Wat als robots, net als alles in de natuur, zouden kunnen afbreken en verdwijnen?
Voor een studie in Science Advances ontwierpen Chinese onderzoekers een robotarm en een joystickachtige controller van varkensgelatine en plantaardige cellulose. Deze materialen waren stevig genoeg om te functioneren, maar zacht genoeg om binnen enkele weken in compost te vergaan.
Deze biologisch afbreekbare machines vallen binnen de zogeheten zachte robotica, een veld dat zich laat inspireren door de flexibiliteit van de natuur. ‘De oorsprong ligt in materiaalkunde en chemie, niet in klassieke werktuigbouwkunde’, zegt Florian Hartmann van het Max-Planck-Institut für Intelligente Systeme, die niet betrokken was bij de studie. Veel eerdere prototypes gebruikten synthetische polymeren die als vervuiling achterbleven.
De Chinese materiaalkundige Pingdong Wei en robotingenieur Zhuang Zhang bouwden hun robots met cellulose uit katoenpulp, verrijkt met glycerol voor flexibiliteit. Geleidende varkensgelatine diende als sensorisch materiaal, dat reageerde op druk en buiging. De robots functioneerden goed en verdwenen bijna volledig na acht weken onder de grond.
De onderzoekers dromen van robots die gevaarlijk afval opruimen en daarna oplossen, of medische robots die veilig in het lichaam afbreken. Maar er blijft een uitdaging: ‘Een écht duurzame robot vereist ook biologisch afbreekbare elektronica en batterijen’, zegt Hartmann.
Bron: Max-Planck-Institut für Intelligente Systeme, Duitsland