Dagen zonder drank
20 maart 2012 door DDCElke dag een glaasje is gezond, toch?
Drink enkele dagen per week geen alcohol. Die raad kreeg de Britse bevolking onlangs. Een advies dat niet onopgemerkt voorbijging in de Britse pers. Want elke dag een glaasje is gezond, toch?
De Amerikaanse schrijver Charles Bukowski wist wat het probleem met alcohol is. ‘Gebeurt er iets slechts, dan drink je om te vergeten. Gebeurt er iets goeds, dan drink je om te vieren. Gebeurt er niets, dan drink je om iets te laten gebeuren.’
Wie de jongste maanden nu en dan een krant opensloeg, kreeg de indruk dat de man niet ver naast de waarheid zat: spoeddiensten lieten weten vaker laveloze jongeren over de vloer te krijgen, alcoholverslaving bij 65-plussers neemt toe en zowel artsen als politici blijken vaak met een alcoholprobleem te kampen. Nader onderzoek zou vast en zeker uitwijzen dat ook onder bouwvakkers, journalisten, dertigers, jonge vrouwen, transgenders, skiërs, liefhebbers van Bach en professoren emeriti het alcoholisme schrikbarend hoog ligt, maakte columnist Tom Naegels zich vrolijk over die berichten. Feit is dat we met z’n allen een behoorlijke hoeveelheid geestrijke dranken verstouwen: zo’n tien liter pure alcohol per persoon per jaar, een pak meer dan het wereldwijde gemiddelde van 6,3 liter.
Zowel in België als in Nederland maakt het advies om niet dagelijks alcohol te drinken al langer deel uit van de richtlijnen voor verantwoord alcoholgebruik. Zo bijzonder is de conclusie van het Britse rapport over alcohol en gezondheid dus niet. Maar toch klinkt het een beetje vreemd. Waren een paar glaasjes alcohol per dag immers niet onschadelijk, en zelfs goed tegen hart- en vaatziekten?
Goed voor het hart (van sommigen)
Alcohol is een bijzondere drug: wie matig drinkt – een à twee glazen per dag – leeft doorgaans langer dan wie helemaal niet drinkt. Geheelonthouders blijken echter op meerdere vlakken te verschillen van matige drinkers. Zo komen ze vaker uit lagere sociale klassen en hebben ze vaker een slechtere gezondheid – soms zijn gezondheidsproblemen net de reden waarom ze niet drinken. Maar als met die verschillen rekening wordt gehouden, blijft het positieve effect van matig alcoholgebruik volgens de Nederlandse Gezondheidsraad overeind. De meest waarschijnlijke verklaring daarvoor is een verlaging van het risico op hart- en vaatziekten, onder meer doordat alcohol het gehalte HDL-cholesterol – ‘goede’ cholesterol - verhoogt en het samenklitten van bloedplaatjes tegengaat.
Horen we daar de glazen al klinken? Dan toch nog even dit. Uit de meeste studies blijkt dat het beschermend effect van alcohol enkel geldt voor wie ouder is dan 40 en in het bijzonder voor wie al een hoger risico op hart- en vaatziekten loopt. Bij de rest van de bevolking is er geen positief effect. Bovendien doet af en toe stevig doorhijsen het heilzame effect van matige consumptie volledig teniet.
Ook de wijnfanaten moeten we teleurstellen. Uit een aantal studies blijkt weliswaar dat wijn in vergelijking met andere alcoholische dranken een extra beschermend effect biedt, maar volgens de meeste maakt het niet uit wat je drinkt. Bovendien zijn ook wijndrinkers een ras apart. Ze eten vaak gezonder, roken minder en zijn beter opgeleid, wat voor vertekening kan zorgen. Een vaak aangehaalde verklaring voor de superieure eigenschappen van wijn is de aanwezigheid van een aantal antioxidanten. Die zitten er inderdaad in, maar komen in grotere hoeveelheden voor in onder meer thee, chocolade, groenten en fruit.
Wat is ‘met mate’?
Wat is verantwoord alcoholgebruik? Volgens de richtlijnen van de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) en het Nederlands Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) drinkt een man beter niet meer dan 21 standaardglazen per week, nooit meer dan 5 glazen per keer en ten minste twee dagen per week niet. Vrouwen houden het best op 14 glazen per week en maximaal 3 glazen per keer. Een ‘standaardglas’ bevat 10 gram alcohol, ongeveer de hoeveelheid in een glas bier, wijn of sterkedrank – het alcoholgehalte van die dranken verschilt, maar door de verschillen in de geserveerde hoeveelheid blijft de dosis alcohol min of meer gelijk. Heeft u op een avond uw maximale quotum opgesoupeerd, dan drinkt u volgens het NIGZ beter 48 uur niet, om uw lichaam te laten recupereren.
Volgens de VAD drinken jongeren onder de 16 jaar beter helemaal niet. Jongeren tussen 16 en 18 drinken het best niet meer dan 2 dagen in de week, maximaal 2 glazen per keer. Zowel volgens de Nederlandse als de Belgische Hoge gezondheidsraad laten vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven alcohol maar beter aan de kant. Het ongeboren kind is gevoelig voor de schadelijke effecten van alcohol en hoewel die het meest uitgesproken zijn bij het drinken van grote hoeveelheden, is het onmogelijk een veilige ondergrens te bepalen.
Alles bij elkaar ziet het Nederlandse Voedingscentrum geen reden om wie niet drinkt toch naar de fles te doen grijpen om gezondheidsredenen. Gezond leven kan prima zonder alcohol, klinkt het, en bovendien kleven er aan alcoholconsumptie een aantal risico’s.
Borst- en andere kankers
Minder bekend dan de heilzame effecten van alcohol, is dat zowel alcohol als het afbraakproduct acetaldehyde kanker kunnen veroorzaken. Volgens het jongste rapport van het World Cancer Research Fund (WCRF) is er overtuigend bewijs dat alcohol aan de basis kan liggen van mond-, slokdarmhoofd-, strottenhoofd-, slokdarm-, darm- en borstkanker.
Alcohol en zijn afbraakproducten kunnen tot DNA-schade leiden in de cellen waarmee ze in contact komen. Daarbovenop vergroten ze de gevoeligheid voor bijvoorbeeld kankerverwekkende stoffen uit sigarettenrook. ‘Alcohol werkt als een oplosmiddel dat de bovenste, dode cellen in de slijmvliezen in onze mond en slokdarm wegetst’, legt Erik Van Limbergen van de dienst Radiotherapie en Oncologie aan de KU Leuven uit. ‘Daardoor kunnen de stoffen uit sigarettenrook makkelijker doordringen in het onderliggende weefsel.’
Het verband met borstkanker heeft een andere oorzaak. ‘Eén gram alcohol bevat 7 kilocalorieën, bijna evenveel als een gram vet, goed voor 9 kcal. Overtollige calorieën uit alcohol worden opgeslagen als vetweefsel. In dat vetweefsel worden oestrogenen geproduceerd en die verhoogde hormoonspiegel verhoogt bij vrouwen in de menopauze het risico op borstkanker. Ook rechtstreekse toxische effecten van alcohol vallen niet uit te sluiten. Vrouwen die dagelijks drinken, vergroten hun risico op borstkanker met 7 à 9 procent per consumptie per dag.’
Volgens het WCRF bestaat er geen veilige drempel waaronder alcohol het kankerrisico niet verhoogt. Met andere woorden: je drinkt beter helemaal niet. Rekening houdend met de potentieel positieve effecten op hart- en vaatziekten, raadt de WCRF aan om de consumptie te beperken tot een glas per dag voor vrouwen, en twee voor mannen.
Ratten aan de drank
‘Alweer een paar honderdduizend hersencellen dood’. Het is een grapje dat vermoedelijk aan elke toog al eens is gemaakt, waarna het schadelijke effect van alcohol op de hersenen niet zelden als mythe wordt afgedaan. Maar dat is het niet, of toch niet helemaal.
‘Hersencellen sterven wel degelijk af in aanwezigheid van alcohol’, zegt René Kahn, hoogleraar klinische en biologische psychiatrie aan de Universiteit Utrecht. ‘Maar belangrijker is dat alcohol de vorming van nieuwe hersencellen belemmert.’
De neurotoxische effecten van alcohol zijn vooral bij proefdieren goed onderzocht. Met opvallende resultaten. ‘Matig alcoholgebruik – het equivalent van één à twee glazen per dag voor een mens – had bij ratten al een effect op de vorming van nieuwe hersencellen’, zegt Kahn. ‘Bij grotere hoeveelheden, vergelijkbaar met een vijftal glazen, wordt dat proces nagenoeg volledig onderdrukt, en dat effect blijft weken tot maanden waarneembaar.’
De vorming van nieuwe hersencellen gaat ons hele leven door, maar alcoholconsumptie blijkt vooral tijdens de pubertijd verstrekkende gevolgen te hebben. Het puberbrein is nog in volle ontwikkeling: sommige delen van het brein zijn nog niet volgroeid en de verbindingen tussen neuronen moeten nog worden versterkt. Vooral gebieden zoals de hippocampus en de prefrontale cortex zijn gevoelig voor de nadelige effecten van alcohol. Beide hersengebieden zijn belangrijk voor het verwerken en onthouden van nieuwe informatie. Vooral het zogenoemde bingedrinken of comazuipen blijkt nefast.
Wetenschappers aan de Vrije Universiteit Amsterdam gaven ratten in de pubertijd een aantal keer een dosis alcohol die overeenstemt met een avondje comazuipen. ‘Na hun pubertijd kregen die dieren geen alcohol meer en toch bleken ze als volwassen dieren nog steeds minder goed te presteren bij geheugentaakjes’, vertelt neuroloog Taco de Vries. ‘Toch vrij dramatische en langdurige effecten voor slechts vijf keer een stevige dosis.’ Ook onderzoek bij mensen wijst in de richting van blijvende gevolgen van overmatig alcoholgebruik tijdens de puberjaren. Zo blijken jeugdige stevige drinkers een kleinere hippocampus te hebben en vaker te kampen met geheugen- en leerproblemen.
‘Dat alcoholmisbruik ook bij volwassenen tot ernstige geheugenstoornissen kan leiden is bekend’, zegt Kahn. ‘Maar de effecten van matig alcoholgebruik op het brein zijn nauwelijks onderzocht. Daar zou werk van moeten worden gemaakt, zodat de richtlijnen kunnen worden aangepast als dat nodig blijkt.’
Verslaving
Het advies om het enkele dagen per week zonder alcohol te doen, heeft echter weinig te maken met het risico op hart- en vaatziekten, kanker of hersenschade, maar is er vooral op gericht verslaving te voorkomen. ‘Wie dagelijks drinkt, verglijdt makkelijker in een verslaving’, zegt Geert Dom, expert verslavingspsychiatrie aan de Universiteit Antwerpen. Waarom en vanaf wanneer iemands drinkgedrag problematisch wordt, is moeilijk te zeggen. Niet alleen de leefomgeving speelt een rol. ‘De mate waarin iemand gevoelig is voor verslaving is voor 50 tot 70% genetisch bepaald’, vertelt Dom.
‘Mensen die neigen naar problematisch alcoholgebruik hebben vaak minder dopaminereceptoren in het beloningscentrum in de hersenen. ‘Natuurlijke beloningen’ zoals lekker eten en seks, die tot een verhoogde dopamineproductie leiden, verschaffen hen daardoor minder genot dan iemand met veel receptoren. Alcohol en andere drugs doen veel grotere hoeveelheden dopamine vrijkomen en hebben daarom wel een sterk belonend effect.’ Ook wie als jongere van nature goed tegen alcohol bestand blijkt en anderen ‘onder tafel kan drinken’, loopt een verhoogd risico op problematisch gebruik op latere leeftijd.
De grens tussen normaal en problematisch gebruik is niet scherp te trekken. ‘Maar wie geregeld meer drinkt dan de richtlijnen, merkt dat zijn behoefte aan alcohol toeneemt, vaak kampt met zware katers, black-outs, slaapproblemen en andere vage klachten, moet zich vragen stellen’, zegt Dom.
In studies naar de schadelijke effecten van verschillende drugs voor gebruiker en maatschappij, eindigt alcohol vaak bovenaan, samen met crack en heroïne. Die zijn weliswaar nog ongezonder en verslavender, maar de maatschappelijke schade als gevolg van alcoholgebruik ligt veel hoger – denk onder meer aan alcoholgerelateerde misdrijven, geweld, werkverzuim, familiale problemen en kosten voor de gezondheidszorg. ‘Alcohol is een geval apart’, zegt Jan Tytgat van het laboratorium voor toxicologie aan de KU Leuven. ‘Enerzijds slaagt de meerderheid van de bevolking erin om er verantwoord mee om te springen, wat bijvoorbeeld bij heroïne onmogelijk is. Anderzijds denk ik dat mocht je vandaag alcohol uitvinden, je het niet op de markt zou kunnen krijgen.’