Eten we binnenkort allemaal insecten?
Het klinkt bizar, maar het zou wel eens de toekomst kunnen worden. Insecten vormen mogelijk een duurzamer alternatief voor de huidige vleesproductie. Ze kunnen immers op een meer ecologische manier gekweekt worden. Deze kweek vraagt veel minder water en stoot minder broeikasgassen en ammoniak uit. Om de impact op het milieu nog te verlagen kunnen insecten zelfs gekweekt worden op organische reststromen uit bv. de tuin- en landbouw. Op deze manier kan een hoogwaardig product (insecten) gemaakt worden uit een restproduct. Insecten vormen ook een kleiner risico op de transmissie van zoönosen. Daarnaast is de voederconversie van insecten beter waardoor voor de productie veel minder voeder nodig is dan voor het traditionele vee.
Naast het ecologische voordeel kunnen insecten vaak ook eenvoudig gekweekt worden; de kweek vereist namelijk geen grote weides of oppervlaktes. Zo zijn sommige insecten te kweken in verticaal te stapelen bakken in gebouwen.
Er zijn dus tal van voordelen die er voor zorgen dat insecten in de toekomst wel eens een plaats kunnen krijgen naast de klassieke landbouwdieren. Daarenboven bieden insecten ook nog het voordeel dat ze een hoge proteïne inhoud hebben en ook rijk zijn aan andere nutriënten zoals minerale en vitaminen. Ze kunnen dus mogelijk als alternatief dienen voor het traditionele vlees. Dat insecten potentieel hebben als eiwitbron is duidelijk en daarom maken ze ook deel uit van de nieuwe eiwitstrategie van Vlaanderen.
Er zijn echter ook mogelijke nadelen verbonden aan het gebruik van insecten in menselijke voeding. Zo bevatten insecten chitine, een stof die de verteerbaarheid van de aanwezige proteïnen zou kunnen verlagen. Verder is de kweek van insecten relatief nieuw en is er nog veel onderzoek nodig naar o.a. de microbiële belading van insecten, hoe ze bewaard kunnen worden en welke allergenen er aanwezig zijn in insecten. Daarom wordt op dit moment de consumptie van 45 gram insecten per dag gezien als veilig.
Bovenstaande maakt duidelijk dat insecten zeker een groot potentieel hebben, maar dat er toch ook nog vragen zijn die opgelost moeten worden. Naast de wetenschappelijke zijn er nog de technische hindernissen die het momenteel moeilijk maken om aan grootschalige kweek te doen. Planten en dieren worden al duizenden jaren gecultiveerd en gedomesticeerd, maar buiten de honingbij, cochenilleluis en de zijdeworm worden insecten niet of amper gekweekt op grote(re) schaal. En misschien nog belangrijker is de aversie die bestaat tegen het opeten van insecten. Hoewel insecten in grote delen van de wereld worden gegeten, is het eten van insecten, entomofagie, toch vooral iets dat afkeer oproept in de Europa. Zolang de bevolking niet klaar is om insecten te eten, zal het moeilijk zijn om insecten als volwaardig alternatief te zien voor de traditionele biefstuk of kotelet, al kunnen hybride vleesproducten waarbij een deel van het traditionele vlees vervangen wordt door insecten hier wel een rol in spelen. Op dit moment zijn er tot wel 2100 soorten insecten beschreven die eetbaar zijn .
Momenteel vormt de Europese wetgeving nog een grote hinderpaal voor een volledige ontplooiing van een grootschalige ‘insectenteelt’. Op dit moment zijn er in Europa maar 2 insecten, nl. de meelworm en Europese treksprinkhaan, volledig goedgekeurd voor humane consumptie en dit pas sinds 2021. Insecten vallen onder de novel food wetgeving, die voorschrijft dat ingrediënten of voedingsmiddelen die niet voor 1997 gegeten werden in de EU eerst een streng traject moeten doorlopen voor ze gebruikt kunnen worden in humane voeding. Dit maakt de goedkeuring van insecten als voedingsmiddel in Europa heel complex en duur.
Misschien zit de opstart van een grootschalige insectenkweek niet zozeer in de pijplijn van de menselijke voeding, maar wel in die van de diervoeding. Op dit moment wordt er op grote schaal soja ingevoerd, een vrij milieuonvriendelijk gegeven, als diervoeding. Insecten kunnen echter wel eens de vervanger worden van soja. Het is duidelijk dat er stilaan veel begint te bewegen in Europa en ook België wat de kweek van insecten betreft voor diervoeding (en menselijke voeding). Zo bestaan er handleidingen over hoe insecten te kweken,wordt er aan de bouw van een grootschalige larvenkwekerij gewerkt in Kinrooi en werd er hondenvoeding gemaakt op basis van insecten.
In de toekomst eten we dus misschien allemaal toch die insectenburger!
Voor de durvers alvast nog een gerechtje met insecten in: een sprinkhanenburger
Om zelf de sprinkhanenburger te maken hebt u volgende ingrediënten nodig:
· 80g rode kidney bonen (blik, uitgelekt)
· 1 rode ui
· 2 teentjes look
· 3 el havermout
· 2 el sprinkhaanmeel
· 80g maïs (blik, uitgelekt)
· 1/2e tl cayennepeper
· 1/2e tl kaneel
· 1/2e tl gemalen komijnzaadjes
· 1 el olijfolie
· peper en zout
· 1/4e rode puntpaprika
· 1/4e komkommer
· Handvol jonge spinazie
· Mayonaise
· 2 pistolets
Om de burger te maken:
Verwarm de oven voor op 190 °C, snijd de ui en de knoflook fijn en bak in enkele minuten glazig.
Mix de bonen en de maïs met de ui en de look in een keukenmachine tot een stevig mengsel. Kruid met cayennepeper, kaneel en komijn. Roer de havermout en het sprinkhanenmeel eronder en kruid af met peper en zout. Maak 2 burgers van het mengsel en leg ze op een rooster bekleed met bakpapier en bak de burgers 20 minuten in de oven. Draai ze halfweg de baktijd om.
Snijd de puntpaprika en de komkommer in fijne plakjes, besmeer de beide zijden met mayonaise en beleg met de burger, enkele blaadjes spinazie, enkele plakjes komkommer en puntpaprika.
Eet smakelijk!