Een jaar nadat de site van de T-vormige radiotelescoop UTR-2 werd overgenomen door het Oekraïense leger zijn de littekens van de Russische bezetting nog levendig.
Openingsbeeld © Eric Lusito
‘Dwaal vooral niet van de paden af, want het grootste deel van het gebied is niet ontmijnd en erg gevaarlijk.’ Onderzoeker Mikhail Sidorchuk leidt fotograaf Eric Lusito rond op de locatie waar tot voor kort de UTR-2 in vol ornaat pronkte. De Oekraïense T-vormige radiotelescoop nabij Kharkiv is nog steeds de grootste radiotelescoop ter wereld voor het bestuderen van laagfrequente radiostraling van 8 tot 33 MHz.
De telescoop wordt gevormd door een netwerk van 2.040 antennes of dipolen. Elke antenne, 8 meter lang en 3,5 meter hoog, lijkt op een paar metalen kooien die op een staaf zijn geplaatst. De hele structuur, verspreid over vijftien hectare, vormt een reusachtige letter T. De kostbare signalen bereikten tot voor kort het controlecentrum, het Braude Radio Astronomy Observatory.
Op 24 februari 2022, de dag van de invasie van Rusland in buurland Oekraïne, moesten de onderzoekers helpen bij de Juno-missie van de NASA om Jupiter te bestuderen. Een bataljon van het Russische leger bezette het observatorium de volgende dag en gebruikte het zes maanden lang als militaire basis tot het tegenoffensief van de Oekraïense strijdkrachten in de herfst van 2022.
Een jaar nadat de site werd overgenomen door het Oekraïense leger zijn de littekens van de Russische bezetting nog levendig. Het dak van het observatorium werd weggeblazen, het interieur werd verwoest alsof er een natuurramp heeft plaatsgevonden, apparatuur werd gestolen of vernield. De meeste van de 250 personeelsleden werken op afstand, ongeveer honderd zijn verhuisd naar andere regio’s in Oekraïne en enkele tientallen verblijven in het buitenland. De servers werden in maart 2022 overgebracht naar Polen.
Toch hebben de overgebleven medewerkers sinds de bevrijding van het instituut het dak van het hoofdgebouw opgelapt en een zonne-energiecentrale geïnstalleerd. Het observatorium heeft onlangs zijn eerste waarnemingen gedaan sinds de Russische invasie.
Sidorchuk inspecteert de kapotgeschoten antennes. Doordat het grootste deel van het antennegebied nog niet ontmijnd is, kan het personeel van het instituut de staat van de antennes niet controleren en de kosten van reparatie inschatten.
In de twee jaar sinds de Russische invasie hebben Oekraïense onderzoekers een zware prijs betaald. Volgens het ministerie van Onderwijs en Wetenschap van het land waren op 1 september 2023 meer dan zevenhonderd laboratoria en onderzoekscomplexen beschadigd of vernietigd. Het ministerie schat dat de wederopbouw 1,1 miljard euro zal kosten.
Het verlies aan mensen is aantoonbaar nog groter. Naar schatting zijn meer dan negentig Oekraïense wetenschappers gedood. Meer dan zesduizend – ruwweg een op de zeven – zijn in het buitenland en bijna 40 procent is ontheemd.