Acht planeten draaien rondjes rond de zon. Je kan hun volgorde onthouden met het ezelsbruggetje ‘Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nachthemd’.
Mercurius is de eerste planeet die je tegenkomt als je vanaf de zon vertrekt. Het is er bijgevolg nogal aan de warme kant: op sommige plaatsen tot 430°C. Mercurius is ongeveer even groot als onze maan en ook met kraters bedekt.
Venus is de volgende in de rij en de planeet die het dichtst bij onze aarde staat. Toch lijkt ze er niet echt op: de atmosfeer bestaat er uit CO2, het regent er zwavelzuur en de gemiddelde temperatuur is 350°C.
Aarde komt op de derde plaats, op ongeveer 150 miljoen kilometer van de zon. Ze is uniek want het is de enige planeet in ons zonnestelsel waar leven is.
Mars is na de aarde en de maan het meest bestudeerde object in ons zonnestelsel. De planeet dankt zijn rode kleur aan het overvloedig aanwezige ijzer dat roest. Sommige wetenschappers vermoeden dat er op mars ooit leven is geweest en er wordt dan ook naarstig naar sporen gezocht.
Jupiter is de grootste planeet in ons zonnestelsel, ruim 1.300 keer zo groot als de aarde. Ze is zwaarder dan alle andere planeten samen. Het is er niet meteen aangenaam wonen want het stormt er altijd.
Saturnus is vooral bekend om zijn ring. Die bestaat uit stukken steen en ijs die om de planeet heen cirkelen.
Uranus is een egaal blauwe planeet. Ze is bijzonder omdat ze ‘op haar zij ligt’. De rotatieas die door de noord en zuidpool loopt staat niet rechtop maar is naar de zon gericht. Daardoor is het op Uranus warmer aan de polen dan aan de evenaar. Het is er hoe dan ook eerder fris: de gemiddelde temperatuur is -214°C.
Neptunus is de laatste in de rij, op ongeveer 4.500 miljoen kilometer van de zon. Op Neptunus waaien de hevigste winden van ons zonnestelsel: op sommige plaatsen tot 2.000 km/u.
De zon is helemaal niets bijzonders, hoewel dat lange tijd werd geloofd. Er zijn ontelbaar veel sterren in het universum, sommige veel kleiner en andere honderd keer groter dan de zon.
Tot 2006 waren er 9 planeten in ons zonnestelsel. Is er dan eentje verdwenen? Niet echt, maar Pluto werd ‘gedegradeerd’ tot dwergplaneet omdat hij niet voldoet aan de derde voorwaarde. Naast de acht planeten vliegen er nog heel wat kleinere hemellichamen met uiteenlopende samenstelling rond de zon: de planetoïden.
De vier grootste planeten in ons zonnestelsel – Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus – zijn ‘gasreuzen’ omdat ze voornamelijk uit dikke lagen gas bestaan. De kleintjes – Mercurius, Venus, Aarde en Mars – zijn ‘aardachtige planeten’ die vooral uit rotsachtig, vast materiaal zijn opgebouwd.