Te huur: briljante sterrenhemel

Door lichtvervuiling zien we in onze regio maar een fractie van alle sterren. Om het fonkelend werelderfgoed nog te kunnen bewonderen, moeten we naar afgelegen plekken reizen. Regio’s zoals Extremadura in Spanje beschouwen hun heldere sterrenhemels zelfs als een toeristische troef.

Het is iets voor middernacht en ik bevind me in Monfragüe, een nationaal park gelegen in de regio Extremadura, in het westen van Spanje. Vanuit een strandstoel richt ik mijn ogen op de sterren. Ze blinken harder en zijn met ontzettend veel meer dan thuis. Terwijl ik mijn ogen over de Melkweg laat glijden, moet ik binnensmonds lachen. De reusachtige lichtband ziet er hier even ongeloofwaardig helder uit als de versie op het bureaublad van mijn laptop. ‘Fake!’, denk ik dan. Niet dus.

Ik zak wat dieper weg in de strandstoel. Heerlijk. De nachtelijke stilte wordt alleen doorbroken door burlende herten, een fles wijn die ontkurkt en Marta, een lokale sterrenkijkgids die met een sterke laserpointer de sterren een voor een aantikt, bij naam noemt en hun onvatbare afstand tot mijn strandstoel vermeldt. ‘Osa Mayor! Big Bear! Estrella polar!’ Van daaruit glijdt haar laserpointer naar de Kleine Beer en via de planeten Jupiter en Saturnus ineens naar de overkant van de hemelkoepel: ‘Wega! Deneb! Altair! Drie felle sterren die samen de zomerdriehoek vormen en elk de helderste ster zijn van hun sterrenbeeld, respectievelijk Lier, Zwaan en Arend.’ Marta bladert zo vlot door de sterrenhemel dat ik mijn ogen met de snelheid van het licht moet bewegen om te kunnen volgen. ‘Kijk! Die bewegende stip is het internationale ruimtestation!’ Haar overgave is aanstekelijk.

Transcendente ervaring

Marta’s partner Ángel heeft intussen een telescoop opgezet. Hij geeft de coördinaten van onze locatie en de datum in, en richt de telescoop op de poolster om ze te kalibreren. ‘Van hieruit kan ik de telescoop automatisch naar ongeveer vierenveertigduizend hemellichamen laten oriënteren. Zeg maar: waar wil je naartoe?’, vraagt hij met een grijns even breed als zijn zijwaarts uitgestrekte armen. Even later bewonder ik Saturnus door de telescoop. De planeet verschijnt als een bijna cartooneske versie van zichzelf, als een bol met een schijf rond. ‘Dat zegt iedereen die Saturnus voor het eerst van dichterbij ziet’, lacht Ángel. Ik geniet met volle teugen, en dat is Marta niet ontgaan. ‘Een transcendente ervaring’, noemt ze het. ‘Meer dan een derde van de wereldbevolking kan de Melkweg niet meer zien vanuit hun huis door lichtvervuiling. We verliezen langzaam onze verbinding met de sterren, en voelen ons dan overweldigd wanneer we de nachtelijke hemel wel nog een zeldzame keer in volle glorie kunnen bewonderen.’

‘Meer dan een derde van de wereldbevolking kan de Melkweg niet meer zien vanuit hun huis door lichtvervuiling’

Marta en Ángel zijn ingenieurs en echte sterrennerds die net als hun landgenoot Don Quichot ten strijde trekken. Niet tegen windmolens, maar tegen straatlantaarns en andere nachtelijke lichtvervuiling. ‘De hoeveelheid licht die we produceren is verbazingwekkend. We verlichten onze kantoorgebouwen, straten, parkeerplaatsen en huizen. Meestal is dat helemaal niet nodig. In tegenstelling tot lucht-, water- en bodemvervuiling staan we er gewoon zelden bij stil. Het gevolg is dat we naar afgelegen plaatsen moeten reizen om de sterren te kunnen zien. Mijn grootste bezorgdheid voor de toekomst is dat onze kinderen de sterren niet meer ‘in het echt’ kunnen bewonderen.’

Marta en Ángel organiseren daarom regelmatig sterrenkijksessies voor scholen en toeristen waarin ze de toeschouwers motiveren om actie te ondernemen tegen lichtvervuiling. Ze kregen ook de lokale overheid zover om speciale straatverlichting te plaatsen die naar beneden schijnt in plaats van naar boven, zodat het licht niet onnodig richting de sterren ontsnapt.

Hier in Extremadura zijn veel inwoners zich goed bewust van de waarde van duisternis. De regio ziet in haar heldere sterrenhemel een toeristische troef. Wij hebben kasseien en kunststeden, Extremadura heeft de duisternis (en voor overdag: heel wat bijzondere vogels). De overheid probeert daarom regio’s te laten erkennen als sterrenreservaat, zoals de plek hier in Monfragüe.

Marta en Ángel organiseren sterrenkijksessies voor scholen en toeristen waarin ze de toeschouwers motiveren om actie te ondernemen tegen lichtvervuiling.

Om als ‘Starlight Reserve’ in aanmerking te komen, moet de donkerheid van de nachtelijke duisternis aan bepaalde, meetbare criteria voldoen. Hiervoor wordt meestal een Sky Quality Meter (SQM) gebruikt. Dat is een apparaat dat de helderheid van de hemelgloed, meestal afkomstig van kunstmatige verlichting, meet, en zo de kwaliteit van de duisternis kwantificeert. Hoe lager de SQM, hoe beter sterren, planeten en andere astronomische verschijnselen zichtbaar zijn. Om een voldoende lage SQM na te streven, kan de overheid onder andere investeren in duisternisvriendelijke straatverlichting (of de lichten doven uiteraard).

Een job in de sterren

Extremadura erkent ook ‘stervriendelijke’ hotels, stippelt bewegwijzerde nachtwandelingen uit en organiseert opleidingen voor sterrengidsen zoals Marta en Ángel. De openbare dienst voor arbeidsbemiddeling SEPE, de Spaanse versie van onze VDAB dus, organiseert de opleiding tot nachtelijke gids. Duisternis is hier dan ook niet alleen een troef, maar voor sommigen ook een laatste strohalm. Het platteland van Extremadura loopt al jaren leeg. Steeds drogere jaren putten de bodem uit, waardoor het vee onvoldoende kan grazen en boeren, die al een kleine winstmarge hadden, veevoeder moeten kopen. Ook een ooit veelbelovende bron van inkomsten, het toerisme, krijgt klappen van de hitte. Het is in het toeristische seizoen vaak te heet om je hotelkamer te verlaten, en in de meer aangename seizoenen is Extremadura voor de meeste toeristen slechts een aangename tussenstop op weg naar Andalusië.

De 58-jarige schapenboer José Pedro Madera volgde de 360 uur durende opleiding tot nachtgids. Hij en zijn vrouw – zij baat een hotel uit – zagen een opportuniteit in de oproep van de overheid om astrotoerisme uit te bouwen. Het was voor José Pedro ook geen stap in het onbekende. Hij erfde van zijn vader naast een duizendtal schapen ook een passie voor de sterren. ‘Mijn vader zette onze bedden buiten in het veld om samen naar de sterren te kijken. Hij wist niet hoe de sterrenbeelden heetten. Hij verzon zelf namen. Je kan hier vandaag veel sterren zien, maar in mijn herinneringen waren het er als kind nog veel meer. Fantastische nachten waren dat.’

Als ik José Pedro vraag of hij het boeren en sterrenkijken in de toekomst wil blijven combineren, antwoordt hij verbaasd: ‘De combinatie tussen landbouw en astronomie is eigenlijk heel normaal. Beide zijn altijd nauw met elkaar verbonden geweest. Boeren gebruikten eeuwenlang de stand van de sterren als leidraad bij het zaaien en oogsten van de gewassen. Dat was geen astrologie. Ze baseerden zich op sterren die enkel te zien zijn in de lente of herfst. De sterrenhemel was hun kalender.’

Schapenhouder José Pedro Madera schoolde zich om en organiseert nu astronomische observaties voor toeristen op zijn landgoed in Cáceres.

Op de dag dat José Pedro zijn diploma van sterrengids ontving, kreeg hij van zijn vrouw en twee dochters een telescoop cadeau. Die plaatst hij nu ’s nachts op een van zijn weilanden, om toeristen tussen de half wakkere schapen verhalen over de sterren te vertellen. ‘Aanvankelijk moesten we toeristen die eigenlijk kwamen om vogels te spotten, overtuigen om ook ’s nachts buiten te komen en sterren te kijken. Intussen vragen toeristen er zelf naar. Toch blijft de interesse eigenlijk iets te beperkt. Voorlopig komen enkel Spanjaarden. We hebben toeristen uit het Noorden nodig om echt rendabel te worden.’ José Pedro gaf zijn liefde voor de sterren intussen ook door aan zijn dochters Alba en Ines. ‘Ines volgt nu ook de opleiding tot sterrengids. Hopelijk hoeft ze dankzij het astrotoerisme niet naar Madrid of een andere grote stad uit te wijken om geld te verdienen.’

Tussen bomen en sterren

Heel wat lucratiever gaat het er aan toe bij e-EyE, een groot astrotoeristisch complex in Fregenal de la Sierra, een gehucht vlakbij de Portugese grens, ongeveer honderdveertig kilometer ten noordwesten van Sevilla. e-EyE staat voor Entre Encinas y Estrellas, wat vertaald ‘tussen eiken en sterren’ betekent. Oprichter José Luis Quiñones is zo’n flamboyante zakenman die de kansen grijpt waar ze liggen. In dit geval was dat in een grote, en vooral: afgelegen, eikenboomgaard. De hemel hier telt tweehonderdzeventig heldere nachten per jaar. Quiñones kocht de boomgaard en plaatste er een observatoriumschuur op. De schuur is eigenlijk een lange container opgedeeld in tien secties van een paar vierkante meter die elk een onafhankelijk, beweegbaar dak hebben. Amateurastronomen kunnen een sectie huren en er hun eigen telescoop op (laten) installeren. Ze kunnen hun dak en telescoop van op afstand bedienen vanaf elke plek ter wereld. Technici van e-EyE zorgen voor beveiliging en onderhoud, en wie dat wil kan op het domein verblijven in een luxeflat met zwembad.

‘Mijn vader zette onze bedden buiten om samen naar de sterren te kijken. Fantastische nachten waren dat’ José Pedro Madera

Quiñones is ondernemer, ingenieur en sterrenfotograaf. Hij praat als een fles bruiswater die je net liet vallen en dan opent. ‘Ik kom uit het Noorden van Spanje. Daar is veel lichtvervuiling en is het ook vaak bewolkt, en dus moest ik telkens naar het Zuiden reizen om foto’s van de sterren te maken. Dat betekende enorm veel tijdverlies. Reizen, ergens de telescoop opstellen, foto’s maken, de telescoop afbreken, en terugreizen. Ik besloot daarom zeven jaar geleden om samen met mijn gezin naar Extremadura te verhuizen. Ik kocht deze boomgaard, en bouwde er een eigen observatorium. Ik besefte dat er nog veel amateurastronomen zijn die mijn verlangen naar duisternis delen, maar niet zomaar kunnen verhuizen. Ik installeerde daarom een observatoriumschuur die plaats bood aan tien telescopen, en daarnaast enkele vakantieverblijven. De sterrenliefhebbers kwamen, maar het toeristische luik hoefde voor hen niet echt. Zij wilden gewoon elke dag sterren kijken.’ Zo ontstond het idee om de heldere sterrenhemel van Extremadura te verhuren. Quiñones installeerde nog een tweede, derde en recent een tiende observatoriumschuur met telkens plaats voor tien op afstand bestuurbare telescopen.

Vijfennegentig sterrenkijkers uit zeventien landen huren er nu een plekje. e-EyE is daarmee het grootste privéobservatorium van Europa. De boomgaard is sinds 2016 officieel erkend als sterrenreservaat. ‘De meeste van mijn klanten zijn amateurastronomen, maar ook Airbus, het Pentagon en onderzoekers van de Technische Universität Darmstadt, Duitsland, huren hier een plek. De huurprijs hangt af van het aantal inches van de telescoop, en ligt ergens tussen de driehonderdvijftig en vijfhonderd euro per maand. Met het materiaal erbij kom je uit bij iets met vijf cijfers. Amateurastronomen met minder financiële mogelijkheden kunnen ook gebruikmaken van de telescopen die hier aanwezig zijn, en de sterrenhemel per minuut huren.’

Achtertuinobservatorium

In een van de containers ontmoet ik Patrick Fricker, een Zwitserse treinbestuurder en amateurastronoom. Hij huurt hier een plek voor zijn telescoop waarmee hij de dynamiek van dubbelsterren bestudeert. ‘Ik kom hier één keer per jaar een week ter plaatse, maar alle andere heldere nachten van het jaar bestuur ik deze telescoop van thuis uit. Waarom? Dat vraag je toch ook niet aan een wielertoerist of muziekliefhebber? Sterren bestuderen is een passie waar ik elk vrij moment aan wil besteden.’ Fricker is lid van American Association of Variable Star Observers, een online community van een paar duizend amateurastronomen die hun waarnemingen en bevindingen met elkaar delen. ‘Ik focus mij op de interactie tussen twee sterren die zich op dezelfde afstand als die tussen aarde en maan van elkaar bevinden. Dat is een heel explosieve situatie. Ik registreer en bestudeer de explosies. Ik deel mijn resultaten met de community. Onze waarnemingen zijn voor professionele astronomen aan universiteiten vaak een vertrekpunt voor verder onderzoek. Ik kan zonder liegen zeggen dat wij af en toe aan de basis liggen van grote astronomische ontdekkingen en doorbraken.’

De Zwitserse machinist Patrick Fricker huurt in Extremadura een plek voor zijn telescoop. ‘Amateurs liggen vaak mee aan de basis van astronomische doorbraken.’

Ook de Belgische amateurastronoom Tonny Vanmunster huurt vanuit e-EyE de sterrenhemel. Al is ‘amateur’ een zwaar understatement. Vanmunster was in 2002 de eerste die vanop Belgisch grondgebied een supernova, een ontploffende ster, ontdekte. Vanuit zijn gerobotiseerde achtertuinobservatorium in Landen deed hij daarna de ene na de andere spectaculaire waarneming, wat onder andere leidde tot succesvolle samenwerkingen met professionele astronomen. De overvloedige lichtvervuiling in België dwong Vanmunster om naar Extremadura uit te wijken. Zijn tweede robotobservatorium is nu ongeveer een half jaar operationeel. Vanmunster: ‘Dit avontuur heeft mijn verwachtingen ruimschoots overtroffen. Hier zijn ongelooflijk veel donkere en heldere hemels, de infrastructuur is betrouwbaar en er zijn bekwame technici ter plaatse. Als gevolg hiervan heb ik mijn samenwerkingsprojecten met professionele astronomen enorm kunnen uitbreiden naar nieuwe en spannende domeinen.’

e-EyE-eigenaar José Luis Quiñones wil me na de rondleiding door zijn observatorium nog meenemen naar een heel bijzondere plek. ‘De mooiste sterrenkijklocatie ter wereld’, belooft de chauvinistische Spanjaard. Hij heeft het over Lake Alqueva, een groot stuwmeer op de grens met Portugal. We rijden drie kwartier over een stoffige grindweg om op zijn favoriete sterrenkijklocatie aan te komen. De zon is onderweg als een indrukwekkende roodgele vuurbal in de horizon gezakt. Dankzij het licht van de maan, en mijn ogen die zich verbazend goed aan de duisternis aanpassen, wandelen we voorzichtig naar een ponton dat een dertigtal meter in het meer reikt. Op wat keuvelende eenden en kikkers na hoor ik niets. Weer ben ik onder de indruk van het lichtspektakel aan de hemel. En weer beleef ik iets transcendent, zoals Marta het omschreef. José Luis richt zijn fototoestel op de sterren, en maakt het ene na het andere prachtige plaatje. Terug in België gelooft niemand dat de foto’s (die je ook bij dit artikel kan zien) echt zijn. Toch is het geen Photoshop, behalve dan de handige combinatie van twee foto’s: een versie met de focus op de sterren en een foto met een scherpe voorgrond. Die combinatie maakt de foto net realistischer. Zo heb ik de sterrenhemel echt bewonderd. Zo zouden we de sterrenhemel ook vanuit onze eigen tuin moeten kunnen zien, vind je niet? T

Onze journalist bezocht Extremadura op uitnodiging van de regionale overheid.