Vanochtend is vanaf Cape Canaveral in Florida de Europese Solar Orbiter gelanceerd – een nieuw ruimteobservatorium om de zon te bestuderen.
Zonder licht en warmte van de zon zou leven op aarde onmogelijk zijn. Tegelijk herbergt de zon nog vele geheimen. Wetenschappers willen vooral meer inzicht krijgen in het ontstaan van krachtige uitbarstingen. Daarbij worden grote hoeveelheden elektrisch geladen deeltjes de ruimte in geblazen, in een fenomeen dat bekendstaat als de zonnewind. Zulke zonnestormen kunnen satellieten, elektriciteitsnetwerken en radiocommunicatie op aarde ontregelen.
Solar Orbiter zal de zon minstens zeven jaar lang gedetailleerd in het oog houden. De satelliet bevat tien verschillende wetenschappelijke instrumenten, waaronder gevoelige camera’s. Hij wordt in een langgerekte baan gebracht waarbij hij de zon elke vijf maanden tot op slechts 42 miljoen kilometer nadert. Daarmee zit de sonde binnen de baan van de binnenste planeet Mercurius.
Tijdens die dichtste naderingen loopt de temperatuur op tot ruim 500 graden. Een ingenieus hitteschild moet Solar Orbiter beschermen tegen de intense zonnestraling. De camera’s en meetinstrumenten doen hun waarnemingen via kleine venstertjes in dit hitteschild.
Door de Europese ruimtesonde in een steeds sterker gehelde baan te brengen, zullen sterrenkundigen ook de poolgebieden van de zon beter kunnen onderzoeken. Daarnaast worden vrijwel continu metingen verricht aan de corona, de ijle, hete dampkring van de zon. Ook de samenstelling van de zonnewind wordt gemonitord.
Solar Orbiter zal nauw samenwerken met de Amerikaanse Parker Solar Probe, die in augustus 2018 is gelanceerd en die de zon vanaf een nog veel kleinere afstand in het oog houdt. Overigens levert NASA ook belangrijke bijdragen aan de missie.