Naast fat-shaming, en het recentelijke COVID-shaming, bestaat er ook zoiets als diet-shaming. Velen zijn de dag van vandaag bezorgd met wat zij (en anderen) in hun mond steken. In dit artikel worden enkele specifieke aspecten van een veganistisch dieet belicht. Hierbij wordt géén rekening gehouden met mogelijke tekorten die kunnen optreden na langere tijd. Eet gevarieerd en gematigd, informeer je bij professionals en gebruik, te allen tijde, het gezond verstand.
Immuniteit
Ons immuunsysteem bestaat uit een aspecifieke (aangeboren) immuniteit en een adaptieve (verworven) immuniteit. De aangeboren immuniteit staat in voor de eerstelijnsverdediging van indringers. Dit systeem bestaat uit fagocyten die de indringer omsluiten (bv. macrofagen en monocyten), neutrofielen, eosinofielen, granulocyten etc.
De adaptieve immuniteit kan specifieke indringers (bv. bacteriën en virussen) onthouden (B-geheugencellen). Bij een volgende confrontatie reageert het lichaam snel op de indringer door er zich aan te binden (plasmacellen). Hierdoor wordt de indringer een makkelijk doelwit voor fagocytose. Ook T-cellen spelen een belangrijke rol bij de adaptieve immuunrespons. Cytotoxische T-cellen maken virussen en andere pathogenen onschadelijk, terwijl T-helper cellen het hele proces reguleren door het activeren van de cytotoxische T-cellen en het vormen van B-cellen.
Dieet & immuniteit
Het is al lang duidelijk dat hetgeen we in onze mond steken een rechtstreeks effect heeft op het immuunsysteem. Ondervoeding en malnutritie (ongebalanceerd dieet) verstoren de optimale werking van het immuunsysteem. Zo is een ijzertekort geassocieerd met een verhoogd risico op infectie. Ook obesitas kan het immuunsysteem ontregelen door een lokale (vetweefsel) en systemische (bloed) toename in stoffen die ontstekingsreacties stimuleren (bv. leptine).
De laatste jaren wordt het duidelijk dat een veganistisch dieet symptomen kan verbeteren bij patiënten die lijden aan een permanente ontsteking (bv. reumatoïde artritis). Duitse onderzoekers gingen na of een veganistisch dieet een rechtstreek effect heeft op immuuncellen in het bloed.
Veganisme & immuniteit
Na vier weken veganistisch eten, neemt de hoeveelheid van verschillende soorten witte bloedcellen in het bloed af. In vergelijking met een vleesrijk dieet, verlaagt het veganistische dieet de neutrofielen, monocyten en trombocyten in het bloed.
De onderzoekers suggereren dat de daling in deze witte bloedcellen het gevolg is van minder aminozuren (de bouwstenen van eiwitten) in het bloed. Deze aminozuren zorgen voor activatie van mTORC1, dewelke instaat voor de groei en ontwikkeling van (immuun)cellen. De afwezigheid van vlees (eiwitrijk) in een dieet kan bijdragen aan de daling in aminozuren (bouwstenen eiwitten). Dit zou de mTORC1 activatie verlagen wat de groei en ontwikkeling van bepaalde immuuncellen vermindert.
Wat kunnen we hier (niet) uit leren?
Deze resultaten bevestigen dat een veganistisch dieet inderdaad de ontsteking kan verminderen. Op deze manier kunnen de symptomen verbeteren bij patiënten die lijden aan een permanente ontsteking in het bloed (bv. reumatoïde artritis).
MAAR, een veganistisch dieet is géén behandeling voor chronische ontsteking:
- Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of een veganistisch dieet hetzelfde anti-ontstekingseffect heeft bij patiënten.
- Indien een veganistisch dieet anti-ontstekingseffecten heeft bij patiënten, is het zeer onwaarschijnlijk dat deze effecten voldoende sterk zijn om de ontsteking te verlagen naar een normaal niveau.
- Het veganistisch dieet verminderde sommige immuuncellen terwijl andere belangrijke immuuncellen (zoals B-cellen en T-cellen) ongewijzigd bleven.
- Een verschil in immuuncellen is één zaak maar wat is het effect van het veganistisch dieet op de immuunrespons (activatie van de immuuncellen) na een infectie (bv. virus, bacterie)?
- Op lange termijn kan een veganistisch dieet tekorten veroorzaken (bv. vitamine B12, vitamine D, calcium). Dit kan net een negatieve impact hebben op de immuunrespons.
Conclusie
Een veganistisch dieet kan op korte termijn specifieke witte bloedcellen verminderen. Dit zou kunnen bijdragen (geen volwaardige behandeling) aan het verbeteren van symptomen bij patiënten met permanente ontsteking. Meer onderzoek is nodig om na te gaan of dezelfde effecten worden gevonden bij deze patiënten en wat de effecten zijn op lange termijn.