Snel instappen allemaal, we hebben haast. Ons reisdoel vliegt met een onvoorstelbaar hoge snelheid bij ons vandaan, ongeveer 26 kilometer per seconde.
Om het raadselachtige langgerekte hemellichaam in te halen, vergen we het uiterste van de motoren van ons ruimteschip. Het gaat om de eerste interstellaire bezoeker die we ooit konden waarnemen. Een telescoop op Hawaï fotografeerde hem bijna een jaar geleden voor het eerst. Al snel bleek dat het geen planetoïde in ons eigen zonnestelsel is, maar een kosmische binnendringer. Het hemellichaam kreeg de Hawaïaanse naam ’Oumuamua.
We volgen natuurlijk niet hetzelfde traject dat ’Oumuamua aflegt. Dat voerde in het najaar van 2017 op zeer kleine afstand langs de zon. We kiezen een andere route die de baan van ’Oumuamua kruist.
Onze boordtelescoop heeft het hemellichaam inmiddels in beeld. Het is inderdaad extreem langgerekt, met de vorm van een overmaatse komkommer. Dat leidden aardse wetenschappers al af uit de helderheidsvariaties. Je ziet ook duidelijk dat de stenige sigaar op een vreemde, buitelende manier ronddraait.
Landen is er natuurlijk niet bij. ’Oumuamua is hooguit een paar honderd meter lang. In onze telescoop kunnen we duidelijk zien dat het oppervlak extreem donker is, met een enigszins rode tint. Dat is het gevolg van langdurige blootstelling aan kosmische straling.
Ja, op aarde suggereerden sommige fantasierijke lieden wel dat ’Oumuamua in werkelijkheid een ruimteschip is van een andere intelligente beschaving, maar daarvan is niets te zien: geen raketmotoren, geen ramen, geen symbolen. Ook onze gevoelige radioantennes vangen geen enkel teken van leven op.
Maar wacht, er is toch iets merkwaardigs aan de hand. ’Oumuamua lijkt zich niet op de voorspelde positie te bevinden. Hij is al op veel grotere afstand van de zon aangekomen dan de oorspronkelijke baanberekeningen voorspelden. Hoe is dat mogelijk?
Alles wijst erop dat ’Oumuamua iets minder sterk door de zwaartekracht van de zon wordt afgeremd dan je zou verwachten. Anders gezegd: het hemellichaam is een tikje aan het versnellen, alsof het toch een kleine raketmotor aan boord heeft.
Onze navigator berekent een nieuwe onderscheppingskoers, anders valt de geplande scheervlucht in het water. Ondertussen breekt onder de bemanning een verhitte discussie los. Is het dan toch een buitenaards ruimteschip? Proberen de aliens zich aan pottenkijkers te onttrekken?
Terwijl we de ruimtekomkommer aan de dagzijde op kleine afstand passeren – wat een schitterend uitzicht levert dat op! – horen we plotseling zacht getik dat al snel overgaat in een soort mitrailleurvuur van scherpe knalletjes. Ons ruimteschip wordt bekogeld en gezandstraald door een bombardement van stof- en gruisdeeltjes.
Heeft ’Oumuamua het vuur op ons geopend?
Nee, onder invloed van de zonnewarmte is toch wat ondergronds ijs verdampt, waardoor stofkorrels en kleine kiezeltjes van het oppervlak losraakten. De wegstromende waterdamp voeren die mee in de richting van de zon, alsof er sprake is van de vervuilde uitlaatgassen van een raketmotor.
Het effect is hetzelfde: een kleine versnelling van het hemellichaam in de tegenovergestelde richting. Dat raketeffect namen astronomen eerder waar bij kometen. ’Oumuamua is geen dode, uitgebluste planetoïde, maar toch een ijsrijke komeet.
Kijk, daar tuimelt hij weg, de uitgestrekte ruimte buiten ons zonnestelsel in. Vaarwel, ’Oumuamua. Wij keren terug naar de aarde. Het heelal heeft nog veel meer voor ons in petto.