De twee kleine Marsmanen Phobos en Deimos zijn mogelijk overblijfselen van een grotere maan die één tot drie miljard jaar geleden uit elkaar is gevallen.
Dat stellen onderzoekers van de Technische Hogeschool en Universiteit van Zürich (Zwitserland) op basis van computersimulaties.
Wetenschappers vragen zich al geruime tijd af waar Phobos (22 km) en Deimos (12 km) vandaan komen. Lang werd gedacht dat het ingevangen planetoïden zouden zijn, maar in dat geval zouden ze schuine, langgerekte omloopbanen om de planeet moeten volgen. In werkelijkheid doorlopen ze cirkelbanen die in het evenaarsvlak van Mars liggen.
Met behulp van computersimulaties hebben de Zwitserse onderzoekers nu geprobeerd om de historische ontwikkeling van de omloopbanen van Phobos en Deimos te reconstrueren. Daarbij hebben ze vastgesteld dat die banen elkaar in het verleden gekruist hebben. En dat bracht hen op het idee dat ze ooit deel hebben uitgemaakt van een groter object, dat in botsing kwam met een planetoïde.
Een andere uitkomst van de berekeningen is dat de gemeenschappelijke voorouder van de beide Marsmanen verder van de rode planeet verwijderd was dan Phobos nu. Getijdenkrachten zouden er de oorzaak van zijn dat Deimos ongeveer in zijn oorspronkelijke baan bleef, terwijl Phobos geleidelijk dichter naar Mars toe migreerde. Binnen 40 miljoen jaar zal laatstgenoemde op de planeet neerstorten of onder invloed van diens zwaartekracht uit elkaar vallen.