De prijs van fotovoltaïsche (PV) cellen is de voorbije vier decennia met 97 procent gedaald, of ‘in elkaar gezakt’. Daarvoor zijn er verschillende oorzaken, waarvan forse steun aan basisonderzoek en vervolgens ondersteuning van de implementatie (door onder andere subsidies) de belangrijkste zijn.
Amerikaanse wetenschappers hebben zowel de technologische als de economische evolutie van de productie en het gebruik van zonnecellen en – panelen tijdens de voorbije veertig jaar onder de loep gelegd. Dit om te achterhalen wat nu precies de belangrijkste drivers waren achter de indrukwekkende prijsdaling van PV-cellen – sinds begin jaren 1980 is die met 97 procent gezakt.
De onderzoekers keken zowel naar de zogeheten low-level costs (verbeteringen in technologie) als naar high-level costs (schaalvergroting, subsidies, etcetera). De spectaculair toegenomen efficiëntie van zonnecellen (een steeds hogere omzetting van invallend zonlicht naar elektriciteit) hoort thuis in de eerste categorie. Een voorbeeld uit de tweede categorie is de significante prijsdaling door massaproductie in grote fabrieken, voornamelijk in China.
De prijsdaling tijdens de voorbije decennia zou vooral een gevolg zijn van een sterke focus op basisonderzoek – in de vorm van R&D, mede door overheden ondersteund – en van beleidsmaatregelen van diezelfde overheden om het gebruik van zonnepalen te promoten (zoals groenestroomcertificaten en andere ondersteuningsmechanismen). De R&D was vooral belangrijk in de beginfase, terwijl de ondersteuning noodzakelijk was vanaf de jaren 2000. De wetenschappers zagen ook een bijzonder belangrijke rol weggelegd voor de schaalvergroting. Die heeft er de voorbije tien jaar voor gezorgd dat de prijzen van zonnepanelen nóg verder konden dalen.