Eos-redacteur Dieter De Cleene evalueert de twee opvallendste en vaak terugkerende beweringen over ggo's die naar aanleiding van de protestmars tegen Monsanto in diverse media werden geciteerd.
Eerst even dit. Dat mensen nadenken over hoe ons landbouwsysteem eruit moet zien, is prima. Het is een terechte zorg in hoeverre het gezond is wanneer een beperkt aantal grote agrobedrijven de zadenmarkt controleren. Ook over de vraag of genetisch gemodificeerde gewassen de beste manier zijn om de voedselproductie op te krikken en de impact van de moderne landbouw op het milieu te verminderen, kan worden gediscussieerd. Maar naar aanleiding van de protestmars tegen Monsanto werd de waarheid hier en daar toch een weinig geweld aangedaan. Eos-redacteur Dieter De Cleene evalueert de twee opvallendste en vaak terugkerende beweringen, die in diverse media werden overgenomen – de ene keer al wat klakkelozer dan de andere.
Zaden des doods
Wat bijvoorbeeld te denken van de Indische katoenboeren die bij bosjes zelfmoord plegen sinds het genetisch gemodificeerde Bt-katoen in India is geïntroduceerd? Bt-katoen produceert zelf een gifstof die de plant beschermt tegen plaaginsecten – dankzij het inbrengen van gen uit de bacterie Bacillus thuringiensis, vandaar de naam. Mislukte oogsten en wurgcontracten met zaadleveranciers zouden de boeren tot wanhoop drijven.
In 2011 onderzochten wetenschappers van het International Food Policy Research Institute wat daarvan aan is. Zij vonden geen duidelijke stijging in het aantal zelfmoorden sinds de introductie van Bt-katoen in 2002. In sommige staten daalde het aantal zelfs naarmate de technologie er ingang vond. Voorts besluiten ze dat Bt-katoen algemeen gesproken erg effectief is gebleken. Pesticidengebruik daalde, terwijl opbrengsten en inkomsten stegen, wat meteen zou verklaren waarom het aantal boeren dat voor Bt-katoen kiest, flink is toegenomen – tot naar schatting meer dan 5 miljoen. Een vorig jaar gepubliceerde studie door onderzoekers aan Cornell University komt tot dezelfde conclusies.
In het verhaal over Bt-katoen spelen veel factoren een rol. Sommige boeren leenden tegen hoge rentes geld bij onofficiële kredietverstrekkers. Er circuleerden ‘valse’ Bt-katoen zaden, zonder insectresistentie. Door foute informatie werd het Bt-katoen soms op de verkeerde plaats of op de verkeerde manier verbouwd. En in bepaalde jaren was zowel de hoeveelheid neerslag als de prijs voor katoen laag. Het valt dus niet uit te sluiten dat sommige boeren door de introductie van het duurdere Bt-katoen (dieper) in de problemen zijn geraakt.
Maar de (voorlopige) conclusie lijkt veeleer dat een meerderheid van de Indische katoenboeren erop is vooruitgegaan dankzij Bt-katoen, hoewel het gewas het niet overal en in alle omstandigheden even goed doet. Zet dat maar eens op je spandoek. Dan liever ‘zaden des doods’ of ‘gm cotton kills’.
Kanker
Uiteraard mochten ook verwijzingen naar het gevaar van genetisch gemodificeerde gewassen voor onze gezondheid niet ontbreken. De eerder dit jaar gepubliceerde Franse studie waarbij ratten transgene maïs te eten kregen, heeft immers onomstotelijk aangetoond dat je van ggo’s kanker krijgt, en nog geen klein beetje. Dat zowel het Europese voedselveiligheidsagentschap EFSA als verschillende nationale expertencommissie’s – waaronder ook de Belgische Bioveiligheidsraad – brandhout maakten van de studie wegens ernstige methodologische gebreken, lijkt niemand te deren. Die zitten natuurlijk allemaal in de zak van de Monsanto’s van deze wereld.
De wetenschappelijke wereld heet verdeeld te zijn over de gezondheidseffecten van ggo’s. Was die dat niet zo lang geleden ook niet over de klimaatverandering? Sommigen die zich toen – terecht – druk maakten om het feit dat enkele dissidente stemmen telkens werden verkocht als wetenschappelijke verdeeldheid, lijken daar in deze context heel wat minder problemen mee te hebben.
Laten we beducht zijn voor invloed van bedrijven op onderzoek en beleid. Laten we de voor- en nadelen van transgene gewassen kritisch onderzoeken en bediscussiëren, bij voorkeur zoveel mogelijk gebaseerd op feiten. Dat zou niet alleen het debat over de toekomst van onze landbouw, maar ook de geloofwaardigheid van bepaalde opiniemakers en groeperingen ten goede komen.
Beide studies naar Bt-katoen zijn middels een beetje googelen te vinden op het net: ‘Bt cotton farmer suicides in India: - An Evidence Based Assessment’ en ‘On the ‘Failure of Bt Cotton'. Nee, ik sta niet op de loonlijst van Monsanto. Ja, ik heb de documentaire ‘De wereld volgens Monsanto' gezien.