We praten tegelijk te positief en te negatief over technologieën van de toekomst.
Met mijn allereerste column voor Scientific American, acht jaar geleden, verkende ik de wereld van websites waarop surfers vragen stelden en daar ook antwoorden op kregen. Mijn laatste column voor het blad bent u nu aan het lezen. Acht jaar lang volgde ik van dichtbij alles wat vandaag nog in de headlines terug te vinden is: smartphones, apps, sociale media, zelfrijdende auto's, artificiële intelligentie, toegevoegde realiteit, voice assistants, datalekken. Daarom dacht ik afscheid te kunnen nemen met zes lessen over technologie. Ze zijn het resultaat van door hard werken verworven wijsheid, verkregen door decennialang twee fascinerende groepen te observeren: de technologiebedrijven en de rest van ons.
Het is niet omdat zij het maken dat wij het nodig hebben
De grote technologiebedrijven gaan op jacht naar nieuwe ideeën zoals jonge voetballertjes als één grote bende op de bal jagen. Ze doen dat niet omdat het strategisch nuttig is, maar omdat iedereen het op die manier doet.
Ach, de miljarden dollars die werden verspild aan de meteen mislukte smartphone van Amazon, de door Google opgegeven slimme bril Glass, of de gefaalde netwerken voor sociale media van Apple! Ach, de treurnis van die early adopters die een voorloper van de iPad, een van Microsofts slimme horloges of een met het internet verbonden koelkast kochten!
We kunnen het ze misschien nog vergeven. Niet iedereen kan Steve Jobs zijn en weten wat de massa wil nog vóór die dat zelf ook maar beseft. Zonder dat inzicht kunnen de bedrijven niet anders dan hun concurrenten imiteren en er zo voor zorgen dat ze niet opzij worden gezet. Als je voor schut wordt gezet door de lokroep van een erg gehypete technologische uitvinding, dan is er niets fout met je. Het is een probleem van de uitvinder, niet van jou.
Eenvoud wint altijd
Als je een gok wilt wagen op het succes van nieuwe technologieën, onderzoek dan hoeveel 'ongemakken' – inspanningen, stappen en gedoe – ze elimineren. De afstandsbediening; maaltijden voor de microwave; e-mail; sms; de iPod; Google Maps; Amazon.com; Siri en Alexa; en, ja, zelfrijdende auto's – allemaal introduceerden ze, elk op hun eigen manier, een nieuwe manier om ons luier te laten zijn.
Binnen een categorie vertraagt innovatie altijd
Als een nieuwe categorie producten op de markt verschijnt, dan gaat het nog om een eenvoudige versie ervan. Zo had de eerste iPhone geen frontcamera aan boord, geen flash, geen copy/paste, geen stemherkenning, geen mogelijkheid om video op te nemen. De eerste jaren na de introductie van een nieuw product, worden dan ook gekenmerkt door innovaties waarmee de producenten die leemtes proberen te vullen. Toch bereikt elk product op een bepaald moment zijn definitieve vorm. Sommige producten blijven dan jaren ongewijzigd; wanneer voelde je de behoefte een nieuwe haardroger, zaklamp of microwave te kopen omdat die niet de laatste mogelijkheden biedt? Het wordt voor bedrijven als Apple, Google, Microsoft en Samsung nu al moeilijker en moeilijker om voor hun smartphones, tablets en laptops features te bedenken die we met z'n allen zouden móéten hebben. Dat is niet leuk voor ze – maar goed voor jou. We kunnen onze bestaande gadgets langer blijven gebruiken.
Complexiteit is eng
Het zakenmodel van de technologiewereld is eenvoudig: zorg voor voldoende upgrades. Zorg ervoor dat het model van vorig jaar niet langer adequaat is – meestal kan dat door nieuwe features toe te voegen. Helaas worden de nieuwe toepassingen vroeg of laat minder essentieel – en wordt het product zelf steeds complexer. (Ik gok dat het al een hele tijd geleden is dat je de mogelijkheden van Microsoft Word voor het maken van webpagina's hebt gebruikt.)
Utopia komt nooit
Zoveel beloften dat technologie van de wereld een beter plaats zou maken. Sociale media zullen van ons allen een harmonieuze wereldwijde familie maken! Zelfrijdende auto's zullen levens redden. Het internet zal iedereen een stem geven, het zal de hele wereld democratiseren. Helaas, de wet van de niet-bedoelde gevolgen heeft als gevolg dat al deze utopieën nooit werkelijkheid blijken te worden. De sociale media werden vruchtbare grond voor haatpredikers. Zelfrijdende auto's kunnen verzekeringsmaatschappijen de das omdoen. En het internet is meer een beerput dan een openbaar zwembad aan het worden.
Ook doomsday komt nooit
Anderzijds hebben we ook de neiging de negatieve effecten van nieuwe technologieën te veel te benadrukken. Elke generatie heeft haar technologie die 'ons brein zou bederven'. Mijn grootouders werd verteld dat ze niet zo lang voor die helse radio mochten zitten. Voor mij was dat televisie. Voor onze kinderen is het de smartphone. Het is zeker zo dat deze technologieën ons veranderen, maar dat betekent niet dat ze ons echt slechter maken – en ze hebben ons nog nooit naar het einde van de wereld geleid. Op een of andere manier modderen we intussen verder aan. Ik dank jullie voor het lezen en voor het denken. We zien mekaar op Twitter, op het web, op televisie – of op om het even welke plek waarvan de industrie denkt dat we die nodig hebben.