NASA-satelliet TESS registreerde het nagloeien van een ster die door een superzwaar zwart gat aan flarden is getrokken.
De satelliet heeft eigenlijk tot taak heeft om exoplaneten op te sporen, maar registreerde nu het nagloeien van de vernietigde ster. Het is niet voor het eerst dat zo’n ‘tidal disruption event’ of TDE is waargenomen, maar TESS was er wel vroeg bij.
Astronomen denken dat er in het centrum van elk volwaardig sterrenstelsel een superzwaar zwart gat te vinden is – een object dat miljoenen of zelfs miljarden keer zo veel massa heeft als onze zon. Wanneer een ster te dicht in de buurt van zo’n kolos komt, wordt hij door de daarbij optredende getijdenkrachten aan flarden getrokken. Bij die gebeurtenis neemt de helderheid van de ster eerst sterk toe, om vervolgens geleidelijk af te nemen.
Op 29 januari van dit jaar werd zo’n ‘TDE’ opgemerkt door een internationaal netwerk van telescopen dat de All-Sky Automated Survey for Supernovae of kortweg ASASSN wordt genoemd. Hierop werden diverse telescopen op aarde en in de ruimte op het verschijnsel gericht.
Bij toeval speelde de gebeurtenis, die de aanduiding ASASSN-19bt kreeg, zich af in een hemelgebied dat vrijwel continu door TESS in de gaten wordt gehouden. Hierdoor kunnen astronomen nu beschikken over enkele maanden aan half-uurlijkse waarnemingen die teruggaan tot het begin van verschijnsel.
In combinatie met waarnemingen die met andere telescopen op in de ruimte en op aarde zijn gedaan heeft dat een gedetailleerd beeld van het verloop van ASASSN-19bt opgeleverd. Uit de waarnemingen blijkt onder meer dat de gebeurtenis zich heeft afgespeeld in een sterrenstelsel dat jonger en stofrijker is dan de stelsels waarin eerdere TDE’s zijn waargenomen. Ook is vastgesteld dat voordat de verscheurde ster zijn maximale helderheid bereikte er een korte periode van afkoeling en afzwakking optrad.