Onderzoekers dokteren een methode uit om te testen of kernwapens ontmanteld zijn zonder gevoelige informatie vrij te geven. Daarvoor moeten ze hun eigen meting verstoren.
Hoe verifiëren wapeninspecteurs dat een nucleaire bom ontmanteld is? Meestal niet, is het verontrustende antwoord. Landen die een ontwapeningsverdrag ondertekenen, staan niet te springen om meteen ook hun militaire geheimen prijs te geven. Daarom krijgen de inspecteurs slechts beperkt toegang tot hun nucleaire collectie. Fysicus Areg Danagoulian en zijn onderzoeksteam aan het Massachusetts Institute of Technology hebben daar een oplossing voor. Zij ontwikkelden een methode die test of kernkoppen inderdaad ontmanteld zijn, zonder meteen alle geheime details van het wapen in kwestie te registreren.
‘Computers zijn onbetrouwbaar’
De techniek werkt met bundels van neutronen die doorheen het kernwapen gestuurd worden. Die detecteren de typische karakteristieken van een kernbom, zoals de aanwezigheid van bepaalde isotopen van plutonium (varianten van het element met een zeker aantal neutronen) en de ruimtelijke schikking van materialen. Om niet te veel informatie vast te leggen, gaat de bundel neutronen vervolgens door een lithiumfilter. Die gooit het signaal genoeg door elkaar om de cruciale informatie te behouden, maar gevoelige details te verbergen. Een detector vangt het signaal vervolgens op, waarna het klaar is voor interpretatie.
De fysische versleuteling van de informatie met lithium, is volgens Danagoulian veiliger dan een versleuteling via de computer: ‘Computers zijn onbetrouwbaar want ze kunnen gehackt worden. De wetten van de fysica daarentegen, zijn onveranderlijk.’