De verste sterrenstelsels bevinden zich op afstanden van miljarden lichtjaren, en aan de grens van het waarneembare heelal kijk je zo ver terug in de tijd dat je het nagloeien van de oerknal kan detecteren, bijna 14 miljard jaar geleden.
Over die extreem verre gebieden en over die vroegste geschiedenis van de kosmische evolutie is nog relatief weinig bekend. Sterrenkundigen zijn veel meer vertrouwd met de sterren in ons eigen Melkwegstelsel en de planeten die samen met de aarde rond de zon cirkelen – het hier en nu van het universum.
Maar die objecten bevinden zich allemaal op veel kleinere afstanden, en laten zich moeilijk in hetzelfde beeld vatten als de vroegste en verste sterrenstelsels. Het is alsof je een kaart van de aarde wil maken waarop niet alleen verafgelegen continenten zijn weergegeven, maar waarop je ook de afzonderlijke klinkers van je eigen stoep kan onderscheiden.
De Argentijnse graficus en musicus Pablo Carlos Budassi koos voor een bijzondere aanpak, waarbij kosmische afstanden niet op een lineaire schaal zijn afgebeeld, maar op een logaritmische schaal.
Dat principe is eerder toegepast in films als Powers of Ten en Cosmic Voyage, waarin je een steeds snellere reis door het heelal maakt: elke paar seconden wordt je snelheid tien keer zo hoog, en leg je daarom ook een tien keer zo grote afstand af. De kaart van Budassi is gebaseerd op hetzelfde idee; in het centrum (dicht bij huis) heeft hij een veel grotere schaal dan aan de rand.
Het resultaat is een spectaculaire en gedetailleerde visuele weergave van het bekende universum. Aan de buitenrand zien we de draderige groteschaalstructuur van clusters en superclusters van sterrenstelsels. Meer naar binnen komen afzonderlijke, dichterbij gelegen sterrenstelsels in beeld, gevolgd door heldere sterren in ons eigen Melkwegstelsel. Rondom de zon zijn de planeten, manen, planetoïden en kometen te onderscheiden die deel uitmaken van het zonnestelsel – onze eigen directe kosmische omgeving.