Nieuw bewijs voor Big Bang-theorie
17 maart 2014 door Govert SchillingAmerikaanse wetenschappers hebben nieuw bewijs gevonden voor de oerknal op basis van waarnemingen met een telescoop op de Zuidpool. Het gaat om het eerste directe bewijs voor de Big Bang. Volgens collega's is de ontdekking een Nobelprijs waard.
Sterrenkundigen hebben nieuw bewijs gevonden voor de Big Bang, die zo'n 14 miljard jaar geleden moet hebben plaatsgevonden. Hun bewijzen werden gepresenteerd in Nature. Collega's spreken van een ontdekking die de Nobelprijs waard is.
Amerikaanse wetenschappers van Harvard hebben bewijzen gevonden voor de inflatie-hypothese - een belangrijk onderdeel van de oerknaltheorie. Tevens zijn de sporen gevonden van zwaartekrachtsgolven - minieme trillingen in de ruimtetijd die bijna een eeuw geleden al voorspeld werden door Albert Einstein.
Met de BICEP2-telescoop, een gevoelige radiotelescoop die waarnemingen doet op submillimeter-golflengten, is de polarisatie van de kosmische achtergrondstraling in detail bestudeerd. Die straling is de zwakke 'echo' van de oerknal. Bepaalde patronen in de polarisatie van deze straling wijzen op het bestaan van zwaartekrachtsgolven in het pasgeboren heelal. Die zijn op hun beurt opgewekt doordat de ruimte in de allereerste minieme fractie van een seconde na de geboorte van het heelal exponentieel snel uitdijde.
De inflatiehypothese, die deze exponentiële uitdijingsfase beschrijft, werd in 1980 in het leven geroepen om bepaalde problemen met de 'klassieke' oerknaltheorie op te lossen. Direct bewijs was tot nu toe echter nooit gevonden. Ook voor het bestaan van zwaartekrachtsgolven beschikten sterrenkundigen tot nu toe slechts over indirecte aanwijzingen.
De ontdekking van BICEP2 wordt alom gezien als Nobelprijswaardig. De afgelopen jaren is door vele teams jacht gemaakt op het moeilijk te detecteren polarisatiepatroon. De verwachting is dat andere telescopen (waaronder de Europese ruimtetelescoop Planck) de komende maanden met aanvullende en bevestigende waarnemingen komen.