Een nieuwe, speculatieve theorie stelt dat het heelal niet 13,8 miljard jaar oud is, maar 26,7 miljard jaar – bijna twee keer zo oud dus.
In een artikel in Monthly Notices of the Royal Astronomical Society presenteert de Canadese astrofysicus Rajendra Gupta (Universiteit van Ottawa) een speculatieve theorie die stelt dat het heelal niet 13,8 miljard jaar oud is, maar 26,7 miljard jaar – bijna twee keer zo oud dus.
Volgens het standaardmodel van de kosmologie vond de oerknal ca. 13,8 miljard jaar geleden plaats. Dat blijkt onder andere uit bestudering van de roodverschuiving van verre sterrenstelsels. Tijdens hun lange reis naar de aarde worden de lichtgolven van verre stelsels 'opgerekt' door de uitdijing van het heelal. Onderzoek naar de relatie tussen die roodverschuiving en de afstand van de stelsels vertelt je dus hoe snel het heelal uitdijt, en daaruit volgt een leeftijdsbepaling.
Recente waarnemingen van de James Webb Space Telescope lijken echter moeilijk te verenigen met die kosmische leeftijd van 13,8 miljard jaar. Webb ontdekte relatief zware sterrenstelsels die slechts een paar honderd miljoen jaar na de oerknal al zouden zijn ontstaan – onwaarschijnlijk snel. Daarnaast is er in ons eigen Melkwegstelsel een ster ontdekt (Methuselah genaamd) die ogenschijnlijk ouder is dan 13,8 miljard jaar.
Vroege evolutie
Gupta suggereert nu dat de roodverschuiving niet louter het gevolg is van de uitdijing van het heelal, maar voor een deel veroorzaakt wordt door het 'vermoeid' raken van licht in de loop van de tijd – een nooit bevestigd idee dat honderd jaar geleden al voor het eerst werd geopperd door de Amerikaanse astronoom Fritz Zwicky. Daarnaast neemt Gupta aan dat verschillende koppelingsconstanten die de relatieve sterktes van de verschillende natuurkrachten beschrijven in de loop van de tijd evolueren – ook daar zijn overigens geen directe aanwijzingen voor.
Volgens Gupta's artikel is dit nieuwe model (CCC+TL genaamd, wat staat voor Covarying Coupling Constants plus Tired Light) goed in overeenstemming met bestaande waarnemingen aan verre supernova's en met de waarnemingen van de Webb-telescoop. In het nieuwe model bedraagt de leeftijd van het heelal 26,7 miljard jaar, waardoor er veel meer tijd is geweest voor het ontstaan en de vroege evolutie van de eerste sterrenstelsels.
De vraag is natuurlijk of deze (nogal gekunstelde en 'op maat bedachte') theorie niet veel onwaarschijnlijker is dan andere voorgestelde verklaringen om de Webb-waarnemingen in overeenstemming te brengen met het kosmologische standaardmodel, dat overigens in detail ondersteund wordt door metingen aan de kosmische achtergrondstraling. Vooralsnog lijkt de kans klein dat het succesvolle standaardmodel het veld moet ruimen.