Burgerwetenschappers vinden interstellaire stofdeeltjes
18 augustus 2014 door Govert SchillingAstronomen hebben voor het eerst microscopisch kleine stofdeeltjes in handen die afkomstig zijn uit de interstellaire ruimte, dus: van buiten ons eigen zonnestelsel.
Astronomen hebben voor het eerst microscopisch kleine stofdeeltjes in handen die afkomstig zijn uit de interstellaire ruimte, dus van buiten ons eigen zonnestelsel.
De stofjes zijn gevonden in de stofcollectoren van de Amerikaanse komeetverkenner Stardust, die in 1999 werd gelanceerd, in 2004 door de coma (de ijle 'dampkring' van gas en stof) van komeet Wild 2 vloog, en in 2006 capsules met opgevangen stofjes op aarde afleverde.
De snel bewegende stofdeeltjes lieten microscopisch dunne 'inslagsporen' achter in het aerogelmateriaal van de stofdetectoren. Via het citizen science-project Stardust@home hebben enkele tienduizenden 'burgerwetenschappers' microscoop-opnamen van het aeorgel bestudeerd om de sporen te vinden. Een van de twee detectoren van Stardust was zo gericht dat hij komeetstofjes moest opvangen; de andere was precies andersom georiënteerd, en zou mogelijkerwijs stofjes uit de interstellaire ruimte kunnen opvangen.
In Science wordt de ontdekking gepubliceerd van zeven van die interstellaire stofdeeltjes. Twee daarvan (Orion en Hylabrook gedoopt) zijn ontdekt door de 'Dusters' van Stardust@home. Zij vonden ook een derde spoor van een interstellair stofdeeltjes dat echter volledig is verdampt. De vier overige interstellaire stofdeeltjes zijn ontdekt door onderzoekers van het Naval Research Laboratory in het aluminium tussen de afzonderlijke aerogel-tegels.
De interstellaire stofjes zijn buitengewoon poreus, en bevatten onder andere olivijnkristallen. Ze zijn mogelijk afkomstig uit de protoplanetaire schijf rond een andere ster dan de zon. Sommige stofjes blijken ook zwavel te bevatten. Nog lang niet alle aerogel-tegels van Stardust zijn onderzocht. De verwachting is dat er de komende tijd nog meer interstellaire stofdeeltjes gevonden zullen worden.