Financiële technologie of fintech is hot. Het aantal transacties met bitcoin neemt flink toe, nieuwe virtuele munteenheden komen op en steeds meer partijen tonen interesse. Zo kondigde Estland in augustus aan na te denken over een eigen cryptogeld, estcoin. Maar het nieuwe wonderkind in de fintech-wereld luistert naar een andere naam: Ethereum. Meer dan een alternatief voor bitcoin is deze nieuwkomer een broodnodige aanvulling op de bestaande cryptomunten.
De beperkingen van bitcoin
Inmiddels heeft zelfs het grote publiek al wel gehoord van bitcoin, het computergegenereerd geld waarmee je online betalingen kan uitvoeren. Toch blijft het vooralsnog een marginaal verschijnsel. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de schijnbare complexiteit ervan – cryptovaluta werken toch nog anders dan ‘echte’ munten als de euro en de dollar. Maar er is meer aan de hand.
Bitcoin heeft zijn gebreken en kent zijn grenzen. Voordat ze de spil kan worden van een vlot draaiende economie heeft de munt bijkomende infrastructuur nodig. Zo kan het erg lang duren voordat een uitwisseling van bitcoins veilig verwerkt is. Verkopers rapporteren wachttijden van tien minuten tot een uur. Dat is problematisch, want cryptogeld is doorgaans veel volatieler dan fysiek geld. In de tijdspanne van een uur kan de waarde van bitcoin al enorm zijn gestegen – of gezakt. Dat bemoeilijkt de handel én de speculatie.
Die wispelturigheid doet ook afbreuk aan de veiligheid van bitcoin. Het zet de deur open naar zogeheten double-pay-aanvallen, waarbij verkopers in twee simultane transacties dezelfde bitcoins inzetten. Eén bitcoin wordt dan twee keer verkocht.
Ten slotte stijgt de kost van een transactie. Kopers en verkopers voeren steeds meer transacties uit, waardoor het mechanisme om die te bevestigen, tilt slaat.
Alternatieven
De fintech-wereld toont zich bewust van de problemen met bitcoin. Het cryptogeld is inmiddels al opgesplitst in bitcoin en bitcoin cash, elk met een eigen blockchain – een register van alle transacties uit het verleden, waarbij oude transacties mathematisch mee verwerkt zijn in nieuwe. Toch ontstaat er een wildgroei aan nieuwe virtuele munten, zoals gridcoin, Ripple en EOS.
Die munten moet je niet beschouwen als de evenknieën van de euro, de dollar of het pond. Ze zijn artificieel. Er is geen centrale bank die ze beheert en ze zijn niet gekoppeld aan activa, zoals de goudstandaard. Soms maakt iemand ze aan om start-ups mee te financieren. In het laatste geval spreken we over een Initial Coin Offering (ICO): een alternatieve manier om durfkapitaal op te halen.
Ethereum valt daar helemaal buiten. De technologie kan je nog het beste omschrijven als een cryptogeldinfrastructuur, een platform waarop een economie kan ontstaan. Het is geen munteenheid zoals bitcoin dat is. (Al heeft Ethereum wel een cryptomunt, genaamd ether.)
Het platform vindt zijn oorsprong in een paper van de 23-jarige Vitalik Buterin. Deze Russische programmeur is nauw verbonden met de Stiftung Ethereum, de non-profitstichting die Ethereum ondersteunt en promoot. Het platform bestaat amper twee jaar, maar lijkt nu al stabieler en betrouwbaarder dan bitcoin, dat het zonder formele organisatie moet stellen.
Peer to peer
Een van de grote troeven van het platform is zijn Ethereum Virtual Machine (EVM). Dat is een virtuele computer waarin transacties plaatsvinden en contracten worden uitgevoerd. Hij draait op vele verschillende ‘nodes’, fysieke computers van iedereen die op het platform actief is. Elke deelnemer staat een beetje rekenkracht af, en krijgt daarvoor in ruil een kleine vergoeding in ether. Dankzij de EVM lijdt Ethereum niet onder de trage en onveilige transacties die bitcoin teisteren.
De EVM is niet meer dan het middel naar een doel. Dat doel is slimme contracten vormen. Die kan je zien als applicaties of scripts die via de EVM in een blockchain komen. Voordat de blockchain een script laat draaien en dus een transactie uitvoert, moeten twee partijen aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Een klant en een webdeveloper kunnen samen een slim contract opstellen waarin de developer zich ertoe verbindt een website te bouwen in ruil voor een vergoeding. Pas als de developer de code voor de site oplevert, vindt de betaling plaats.
Op het eerste gezicht verschilt die handeling erg weinig van hoe onze economie vandaag werkt. In de praktijk maakt Ethereum een overeenkomst tussen twee partijen heel gemakkelijk en veilig. Voor een internationaal contract is geen juridische bijstand nodig. En omdat contracten worden opgenomen in de Ethereum-blockchain is de klant zeker dat hij een website krijgt, en weet de webbouwer dat hij ervoor betaald wordt. Alle contracten in de blockchain zijn zichtbaar voor derden. Voorstanders zien in Ethereum de beginselen van een echte peer-to-peer-economie, die klassieke actoren als overheden en banken buitenspel zet.
De ‘taal’ waarin de contracten zijn opgesteld, Solidity, is bovendien krachtig genoeg om naast simpele contracten ook complexere fintech-applicaties te bouwen die de EVM vervolgens uitvoert.
Eindbestemming
In de praktijk zien we Ethereum toch steeds meer opduiken bij ICO’s, als een manier om projecten en bedrijven te crowdfunden. Het platform slaat aan: dit jaar alleen al zijn voltrokken zich bijna honderd ICO’s, goed voor een waarde van meer dan een miljard dollar. Alleen zijn die ICO’s erg ongereguleerd. Investeerders kunnen het slachtoffer worden van een piramide- of ponzifraude. Partijen die vooraan in de rij staan, verdienen geld door te verkopen, totdat blijkt dat de virtuele munt geen waarde heeft en de laatste koper over niets beschikt. Het is een reële bekommernis. Naar schatting is bijna 10 procent van de ICO-inkomsten frauduleus. Vanwege dat probleem, en uit vrees voor controleverlies, verbood China recent zijn burgers om aan ICO's te participeren. Bitcoin en ether daalden respectievelijk met 11,4 procent en 16 procent in waarde.
Veel meer dan in bitcoin zien voorstanders in ether het begin van een virtuele economie zonder banken en overheden
Verder kampte het jonge Ethereum met stevige groeipijnen. Zo was het platform aanvankelijk kwetsbaar voor bepaalde aanvallen, wat in één geval leidde tot een verlies van 50 miljoen dollar – een incident dat bekendstaat als het DOA Event. Dat leidde tot een enorme discussie en een ‘fork’, waarbij Ethereum zich opsplitste in Ethereum en Ethereum Classic. De beheerders van het eerste systeem resetten de blockchain om de verdachte transacties ongedaan te maken. De admins van het tweede systeem behielden de DOA-diefstal uit de filosofische overtuiging dat een blockchain onaangetast moet blijven.
Het incident illustreert treffend hoe cryptovaluta – net zoals het internet in zijn begindagen – op dit punt nog meer geregeerd worden door ideologische overwegingen dan door zakelijke en technische motieven. Ethereum zet een flinke stap in de richting van een goede crypto-economie. De eindbestemming is nog niet in zicht.