In Houd afstand, raak me aan analyseert Paul Verhaeghe, psychotherapeut en hoogleraar klinische psychologie (UGent), de impact van de coronacrisis op het individu en de maatschappij: 'Beslissingen rondom corona werden te weinig door angst gekleurd'.
Nooit gaat Paul Verhaeghe, psychotherapeut en hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit Gent, meer op een man stemmen. ‘Hun testosteron is onze dood, vaak genoeg letterlijk. De vergelijking is makkelijk gemaakt; kijk hoe landen met vrouwelijke premiers de pandemie aanpakken: Jacinda Ardern (Nieuw-Zeeland), Tsai Ing-wen (Taiwan), Katrín Jakobsdóttir (IJsland), Angela Merkel (Duitsland), Erna Solberg (Noorwegen), Mette Frederiksen (Denemarken), Sanna Marin (Finland) – al die landen doen het beter.’
Die rake observatie beschrijft hij in Houd afstand, raak me aan – een met vaart geschreven, sterk prikkelend essay met paradoxale titel naar aanleiding van de coronacrisis. Niet alleen analyseert hij daarin de tijd waarin we leven diepgaand én genadeloos, tegelijkertijd is het een hoopvol essay over duurzame verandering dat na lezing lang blijft resoneren. Verhaeghe houdt onder meer een hartstochtelijk pleidooi voor een ander leiderschap. ‘Ik heb het gehad met de mannetjesputters van deze wereld die altijd de schuld bij de ander leggen en het steevast beter weten. Trump, Poetin, Johnson, Bolsanora, Erdoğan, Orbán, Modi – stuk voor stuk staan zij voor eigen ik eerst en macht voor alles.’
Uitgangspunt voor uw essay vormden de drie vragen van de Duitse verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804): wat kunnen we weten, wat kunnen we hopen, wat moeten we doen? U voegde eraan toe: wat moeten we vrezen? Vanwaar die vraag? Bent u zelf bang geweest?
‘Niet meer dan iemand anders, denk ik. Kant verwachtte destijds dat als mensen voldoende kennis hebben, ze automatisch ook de juiste beslissingen nemen. Psychotherapeuten weten op basis van hun professionele ervaring dat verandering niet automatisch volgt bij de juiste kennis. Heel vaak is angst een belangrijk motief voor verandering. Een combinatie van die twee lijkt me ideaal: de juiste kennis en voldoende angst kunnen samen ervoor zorgen dat we eindelijk beslissingen nemen die onze gewoontepatronen duurzaam veranderen. Dat is iets dat de coronacrisis bij uitstek duidelijk maakt.’
Worden beslissingen rondom corona niet te zeer gekleurd door angst?
‘Te weinig juist. Als er al angst is, is die te kortzichtig. Men definieert het probleem als een vervelend virus waarvoor we zo snel mogelijk een vaccin moeten vinden. Dan kunnen we weer verder zoals voorheen. Er ontbreekt bewustzijn dat covid-19 een onderdeel is van een veel groter en angstaanjagender probleem, namelijk klimaatverandering en verdwijning van de biodiversiteit. Als mens zijn wij onze plaats tegenover de natuur vergeten. Dat getuigt van overmoed. Velen denken bij de natuur aan het platteland, buiten de stad, aan bossen. Maar alles is natuur, wij zijn daar onderdeel van. Er is inmiddels genoeg kennis om in te zien dat een aantal van onze ingrepen op de natuur, die weliswaar positief bedoeld waren, heel negatief zijn uitgepakt. Als we onze oude fouten blijven herhalen, zullen we onszelf daardoor elimineren, zeggen ook biologen. Daarom moeten we ons terdege beseffen dat deze pandemie een gevolg is van onze levenswijze.’
'Gebruik relatieve cijfers, zoals het aantal doden per miljoen inwoners, om de situatie aan iedereen duidelijk te maken'
U stelt dat het tijd is dat we onze verantwoordelijkheid nemen voor de generaties na ons. IJdele hoop?
‘Nee. We beschikken over de kennis en technische mogelijkheden om onze wereld duurzaam te veranderen. Ons gedrag blijft echter te veel achter. Wij worden nog altijd te sterk aangestuurd door een economisch model van de vrije markt dat zijn langste tijd heeft gehad. Er waren reeds veranderingen ingezet voor wat betreft meer bewustzijn van klimaatverandering en biodiversiteit, over het feit dat we de economie anders moeten organiseren. Corona geeft dat nu een flinke duw in de rug. Ondanks dat we nu de zoveelste waarschuwing krijgen dat het vijf voor twaalf is, ben ik hoopvol gestemd dat we uit angst én liefde voor onze kinderen en kleinkinderen onze verantwoordelijkheid nemen.’
Om intiem te kunnen zijn met iemand anders, stelde u in uw boek Intimiteit (2018), moeten we intiem met onszelf kunnen zijn. We zouden volgens u vervreemd geraakt zijn van onszelf. Dat uit zich niet alleen fysiek, maar ook in psychische en stress-gerelateerde ziektes zoals burn-out. Zal die vervreemding toenemen door corona?
‘Niet noodzakelijk. Het verplichte sociale afstand houden en de angst voor besmetting en wat daarmee samenhangt heeft voor een sterk toegenomen bewustwording gezorgd. We merken dat we nood hebben aan intimiteit, aan aanraking. Op het moment dat aanraken niet meer mag of kan, voel je plots hoeveel behoefte je daaraan hebt. Ik heb dat althans sterk gevoeld.’
Verwacht u dat die social distancing blijvend zal zijn? Vrijwel niemand geeft bijvoorbeeld meer een hand.
‘Er zal zeker iets veranderen in onze, laat ik zeggen banale, betekenisloze uitwisselingen. We gaven wel handen of een kus of omhelzing ter begroeting, maar niet zelden waren dat lege rituelen. Dat zal selectiever worden, verwacht ik. Daardoor krijgen die rituelen meer betekenis en daarmee wellicht ook meer oprechte intimiteit. We gaan er meer over nadenken wie we – bewust – een hand of kus geven. Zelf merk ik bij wie ik dat enorm mis, maar ook bij wie ik dat totaal niet erg vind.’
De Franse auteur Michel Houellebecq schreef op een website dat het coronavirus een geweldig excuus is om het geleidelijk verdwijnen van menselijke relaties verder door te zetten.
‘In het algemeen heeft Houellebecq een zeer scherpe, maar ook selectieve visie op onze maatschappij. Hij selecteert de negatieve kant en vergroot die uit. Deels heeft hij gelijk, maar ik geloof dat de meer banale relaties weg geselecteerd zullen worden. Tegelijkertijd zal een aantal andere relaties, en dat vermeldt Houellebecq niet in zijn tekst, juist meer diepgang krijgen en bewuster beleefd worden.’
‘De economie moet weer ondergeschikt worden aan de maatschappij’
In uw essay toont u zich zeer kritisch over gepresenteerde corona-statistieken.
‘Ik heb me vaak blauw geërgerd aan het gebruik van betekenisloze, absolute cijfers en het vergelijken van cijfers die helemaal niet vergelijkbaar zijn. Hoe kun je een publiek dat veelal weinig kaas heeft gegeten van cijfers een beetje bij de hand nemen en iets duidelijk maken? Bijvoorbeeld door relatieve cijfers te gebruiken en die aan iets te koppelen. Denk aan het aantal doden per miljoen inwoners, het aantal besmette gevallen in functie van het aantal uitgevoerde tests. Het zal nog wel even duren voordat we diepgaand inzicht hebben in de oversterfte door corona en hoe dodelijk het virus nu echt is.’
Als u in uw glazen bol kijkt, wat hoopt u dan dat corona voor mooiste effect zal hebben?
‘Een bewustwording dat we de economie weer ondergeschikt moeten maken aan de maatschappij. Thans worden vrijwel alle beslissingen genomen in functie van “de” economie. Economie moet juist dienend zijn aan een goede maatschappij, bijdragen aan een samen-leving, mét tussenstreepje dus, waarin we elkaar steunen en helpen en waarin groei plaatsmaakt voor duurzaamheid.