Heb je ook het gevoel dat de tijd steeds sneller gaat? Daar zijn verschillende verklaringen voor.
Verbaas je je erover dat het alwéér tijd is om de kerstboom op te tuigen? Naarmate we ouder worden, lijken de jaren steeds sneller voorbij te vliegen. Zo rond ons veertigste beginnen we dat te ervaren. Vreemd genoeg gaat het niet om alle tijdseenheden. De uren of dagen kunnen juist langer lijken. Vooral de jaren en decennia gaan steeds sneller voorbij.
Hoe kan dat? Daar is een aantal verklaringen voor te bedenken. Om dat uit te leggen, moet je bedenken dat je geheugen beïnvloedt hoe je de tijd ervaart. Je blikt terug op een bepaalde gebeurtenis en concludeert daaruit hoe lang dat ongeveer leek te duren. Hoe meer er gebeurt, hoe meer nieuwe herinneringen je aanmaakt en hoe langer die periode leek te duren. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen de heen- en terugweg. Op de heenweg maak je meer nieuwe herinneringen aan. Je bent nog fit en anticipeert op wat er gaat komen. Op de terugweg maak je minder nieuwe herinneringen aan en maakt alles vaak weinig indruk. De heenweg lijkt daardoor vaak langer te duren dan de terugweg. Om dezelfde reden voelt een vakantie vaak veel langer aan dan de daadwerkelijke duur. Je maakt immers meer nieuwe herinneringen aan dan tijdens (saaie) werkdagen. Ook periodes die veel indruk maken, kunnen een rem zetten op de perceptie van tijdsversnelling. Echtscheidingen bijvoorbeeld lijken vaak een eeuwigheid te duren.
Vanaf je veertigste maak je minder nieuwe herinneringen aan
Een eerste verklaring voor die alsmaar sneller tikkende klok is dat rond onze veertigste verjaardag het geheugen achteruit begint te gaan. We nemen minder op uit de omgeving en onthouden minder van bijvoorbeeld de boeken die we lezen en de gesprekken die we hebben. Een tweede verklaring is dat we op die leeftijd ook daadwerkelijk minder nieuwe dingen meemaken. Bruiloften, recepties, vergaderingen, ontmoetingen: we maken ze voor de zoveelste keer mee. ‘Eerste keren’ zijn zeldzaam. Onze hersenen reageren ook minder sterk op dingen die we voor de zoveelste keer zien. Dit proces heet neurale adaptatie en zorgt ervoor dat we minder informatie opslaan en dus minder nieuwe herinneringen aanmaken.
Een derde verklaring is dat onze interne klok langzamer gaat tikken. De snelheid waarmee cellen zich delen, vertraagt. Wondjes van kinderen helen bijvoorbeeld een stuk sneller dan bij volwassenen. Ook de hartslag en ademhaling vertragen. In dezelfde periode ervaren kinderen meer hartslagen en ademhalingen dan volwassenen. Zo krijgen ze het gevoel dat er meer tijd verstrijkt en gaat de tijd dus langzamer.
Ten slotte is er nog een laatste theorie. Elke tijdseenheid omvat een steeds kleiner percentage van ons hele leven. Toch is dit juist geen verklaring voor het fenomeen dat de tijd steeds sneller lijkt te gaan. Het verschil tussen bijvoorbeeld ons tiende en elfde levensjaar is veel groter dan het verschil tussen ons twintigste en eenentwintigste levensjaar. Dat lijkt in tegenspraak met het feit dat we pas rond ons veertigste ervaren dat de tijd sneller gaat. Dan zou het veel vroeger moeten beginnen.
Slotsom? Vooral omdat we minder nieuwe herinneringen aanmaken, lijkt de klok sneller te tikken vanaf je veertigste. Het is wel fijn dat vakanties of andere avonturen die veel indruk maken, een tijdelijke rem zetten op die alsmaar sneller tikkende klok.