Veertig jaar geleden bracht een revolutionaire satelliet voor het eerst in de geschiedenis de gehele sterrenhemel op infrarode golflengtes in kaart.
Openingsbeeld © NASA/JPL-Caltech
Infraroodwaarnemingen zijn niet meer weg te denken uit de astronomie. Gevoelige infraroodcamera’s leggen de warmtestraling vast van donkere stofwolken in het Melkwegstelsel. De James Webb Space Telescope, die twee jaar geleden werd gelanceerd, bestudeert exoplaneten, protosterren en verre sterrenstelsels op infrarode golflengtes. Vrijwel elke grote telescoop op aarde is uitgerust met infrarooddetectoren.
Maar veertig jaar geleden, in 1983, stond de infraroodsterrenkunde nog in de kinderschoenen. Daar kwam dat jaar verandering in met de lancering, op 25 januari, van de Infrarood Astronomische Satelliet (IRAS) – een gezamenlijk project van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland.
IRAS verrichtte baanbrekend onderzoek aan kometen, stervormingsgebieden, stofwolken rond pasgeboren sterren, en sterrenstelsels. Maar de revolutionaire satelliet bracht bovendien voor het eerst in de geschiedenis de gehele sterrenhemel in kaart op infrarode golflengtes.
Op de resulterende kaart (een soort ‘platgeslagen’ versie van de gehele hemelbol) is vooral het centrale vlak van ons eigen Melkwegstelsel goed te zien, als een heldere, horizontale band. De vlekjes uiterst rechts (net onder de centrale band) en iets rechtsboven het centrum zijn grote stervormingsgebieden, respectievelijk in de sterrenbeelden Orion en Slangendrager. De grotere vlek rechtsonder is de Grote Magelhaense Wolk, een begeleider van het Melkwegstelsel.
De lichtblauwe, diagonale band, die zich verder uitstrekt langs de linkeronder- en rechterbovenrand van de kaart, wordt veroorzaakt door relatief warme stofdeeltjes in ons eigen zonnestelsel. Die zenden energierijkere infraroodstraling uit, met een kortere golflengte. De zwarte strepen ten slotte zijn gebieden aan de hemel die niet door IRAS zijn waargenomen.
Na de succesvolle IRAS-missie, waar tal van Nederlandse astronomen bij betrokken waren, volgden nog vele andere infraroodkunstmanen, zoals onder andere het Amerikaanse Infrared Space Observatory (ISO), de Spitzer Space Telescope en de Europese ruimtetelescoop Herschel. Net als de James Webb Space Telescope bouwden die stuk voor stuk door op het baanbrekende werk van IRAS.
In veertig jaar tijd kan er veel veranderen, zeker in een snel evoluerend vakgebied als de astronomie.