Voor het eerst zien astronomen hoe een geëxplodeerde ster niet alleen uitzet, maar ook voor een stuk naar binnen beweegt.
Een ster die aan het eind van haar leven explodeert als supernova blaast een schil van gas het heelal in. Maar dat gebeurt niet altijd volmaakt symmetrisch. Sterrenkundigen hebben nu ontdekt dat een deel van de supernovarest Cassiopeia A zelfs weer naar binnen beweegt. Zoiets werd nog nooit eerder waargenomen.
Cassiopeia A moet zo’n 350 jaar geleden zijn ontstaan, toen een zware ster op ongeveer 11.000 lichtjaar afstand uiteenspatte. Gek genoeg is die explosie zelf níét gezien; vermoedelijk ging de ster schuil achter een donkere wolk van kosmisch stof.
Bij de supernova is sterrengas weggeslingerd met snelheden van 4.000 tot 6.000 kilometer per seconde. Inmiddels is de uitzettende gasschil meer dan 15 lichtjaar groot. Omdat het gas een temperatuur heeft van enkele miljoenen graden, zendt het vooral veel röntgenstraling uit.
Jacco Vink van de Universiteit van Amsterdam houdt supernovarest Cassiopeia A al bijna twintig jaar lang in het oog, met behulp van de Amerikaanse röntgensatelliet Chandra. Door de röntgenfoto’s van toen en nu in detail met elkaar te vergelijken, is te zien hoe de gasschil uitdijt.
Een extreem asymmetrisch object
Het buitenste deel van de supernovarest blijkt niet overal even snel uit te zetten. In het binnenste deel zijn die snelheidsverschillen nog veel groter. Vink ontdekte zelfs dat er aan de westzijde ook gas naar binnen beweegt in plaats van naar buiten.
In een artikel in The Astrophysical Journal schrijven Vink en twee Italiaanse collega’s dat toe aan een botsing van het supernovamateriaal met een eerder door de ster uitgeblazen gasschil. Computersimulaties lijken dat idee te bevestigen.
Het kan niet anders of Cassiopeia A zal zich in de verre toekomst ontwikkelen tot een extreem asymmetrisch object. Nieuwe röntgentelescopen, zoals de eind vorig jaar gelanceerde Imaging X-ray Polarimetry Explorer (IXPE), blijven de supernovarest regelmatig waarnemen.