De resultaten van de centrale toetsen laten ruimte voor groei zien. Ze vormen pas een eerste stap in de ondersteuning aan scholen bij kwaliteitszorg.
Dit schooljaar namen alle leerlingen in het vierde leerjaar lager onderwijs en het tweede jaar secundair onderwijs voor het eerst deel aan de centrale toetsen (ook wel ‘Vlaamse toetsen’). De centrale toetsen brengen in kaart in welke mate leerlingen de eindtermen voor begrijpend lezen en wiskunde onder de knie hebben. De toetsen zijn bedoeld om scholen te ondersteunen bij het realiseren van krachtig onderwijs voor alle leerlingen.
Wat weten we al?
De resultaten over alle scholen heen laten zien dat 94% (voor leesbegrip) en 97%-100% (voor verschillende wiskundeonderdelen) van de leerlingen in de A-stroom van het secundair onderwijs de eindtermen basisgeletterdheid voor leesbegrip dan wel wiskunde behaalt. In de B-stroom is dat 74% voor leesbegrip en 75%-100% voor wiskunde. Dat betekent dat de grote meerderheid van die leerlingen voldoende functioneel geletterd en gecijferd is om actief aan onze 21e-eeuwse maatschappij te participeren. Een kwart van de leerlingen in de B-stroom heeft evenwel nog moeite met functioneel leesbegrip.
Voor de reguliere eindtermen liggen de percentages lager. 67% (voor leesbegrip) en 13%-87% (voor verschillende wiskundeonderdelen) van de leerlingen in de A-stroom van het secundair onderwijs behaalt de eindtermen voor leesbegrip en wiskunde. Een op de drie leerlingen behaalt een sterk begrijpend leesniveau. In de B-stroom behaalt 55% de eindtermen voor leesbegrip en 21%-91% wiskunde. Voor wiskunde zien we verschillen tussen de toetsonderdelen. Tabellen en diagrammen interpreteren gaat bijvoorbeeld een stuk beter dan wiskundige problemen oplossen, waarbij leerlingen een geschikte wiskundige strategie moeten toepassen op een situatie.
De resultaten voor het vierde leerjaar lager onderwijs krijgen met name betekenis in 2026, als diezelfde leerlingen in het zesde leerjaar zitten. Dan kunnen we nagaan of ze de eindtermen behalen en in welke mate ze leerwinst of vooruitgang hebben geboekt. Alle resultaten voor de centrale toetsen vind je hier.
Wat weten we nog niet?
Onderzoekers aan het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs zijn volop bezig met studies naar verschillen tussen leerlingen en scholen. Welke groepen leerlingen behalen welke resultaten? Welke schoolpraktijken hangen samen met vlot allerlei teksten kunnen begrijpen en wiskundige problemen kunnen oplossen? En wat doen scholen met een kwetsbaarder leerlingenpubliek die het beter doen dan verwacht? Die studies lopen nog. Nu verklaringen en adviezen formuleren zou voorbarig zijn. We zien wel dat de toetsresultaten in de lijn liggen van andere toetsen van Vlaamse en internationale bodem: ook die tonen aan dat er ruimte is voor groei op het vlak van leesbegrip en wiskunde.
Hoe kunnen we scholen ondersteunen bij schoolontwikkeling?
Eind september ontvangen alle scholen twee zaken die concrete ondersteuning bieden: (1) een feedbackdashboard en (2) een e-course. Het dashboard toont de schoolresultaten. Schoolleiders zien bijvoorbeeld hoeveel procent van hun leerlingen al dan niet de eindtermen bereikt, maar ook in welk vaardigheidsniveau ze zich bevinden. Zo’n vaardigheidsniveau is geen cijfer op 10, maar een niveau (A t/m E) inclusief een beschrijving die weergeeft wat leerlingen op een bepaald niveau onder de knie hebben.
Scholen krijgen ook hun gemiddelde resultaat vergeleken met dat van scholen met een vergelijkbaar leerlingenpubliek. Uit onderzoek weten we dat schoolleiders het belangrijk vinden dat hun school niet enkel met Vlaanderen wordt vergeleken maar ook met vergelijkbare scholen, scholen die zich in een soortgelijke context bevinden als zijzelf. Het zijn die resultaten die handvaten kunnen bieden voor schoolontwikkeling. De e-course gaat vervolgens over de interpretatie van de resultaten en hoe scholen ermee aan de slag kunnen. En dat doen scholen uiteraard niet alleen maar samen met ondersteunende partners zoals de pedagogisch begeleidingsdiensten. De toetsresultaten vormen dus een eerste stap in de ondersteuning aan scholen bij hun interne kwaliteitszorg.
Dr. Carolien Frijns en dr. Lisa De Schaepmeester zijn coördinatoren van het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs en onderzoekers bij de vakgroep Onderwijskunde aan UGent. Prof. dr. Johan van Braak is promotor-coördinator van het Steunpunt en hoogleraar Onderwijskunde aan dezelfde universiteit.