Ingenieurs maakten een enzym dat plantenafval afbreekt. Doel is om het afval om te zetten tot duurzame nylon, plastic en chemicaliën.
Al decennialang zoeken wetenschappers een methode om lignine efficiënt af te breken. Lignine is een taaie stof in de cellen van planten, die hen verstevigt en beschermt tegen schimmels en bacteriën. Een Brits-Amerikaans team van onderzoekers vond nu eindelijk een succesvolle methode. ‘We namen een enzym uit de natuur dat we ombouwden zodat het precies deed wat we wilden: lignine afbreken’, verduidelijkt John McGeehan, professor aan de Universiteit van Portsmouth.
Hoe maak je een enzym?
Voorheen waren er al lignine-afbrekende enzymen bekend, maar die braken elk slechts één van de bouwstenen ervan af. Het afbraakproces was daardoor niet efficiënt. Met behulp van nieuwe technieken slaagden de onderzoekers erin de structuur zo te wijzigen dat het enzym nu verschillende bouwstenen omzet.
‘We onderzochten met röntgenstralen de structuur van verschillende enzymen die lignine afbreken. Dat gaf ons de blauwdruk waarop we ons baseerden om een enzym te maken dat ook andere moleculen afbreekt. Vervolgens plantten we bij bacteriën een DNA-code in, waardoor zij dat enzym op grotere schaal produceren’, zegt onderzoeker Dan Hinchen.
Minder afhankelijk van olie
De ontdekking vormt de eerste stap naar de productie van nylon, bioplastic, chemilcaliën en zelfs carbonvezels uit plantenafval. Dat heeft voordelen voor het milieu, omdat het ons minder afhankelijk maakt van aardolie voor de productie van alledaagse voorwerpen. Hetzelfde onderzoeksteam maakte vorig jaar een enzym dat plastic verteert en ons moet helpen bij het opruimen en recycleren van plastic afval.