Dit jaar nemen tienduizenden scholieren deel aan de Vlaamse STEM Olympiade. Een decennium na de eerste wedstrijd is het toernooi noodzakelijker dan ooit.
De STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics) Olympiade blaast dit jaar tien kaarsjes uit. De wedstrijd voor leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar en de eerste graad van het secundair onderwijs vindt steeds meer weerklank. Dat beaamt Rik Hostyn, die de Olympiades samen met hogescholen, universiteiten en bedrijven coördineert.
Hoeveel scholieren zullen zich dit academiejaar aan de wedstrijd wagen?
‘Voor de voorrondes met onlinetest dienen zich vanuit de basisscholen 25.000 kandidaten aan, in het secundair onderwijs zijn dat er 27.000. Dat brengt het totaal op 52.000 leerlingen, een stijging van 9 procent tegenover vorig jaar. Aan de wedstrijd hangt ook een praktisch luik vast, waarin scholieren proeven uitvoeren in teams van vier. Voor de lagere school heet dat luik OO Techniek, en voor de middelbare school STEM Tornooi. Daaraan nemen dit jaar telkens 250 teams deel.’
Hoe verklaart u die stijging?
‘Steeds meer middelbare scholen bieden een STEM-opleiding aan, en ook in het lager onderwijs merken we dat er meer aandacht wordt besteed aan techniek. Bovendien voegen we elk jaar iets unieks toe aan de Olympiade. Voor deze tiende editie introduceren we spraaktechnologie bij de onlinetest. In plaats van de vragen te lezen, kunnen de deelnemers ze nu ook beluisteren. Kinderen die door dyslexie of een taalachterstand minder goed kunnen lezen, halen hier voordeel uit. We willen die obstakels voor hen uitschakelen, de wedstrijd draait immers om hun technologiekennis.’
Hoe zit het met de verhouding tussen jongens en meisjes?
‘Omdat we de wedstrijd klassikaal organiseren, gaan de aantallen min of meer gelijk op. Jaarlijks bestaat zo’n 49 procent van de deelnemers uit meisjes. We merken wel nog enkele ongelijkheden op. Wanneer scholen de wedstrijd niet klassikaal maken en uitdrukkelijk vragen wie er wil meedoen, schrijven vooral jongens zich in. Vervolgens scoren zij gemiddeld zo’n 1,5 procent hoger op de onlinetest. Dat maakt dat er opvallend minder meisjes aanwezig zijn in de finale. Toch ben ik ervan overtuigd dat meisjes van cruciaal belang zijn om het tekort aan STEM-profielen op te lossen.’
Is er dan nog een tekort aan STEM-profielen?
‘Van bedrijfsleiders krijg ik heel vaak te horen dat ze geen goede ingenieurs of technici meer vinden. Ze smeken om werknemers met een achtergrond in STEM. Met de Olympiade willen we leerlingen motiveren om voor een technische loopbaan te kiezen. Daar bevinden zich tenslotte de knelpuntberoepen in Vlaanderen.’