Wetenschappers hebben de oorsprong en samenstelling achterhaald van de planetoïde die 66 miljoen jaar geleden een massa-uitsterving veroorzaakte op aarde. Nieuw onderzoek wijst erop dat de boosdoener een zeldzaam soort koolstofhoudende planetoïde was, afkomstig van buiten de baan van Jupiter.
De aarde heeft diverse massa-uitstervingen meegemaakt. De meest recente vond 66 miljoen jaar geleden plaats op de overgang van het Krijttijdperk naar het Paleogeen (de zogeheten K-Pg-overgang) en resulteerde in het uitsterven van ongeveer zestig procent van alle soorten op aarde, waaronder de niet-vliegende dinosauriërs.
Aangenomen wordt dat het massale uitsterven voor een belangrijk deel is veroorzaakt door de inslag van een ongeveer tien kilometer grote planetoïde op de plek van de huidige Golf van Mexico, waar nu de ongeveer tweehonderd kilometer grote Chicxulub-krater te vinden is.
Het bewijs hiervoor bestaat onder meer uit een hoog gehalte aan elementen van de zogeheten platinagroep (PGE’s), zoals iridium, ruthenium, osmium, rhodium, platina en palladium, in de bodemlaag die tijdens de K-Pg-overgang is ontstaan. Op aarde zijn deze elementen zeldzaam, maar in meteorieten komen ze veel voor. De verhoogde PGE-niveau’s zijn overal ter wereld aangetroffen, wat erop wijst dat het puin van de inslag zich over onze hele planeet heeft verspreid. Maar over de oorsprong en samenstelling van de ingeslagen planetoïde was nog veel onduidelijk.
Voor het nieuwe onderzoek hebben Mario Fischer-Gödde (Universiteit van Keulen, Duitsland) en collega’s ruthenium-houdende bodemmonsters verzameld op de K-Pg-overgang. Ter vergelijking analyseerden ze ook monsters van vijf andere planetoïde-inslagen in de afgelopen 541 miljoen jaar, monsters van inslag-gerelateerde lagen met spherulen (glasbolletjes) uit het Archeïcum (3,5 – 3,2 miljard jaar oud), en monsters van twee koolstofhoudende chondrieten (meteorieten).
De onderzoekers hebben ontdekt dat de isotopenverhouding in de ruthenium-houdende monsters van de K-Pg-grenslaag sterk overeenkomt met die van koolstofhoudende chondrieten, en niet met die van de aarde of andere meteorietsoorten, wat suggereert dat de Chicxulub-inslag waarschijnlijk is veroorzaakt door een koolstofhoudende planetoïde uit het buitengebied van ons zonnestelsel. Ook de monsters uit het Archeïcum wijzen in deze richting. Daarentegen vertonen inslaglocaties van andere perioden ruthenium-isotopensamenstellingen die overeenkomen met silicium-houdende planetoïden uit het binnenste deel van het zonnestelsel.