In diepe, donkere maankraters ligt mogelijk CO2-ijs opgeslagen

In de donkere kraters rond de zuidpool van de maan kan niet alleen bevroren water, maar ook bevroren koolstofdioxide te vinden zijn. Dat blijkt uit nieuw onderzoek gebaseerd op gegevens van NASA’s Lunar Reconnaissance Orbiter (LRO).

Beeld: De mogelijke vindplaatsen van rijpafzettingen op de donkere bodems van kraters nabij de zuidpool van de maan. (NASA's Goddard Space Flight Center)

Dat is goed nieuws voor toekomstige bemande maanmissies. Na water is koolstof waarschijnlijk de belangrijkste hulpbron op de maan. Het kan worden gebruikt voor de productie van raketbrandstof, biomaterialen en staal.

In kraters rond de ijskoude polen van de maan kunnen zich allerlei vluchtige stoffen ophopen. De maan heeft weliswaar geen atmosfeer, en dus ook niet veel water, maar er wordt wel geregeld water en koolstof aangevoerd door kometen en koolstofhoudende (micro)meteorieten.

Veel van de aldus gevormde moleculen verdwijnen uiteindelijk de ruimte in, maar moleculen die bij toeval in diepe kraters rond de polen van de maan verzeild raken, kunnen ter plaatse neerslaan als ijs. De temperaturen aldaar zijn, bij gebrek aan invallend zonlicht, dermate laag dat de kraters als ‘koudevallen’ fungeren.

Waterijs

Meetgegevens van het Diviner Lunar Radiometer Experiment van de LRO laten zien dat de temperaturen rond de polen van de maan laag genoeg zijn om CO2-moleculen ‘in de val’ te laten lopen. Theoretisch zouden zich hier dan ook grote hoeveelheden CO2 kunnen hebben opgehoopt, maar of dat ook werkelijk zo is, zal nog moeten blijken. Vast staat wel dat een andere NASA-maansonde in 2009 CO2 heeft gedetecteerd in de pluim van materiaal die opstoof nadat een rakettrap (doelbewust) was ingeslagen bij de zuidpool van de maan.

De totale oppervlakte aan CO2-koudevallen rond de zuidpool van de maan bedraagt ongeveer 200 vierkante kilometer. Ter vergelijking: de koudevallen van waterijs beslaan bijna 14.000 vierkante kilometer. De eventuele concentraties van CO2 zijn dus heel schaars, maar de meeste koudevallen zijn te vinden op de bodem van de relatief gemakkelijk toegankelijke krater Amundsen. De temperatuur aldaar komt nooit boven de –212 °C uit, dus zal het wel een uitdaging worden om dit gebied te verkennen.