Synthetische biologie wordt vaak voorgesteld als de volgende noodzakelijke stap in de biologie. Men vergeet dan dat er fundamentele sociale en politieke keuzes gemaakt moeten worden om zo'n discipline mogelijk te maken.
Wetenschappelijke en technologische vernieuwingen worden regelmatig voorgesteld als onvermijdelijk. Als Einstein niet was geboren, had iemand anders wel de relativiteitstheorie bedacht. En kernenergie moest ooit wel eens uitgevonden worden, het was slechts een kwestie van tijd.
Biologie is technologie
Een gelijkaardig verhaal duikt op bij nieuwe wetenschappelijke of technologische doorbraken. Een goed voorbeeld is synthetisch biologie, een nieuwe discipline die de kracht van biologische systemen wil gebruiken om nieuwe vormen van leven te ontwerpen. Naast de wetenschappelijke ambitie om een gehele cel te synthetiseren, bestaan er ook technologische beloftes zoals bacteriën die de oceanen zuiveren, synthetisch bloed of biobrandstoffen.
Robert Carlson, een van de vooraanstaande synthetische biologen, beschrijft deze ontwikkelingen precies als een noodzakelijkheid. In zijn boek van 2010 getiteld Biology is Technology, beargumenteert Carlson dat de biologische wereld bestaat uit een gereedschapskist van nieuwe technologische innovaties, die simpelweg wachten om ontdekt en gebruikt te worden.
Volgens Rob Carlson is de biologische wereld een gereedschapskist van nieuwe technologische innovaties, die simpelweg wachten om ontdekt te worden
Zo’n verhaal van onvermijdelijkheid heeft zijn weerslag op het bredere ethische debat rond synthetische biologie. Als gevolg komt de ethische reflectie slechts neer op een beoordeling van de effecten van deze nieuwe technologieën op onze maatschappij en ons leven.
Zullen de voordelen opwegen tegenover de nadelen en eventuele gevaren? Kan synthetische biologie bijvoorbeeld gebruikt worden om synthetische virussen te maken en te verspreiden? Het debat centreert zich rond de zorg of we deze nieuwe ontwikkelingen moeten aanmoedigen dan wel afremmen. Het gaat louter om wat de effecten van de technologie zullen zijn.
Een rijker perspectief is mogelijk eens men beseft dat synthetische biologie geen noodzakelijkheid is, maar een keuze
Het maatschappelijk debat rond synthetische biologie wordt zo echter onnodig verengt. Er is een rijker perspectief mogelijk eens men beseft dat nieuwe wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen zoals synthetische biologie geen noodzakelijkheid zijn, maar een keuze.
Van effecten naar voorwaarden
Om in te zien waarom het om een keuze gaat, moet het debat verschoven worden van een focus op effecten naar wat de Nederlandse filosoof Hans Radder een focus op de materiële en sociale voorwaarden van een technologie noemt. Een technologie werkt immers niet overal, maar enkel binnen een gesloten en gecontroleerde omgeving. Zulke gesloten omgevingen kom je niet zomaar tegen, maar moeten gecreëerd en onderhouden worden. Deze interventies maken het een maatschappelijke en politieke kwestie.
Radder geeft het voorbeeld van kerncentrales. Om het functioneren van zulke centrales te garanderen, moeten er allerlei politieke beslissingen genomen worden. In functie van de veiligheid volgen er vaak allerlei maatregelen, zoals geheimhouding rond de centrale, een inbreuk op de privacy van de werknemers en omwonenden of beperkingen op het recht van protest en demonstratie. Deze maatregelen zijn in wezen centralistisch en antidemocratisch, maar we accepteren ze toch om de geslotenheid, en dus het functioneren, van kerncentrales te garanderen.
Elke nieuwe technologie veronderstelt sociale en politieke keuzes. We merken deze niet op omdat het instituut van wetenschap zo evident geworden is
Het stopt niet bij deze maatregelen. Elk wetenschappelijk experiment en elke nieuwe technologie veronderstelt een heel gamma van sociale en politieke keuzes. We merken deze vaak niet meer op, omdat in onze maatschappij het instituut van wetenschap zo evident geworden is. Kiezen voor kernenergie vraagt vanuit dit perspectief evengoed om de politieke garantie dat we de komende decennia overheden zullen hebben die deze centrales blijven onderhouden en hun veiligheid garanderen. Elk wetenschappelijk of technologisch project is dus ook een sociaal en politiek vraagstuk, hoewel we dat neigen te vergeten.
Om nog een voorbeeld van Radder te gebruiken: we vinden het evident dat spelende kinderen en protesterende activisten uit laboratoria geweerd worden, maar dit is een door en door maatschappelijke keuze. Een samenleving waarin zulke experimenten worden verboden is niet ondenkbaar, zoals bijvoorbeeld ook alchemie vroeger met vervolging en heksenproces werd beantwoord.
We vinden het evident dat spelende kinderen en protesterende activisten uit laboratoria geweerd worden, maar dit is een maatschappelijke keuze
De voorwaarden van synthetische biologie
Synthetische biologie ontsnapt hier niet aan. De bacteriën die biobrandstoffen produceren kunnen niet werken buiten een gesloten systeem. Ook dat vereist een materieel en sociaal onderhoud. Kiezen voor synthetische biologie impliceert instemmen met een politiek systeem dat de belofte doet de infrastructuur, patenten en databases² die een goed functionerende synthetische biologie nodig heeft te garanderen en beschermen.
Soms zijn deze keuzes minder zichtbaar. De filosoof Darian Meacham geeft het voorbeeld van huurprijzen. Synthetische biologie vereist grote onderzoekscentra voor samenwerking en gedeelde apparatuur. Deze moeten vaak speciaal worden gebouwd of ingericht. Dit laat de buurt niet ongeroerd en kan zorgen voor een toename van de huurprijzen, aangezien een hele groep nieuwe, welgestelde onderzoekers in de buurt willen komen wonen. Wie kiest voor synthetische biologie, kiest wellicht ook voor het verjagen van de lokale bevolking.
Synthetische biologie kan zorgen voor hogere huurprijzen. Wie dan kiest voor synthetische biologie, kiest voor het verjagen van de lokale bevolking.
Synthetische biologie impliceert bovendien duidelijke keuzes op vlak van wetenschapsbeleid. Inzetten op synthetische biologie is inzetten op de opleiding van ingenieurs en biologen die met deze gemodificeerde organismes kunnen omgaan in de toekomst. Het is kiezen om te blijven investeren in experimentele laboratoriumbiologie, vaak ten koste van andere biologische studiedomeinen, die een kleiner deel van de financieringskoek krijgen.
Dat synthetische biologie draait om een keuze over hoe aan onderzoek te doen, blijkt ook uit het debat rond biohackers en Doe-Het-Zelfbiologen. Moet onderzoek en innovatie enkel gebeuren in universiteiten of kan het ook daarbuiten? En in welke mate moeten of mogen universiteiten samenwerken met industriële partners?
Radicaal andere keuzes, zelfs binnen synthetische biologie, zijn mogelijk. Kunnen we isolatiematerialen vervangen door gedroogde schimmels? Kunnen we huizen laten groeien?
Radicaal andere keuzes, zelfs binnen synthetische biologie, zijn mogelijk. Een goed Belgisch voorbeeld is het werk van Elise Elsacker. Als doctoraatstudente aan de VUB wil ze de middelen van de synthetische biologie mobiliseren om duurzame materialen te ontwikkelen voor architectuur en bouw. Kunnen we isolatiematerialen vervangen door gedroogde schimmels? Kunnen we huizen laten groeien? Kunnen we huizen zichzelf laten herstellen of aanpassen naargelang het seizoen? Hoewel nog speculatief, roept zo’n alternatieve benadering evengoed sociale en politieke vragen op rond onder meer rond wonen, afval en materiaalbeleid.
Deze voorbeelden tonen de eenzijdigheid van verhalen rond ‘onvermijdelijke’ technologische ontwikkelingen. De richting die wetenschap en technologie uitgaat vooronderstelt keuzes. Een blik die zich enkel richt op de effecten van een technologie gaat aan deze keuzes voorbij en negeert fundamentele vragen. Deze vragen dienen gesteld te worden, want waar synthetische biologie naartoe zal gaan, staat niet in steen gebeiteld. Het is een keuze die we gezamenlijk moeten maken.