Met de populaire app Yuka kan je de barcode van voedingswaren en cosmeticaproducten scannen om te checken hoe (on)gezond ze zijn. Hoe betrouwbaar zijn de scores die de producten krijgen?
Al meer dan 10 miljoen Europeanen maken gebruik van de Yuka app. Je scant de barcode van voedingswaren en cosmeticaproducten en krijgt meteen een score op 100 en een kleurtje dat duidelijk aangeeft hoe goed of slecht het product is voor je gezondheid. Donkergroen staat voor uitstekend, groen voor goed, oranje voor slecht en rood voor zeer slecht.
Je krijgt ook een duidelijk lijstje met de positieve en negatieve redenen die aan de basis liggen van de score – zit er een goede of slechte hoeveelheid vet, suiker of zout in bijvoorbeeld. Kan het resultaat beter, dan krijg je een overzichtje van gezondere alternatieven.
Waarop is de app gebaseerd?
In de app vind je uitleg over de manier waarop de score wordt berekend. Voor voedingswaren is dat voor 60 procent gebaseerd op de voedingswaarde van de producten, wat op zijn beurt gebaseerd is op de Nutri-Score en kijkt naar de hoeveelheid calorieën, suiker, zout, verzadigde vetten, eiwitten, vezels, fruit en groenten. Verder wordt voor 30 procent rekening gehouden met de aanwezigheid van additieven en voor 10 procent met de toekenning van het Europese biolabel Eurofeuille. De score van de cosmeticaproducten houdt rekening met de aanwezigheid van hormoonverstoorders, allergenen, irriterende stoffen en kankerverwekkende stoffen.
Ik testte de app uit op twee producten die ik geregeld gebruik: mijn favoriete tussendoortje en op mijn deodorant. Mijn lievelingsreep scoorde niet meer dan 33 procent en kreeg code oranje, wat wijst op een matig gezondheidsrisico. De grote hoeveelheid vezels en fruit en de afwezigheid van zout en additieven konden niet opboksen tegen het hoge gehalte aan verzadigde vetten, suiker en calorieën.
Mijn deo scoorde zo mogelijk nog slechter: 17 procent en code rood, wat op een hoog gezondheidsrisico wijst. Boosdoeners zijn 14 additieven, waarvan er twee een oranje score kregen en 12 een gele, die respectievelijk op een matig en laag gezondheidsrisico wijzen.
Wat is daar nu van waar?
‘De score voor de voedingsproducten staat of valt met twee punten’, vertelt voedingsexpert Patrick Mullie van de Vrije Universiteit Brussel. ‘De totale onafhankelijkheid, zeker indien ze andere producten aanraden. En of ze gebruikmaken van gevalideerde algoritmes en wetenschappelijke databases. Volgens mij is aan beide voorwaarden voldaan. De ontwikkelaars hebben hun best gedaan om geloofwaardig te zijn.’
Toch zijn er volgens Mullie een aantal minpunten. ‘Ik heb geen idee waar die 60-30-10-verdeling vandaan komt. Ik vind overgewicht en obesitas veel grotere prioriteiten dan additieven die meestal veilig zijn. De app maakt mensen nodeloos ongerust, wat al meer dan voldoende gebeurt op het vlak van voeding.’
'De app is niet meer dan een gadget. De Nutriscore is een beter alternatief' voedingsexpert Patrick Mullie, Vrije Universiteit Brussel
Mullie scande ook zelf een aantal producten met de app en maakte zich daarbij nog meer bedenkingen. ‘De app bevat niet alle producten, waardoor je een selectief zicht krijgt op je voeding. Bovendien gebeurt de analyse altijd per 100 gram en niet per portie. Dat is verwarrend. Ik scande deze morgen bijvoorbeeld Balade boter waarvan ik nog geen 10 gram gebruik op mijn boterham, maar krijg het bericht dat het te energierijk is per 100 gram. Wat moet ik daarmee? Eigenaardig is ook dat smeerkaas er slechter uit komt dan chocopasta, terwijl ze 244 kcal versus 546 kcal bevatten. Dat is natuurlijk omdat de focus niet voldoende ligt op de essentie van de zaak: minder energie om overgewicht en obesitas af te remmen.’
Er speelt ook het gebrek aan onderzoek. Het is niet bewezen dat de app mensen gezonder doet eten of niet. En het is ook niet duidelijk of de app de juiste doelgroep bereikt. ‘Er wordt geen rekening gehouden met het profiel van de gebruiker: is de gebruiker een kind, een adolescent of een sporter?’
Mullie besluit dat de app niet meer is dan een gadget en dat je alleen baseren op de Nutriscore een beter alternatief is.
En wat met cosmetica?
Mijn deodorant behaalde maar 17 procent en kreeg code rood, wat wijst op een hoog gezondheidsrisico. De app verwijst daarvoor naar de aanwezigheid van maar liefst 17 additieven, waarvan er 2 oranje kleuren (matig gezondheidsrisico), 12 geel (laag risico) en 3 groen (geen risico).
Moet ik mijn deodorant de deur uitgooien? Volgens toxicoloog Vera Rogiers van de VUB is dat helemaal niet nodig. ‘De score die gegeven wordt, is alleen gebaseerd op mogelijke schadelijke eigenschappen van de ingrediënten’, vertelt ze. ‘De app negeert daarbij de basisprincipes van de toxicologie. Paracelsus zei al in de 16de eeuw dat elke stof giftig kan zijn, maar dat dat afhankelijk is van de concentratie. Dus de dosis waaraan men blootgesteld wordt, is in deze het belangrijkste en de app houdt op geen enkele manier rekening met de hoeveelheid van de ingrediënten in het product.’
Rogiers wierp een blik op de vermelde additieven in mijn deo en merkte op dat er fouten in staan. ‘Het toont hoe snel fouten worden gemaakt als de namen geen betekenis hebben voor diegenen die de gegevens invoeren. Bovendien hebben de makers van de app zelf beslist welke ingrediënten goed zijn en welke slecht. Wellicht hebben ze zich daarvoor geïnspireerd op de lijsten met te mijden ingrediënten die massaal op het internet staan. Die zijn niet betrouwbaar. De meeste gegevens daarin gelden bovendien alleen voor de VS waar de wetgeving voor cosmetica weinig voorstelt, terwijl die in de EU de beste in de wereld is. Consumenten kunnen ook zelf gegevens inbrengen, waarvan niets wordt gecontroleerd.’
Rogiers vindt het eigenaardig dat er een risico wordt verbonden aan stoffen als butaan, isobutaan, ethanol, gedenatureerde alcohol. ‘Dat zijn solventen om de actieve stoffen op te lossen en daar is niets mis mee. Een paar druppels alcohol op de huid door het aanbrengen van een deo die alcohol bevat, wegen bovendien niet op tegen het vrij gebruik van alcohol in alcoholische dranken en voedsel.’
Daarbij komt volgens Rogiers nog dat er geen rekening mee gehouden wordt met hoe lang het product in contact is met de huid: wordt het bij normaal gebruik afgewassen of blijft het op de huid zitten? Er is ook niet gekeken naar waar het product aangebracht wordt. ‘Rond de ogen is de barrièrefunctie van de huid veel kleiner dan in de rest van ons lichaam, dus daar kunnen ingrediënten beter doorheen de huid dringen en in de bloedbaan terechtkomen. Voor een oogcrème bijvoorbeeld moet de concentratie van sommige ingrediënten lager zijn dan voor een product dat we op onze armen of benen smeren.’
‘Alle factoren die we in rekening moeten brengen om in te schatten wat een mogelijk risico is voor de gebruiker, zijn hier totaal niet in aanmerking genomen’ toxicoloog Vera Rogiers, Vrije Universiteit Brussel
Ook het feit dat de app geen rekening houdt met de gebruiker geeft foutieve boodschappen. ‘Een aantal van de vermelde ingrediënten moeten volgens de wetgeving vermeld worden eens ze voorkomen in een concentratie hoger dan 0,001 procent in een product dat op de huid blijft omdat ze contactallergie kunnen veroorzaken. Dat is alleen om parfumgevoelige personen te beschermen die allergisch zijn voor 1 of meer van deze ingrediënten zodat ze het product kunnen vermijden. Dus daar heeft een doorsnee consument niet de minste last van.’
Verder wordt geen aandacht besteed aan de frequentie van het gebruik, met de vraag of de huid intact is of beschadigd, met de leeftijd van de gebruiker, of dat een man is of een vrouw, of het een baby is of een volwassene, en ga zo maar door. ‘Alle factoren die we in rekening moeten brengen om als toxicoloog in te schatten wat een mogelijk risico is voor de gebruiker, zijn hier totaal niet in aanmerking genomen.’
Bijzonder erg vindt Rogiers dat de app een concurrerend product voorstelt dat dan wel in orde zou zijn. Dat zet er sommige firma’s toe aan om aanpassingen te doen aan hun formules omdat ze zogenaamd slecht scoren en ze hun verkoop naar beneden zien gaan. ‘Die aanpassingen worden dus puur gedaan om financiële redenen en niet omdat er een wetenschappelijke reden voor is.’
Rogiers besluit dat de Yuka app alleen bruikbaar is voor personen die om medische redenen contact met bepaalde ingrediënten moeten vermijden, bijvoorbeeld omdat ze er allergisch voor zijn. ‘De doorsnee consument heeft daar geen last van en wordt door zo’n app nodeloos ongerust gemaakt.’