Bij beide individuen worden hersengebieden actief die de personen voorbereiden om een sociale interactie aan te gaan.
In de hersenen van twee mensen die oogcontact maken, activeren dezelfde hersengebieden die beide individuen voorbereiden om met elkaar te communiceren. Zo blijkt uit Japans onderzoek.
Het onderzoeksteam, onder andere van het National Institute for Physiological Sciences in Aichi, gebruikte een speciale techniek om tot die conclusie te komen. Ze noemen het ‘hyperscanning’. Twee individuen liggen dan elk onder een hersenscanner. Met behulp van een camera en een beeldscherm kunnen ze elkaar toch zien.
Aan het onderzoek namen zestien paren deel die gelijktijdig onder de scanner gingen. De proefpersonen kregen elkaar soms live te zien en soms met een vertraging van 20 seconden. De onderzoekers deden dit om te kijken of écht oogcontact op het moment zelf een ander effect heeft dan oogcontact dat eigenlijk niet plaatsvindt.
Wat bleek? De proefpersonen merkten geen verschil tussen de twee condities. Maar, in de hersenen vond wel meer activiteit plaats als het oogcontact écht was in plaats van vertraagd. Live oogcontact activeerde namelijk het cerebellum, de anterior cingulate cortex (ACC) en een gedeelte van de insula. Het cerebellum is onder meer betrokken bij plotselinge sociale communicatie. De ACC speelt een rol bij aandacht en vormt samen met de insula het zogenoemde limbic mirror system. Dat speelt een rol bij het herkennen van emotionele gedragingen bij andere mensen.
Hoewel de proefpersonen niet doorhadden of het oogcontact dat ze met een medeproefpersoon hadden live of vertraagd was, reageerden de hersenen wel anders op de twee condities. De onderzoekers suggereren dat het brein zich onbewust voorbereidt op sociale interacties als je iemand écht in zijn of haar ogen kijkt.
De bevinden zijn gepubliceerd in het vakblad eNeuro.