.
‘Dat is heel logisch, want babygeur bevordert de band tussen ouders en kind,’ zegt Ilona Croy, psycholoog en coauteur van het onderzoek (Friedrich Schiller Universiteit Jena). Maar dat kan niet eeuwig duren. Zodra kinderen gaan puberen, helpt een onaangenaam geurtje de ouders om hun puber wat meer los te laten. Zo kan hun kind een zekere mate van onafhankelijkheid ontwikkelen, aldus Croy.
De geur van een nieuwe auto koppelen we aan luxe. Er zijn zelfs luchtverfrissers te koop die je auto ‘als nieuw’ laten ruiken
‘Het is goed dat de reukzin wat meer aandacht krijgt,’ zegt Charles Spence, psycholoog aan de Universiteit van Oxford en niet betrokken bij dit onderzoek. Toch waarschuwt hij dat het te voorbarig is om op basis van deze studie al harde conclusies te trekken over de evolutionaire grondslag. ‘Lichaamsgeuren veranderen na verloop van tijd,’ zegt hij, ‘maar misschien hebben ze helemaal geen communicatief doel.’
Spence noemt het voorbeeld van een ‘nieuwe autogeur’. De meeste mensen hebben een positieve associatie met die geur, ook al is er geen goede evolutionaire reden voor. Nieuwe auto's zitten vol met chemicaliën die op zichzelf niet bepaald lekker ruiken en in hoge concentraties zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Toch vinden veel mensen het een fijne geur, omdat ze die linken aan de luxueuze aankoop van een nieuwe auto. Die associatie met luxe is zo sterk dat er zelfs luchtverfrissers te koop zijn die je oude auto ‘als nieuw’ laat ruiken.
Het is ook mogelijk dat babygeur geen evolutionaire functie heeft. Hun geur zou volwassenen in dat geval dus niet aanzetten om hen te voeden en vertroetelen. Maar door herhaalde blootstelling aan de geur zullen ouders die toch gaan associëren met de dopaminestoot ze krijgen wanneer ze voor hun kind zorgen, zegt Spence.
Vingerafdruk
Croy en Loos zijn het erover eens dat de verandering van lichaamsgeur geen vorm van bewuste communicatie is. ‘Het is waarschijnlijk gewoon een bijproduct,’ zegt Croy. Maar het feit dat ouders de associatie onbewust maken, betekent niet dat ze niet evolutionair voorbestemd zijn om babygeuren aangenaam en pubergeuren afstotend te vinden.
Croy haalt eerder onderzoek bij stekelbaarsjes aan. Dat heeft aangetoond dat individuele stekelbaarsjes die nauw aan elkaar verwant zijn, elkaars geur niet meer ruiken als ze eenmaal geslachtsrijp zijn. Wetenschappers veronderstellen dat inteelt op die manier voorkomen wordt. Een soortgelijk mechanisme zou bij mensen kunnen spelen. Babygeuren wekken dan een diepgewortelde zorgreactie bij ouders op, die zodra de puberteit begint overgaat in mijding.
In de toekomst hopen Loos en Croy hun data te combineren met MRI-scans van het brein van ouders op het moment dat ze de lichaamsgeur van hun kinderen ruiken. Zo kunnen ze bepalen of die geur een specifiek hersengebied activeert. De onderzoekers hopen er ook achter te komen of sommige geurmoleculen consistent blijven in de loop van iemands leven, net zoals een unieke vingerafdruk.