Astronomen hebben de waarschijnlijk grootste planeet-vormende schijf ontdekt die ooit is waargenomen. Doordat we er vanaf de zijkant tegenaan kijken, ziet de schijf eruit als een reusachtige kosmische ‘vlinder’.
Het object staat officieel te boek als IRAS 23077+6707 of kortweg IRAS 23077. Het is ongeveer duizend lichtjaar van ons verwijderd en werd in 2016 voor het eerst opgemerkt door Ciprian T. Berghea van het US Naval Observatory, met behulp van het Panoramic Survey Telescope and Rapid Response System (Pan-STARRS). Jarenlang bleef zijn ware aard onbekend.
Twee nieuwe onderzoeksartikelen hebben nu dan eindelijk uitsluitsel gegeven. In het eerste artikel, onder leiding van Berghea en geaccepteerd voor publicatie in The Astrophysical Journal Letters, wordt gemeld dat IRAS 23077 een jonge ster is, in het centrum van een enorme planeet-vormende schijf. In het tweede artikel, dat afgelopen maandag in The Astrophysical Journal Letters is verschenen, bevestigen onderzoekers de ontdekking van de schijf met behulp van de Submillimeter Array (SMA) – een opstelling van telescopen op Hawaï die licht op millimetergolflengten – een type radiostraling – detecteert.
Kraamkamers
Planeet-vormende schijven – door astronomen meestal ‘protoplanetaire schijven’ genoemd – zijn de kraamkamers rond jonge sterren waarin zich planeten vormen. Ze zijn rijk aan stof en gas, en uit de manier waarop zo’n schijf ronddraait kunnen astronomen afleiden hoe groot deze is, en hoeveel massa de centrale ster heeft.
De diameter van IRAS 23077 is ruwweg 3300 keer de afstand tussen de aarde en de zon, waarmee hij ongeveer tweemaal zo groot is als de vorige recordhouder. De schijf bevat genoeg gas en stof om talrijke reuzenplaneten tot op grote afstanden van de centrale ster te kunnen vormen.