Gezond eten moet de voor de hand liggende keuze worden. Daarvoor moet de voedselomgeving drastisch veranderen en de invloed van Big Food aan banden worden gelegd, schrijft onderzoeker Vincent Smets (Sciensano).
‘Niemand hoeft mij te zeggen wat ik moet eten!’
Een zinnetje dat u ongetwijfeld wel al eens zal gelezen hebben in de commentaarsectie van het zoveelste artikel dat de kwalijke gevolgen van onze huidige voedingsgewoontes aankaart. Dat soort artikels roepen vaak veel weestand op, we horen namelijk niet graag wat we wel of niet kunnen eten. Nochtans worden we op bijna elk moment van de dag gebombardeerd met advies over wat te eten, maar dan op een veel subtielere manier die minder weerstand oproept.
De wetenschap is kristalhelder: onze huidige manier van eten maakt ons dik, ziek en verkort onze levensverwachting. Bijna de helft van de volwassenen (49.3%) in België lijdt aan overgewicht en 15.9% is obees. Overgewicht en obesitas worden gelinkt aan hart- en vaatziekten en verschillende typen kanker, wat doodsoorzaken nummer 1 en 2 zijn in België. We weten dat een teveel aan sterk bewerkte producten, vol met suiker en ongezonde vetten, ons ziek maakt. Toch blijven we ze massaal consumeren, momenteel zijn ze verantwoordelijk voor 30% van onze dagelijkse calorie-inname. Dagelijks eten we gemiddeld 66 gram bewerkt vlees terwijl de Hoge Gezondheidsraad maximaal 30 gram per week aanraadt. De impact die we kunnen hebben door gezonder te gaan leven is enorm. Zo schat de Wereldgezondheidsorganisatie dat 80% van alle hart- en vaatziekten en diabetes type 2, en 40% van alle kankers in Europa kan voorkomen worden door gezonder te leven.
Waarom is het dan toch zo moeilijk om onze voedingsgewoontes te veranderen?
Eten behoort tot onze oudste, persoonlijkste en meest intieme dagelijkse rituelen. Sinds de prehistorie linken we eten aan verbondenheid en gezellig samenzijn. Doorheen het grootste deel van de menselijke geschiedenis was vet- en suikerrijke voeding een erg gewilde zeldzaamheid. Tienduizend jaar geleden zorgde een gedode mammoet voor een enorme voorraad van broodnodige, vetrijke calorieën in tijden waar een avondmaal allesbehalve een zekerheid was. Fruit zorgde met zijn snelle suikers voor een onmiddellijk beschikbare energiebron die kon worden gebruikt bij plots gevaar.
Anno 2022 kennen we in de westerse wereld geen periodes van schaarste meer. Een paar tienduizend jaar is op evolutionaire schaal echter een habbekrats. Onze omgeving mag dan wel sterk veranderd zijn, onze evolutionaire verlangens naar vet en suiker zijn dat allesbehalve. Dit is iets wat de voedselindustrie maar al te goed weet. In plaats van mammoet en fruit hebben we nu Samsonworst en jelly fruits. Big Food, de tien bedrijven die het grootste deel van de voedselindustrie beheersen, beschikt over enorme financiële middelen die worden aangewend om dat aan jou te vertellen.
Big Food heeft veel te verliezen en houdt zich het liefst aan een business-as-usual scenario. Om het huidige status quo te behouden haalt Big Food inspiratie uit het draaiboek dat Big Tobacco vanaf de jaren vijftig gebruikte om decennialang verwarring te zaaien rond de gezondheidsrisico’s van roken. Wetenschappers worden ingehuurd door grote voedingsbedrijven om studies te publiceren die twijfel zaaien over de gezondheid van bepaalde voedingsproducten. Zo vond een meta-analyse (een studie die naar verschillende studies kijkt en daar algemene verbanden uit probeert af te leiden) een sterk verband tussen de consumptie van frisdrank en negatieve gezondheidseffecten. Studies in deze analyse die gesponsord werden door frisdrankbedrijven vonden echter beduidend minder negatieve gezondheidseffecten.
Studies die met verassende conclusies komen worden gretig opgepikt of fout geïnterpreteerd door de media en krijgen veel clicks van de lezers. Wie wordt nu niet blij van een nieuwsartikel dat een glaasje rode wijn, een pintje bier of rood vlees als gezond aanprijst? Confirmation bias heet dit: we lezen graag informatie die onze gewoontes bevestigen terwijl we informatie die ons ongemakkelijk maakt liever vermijden.
Big Food kan vanwege zijn massieve productieschaal zijn producten erg goedkoop in de winkelschappen leggen. Recent onderzoek in België heeft aangetoond dat ongezond eten in België flink goedkoper is dan gezond eten. Zo berekenden onderzoekers dat de kost van een dieet dat zich aan de aanbevolen porties groenten en fruit houdt 10% tot 20% duurder zijn dan een dieet dat geen rekening houdt met de voedingsrichtlijnen van de hoge gezondheidsraad.
Naast de reclameboodschappen van Big Food waar we dagelijks mee gebombardeerd worden, is er nog een veel subtielere vorm van gedragssturing waar veel mensen zich niet actief bewust van zijn: de voedselomgeving. De kwaliteit van onze voedselomgeving is de laatste jaren sterk achteruitgegaan. Een recente studie van Sciensano vond dat het aantal fastfood restaurants in de directe schoolomgeving van basis- en secundaire scholen met 17.5% en 19.7% is toegenomen tussen 2008 en 2020. De onderzoekers vonden ook een link tussen de voedselomgeving en het BMI van kinderen. Deze link was het sterkste voor kinderen tussen 6-12 jaar. Dit lijkt op het eerste zich vreemd: kinderen tussen 6-12 jaar gaan meestal onder begeleiding naar school en hebben minder autonomie over hun voedingskeuzes dan middelbare scholieren. De verklaring hiervoor is dat enkel de blootstelling aan ongezonde voeding al voldoende is om ongezonder te gaan eten. Kinderen die op weg naar school fastfood restaurants, supermarkten met promoties voor ongezonde voeding en snoepwinkels voorbijgaan zullen sneller dit soort voeding willen eten.
Deze video van het Nederlands voedingscentrum laat zien hoe een driejarige op een normale dag in contact komt met voeding.
Supermarkten, de plaats waar 85% van onze voedingsaankopen gebeuren, hebben de mogelijkheid sterk in te grijpen in onze voedselomgeving. Veel grote supermarktketens hebben al engagementen aangegaan om het aanbod gezondere voeding te vergroten en prominenter zichtbaar te maken. Het aanbod ongezonde voeding wensen ze echter niet terug te dringen onder het mom de keuzevrijheid van de consument niet in het gedrang te brengen. Iedereen die af en toe in een supermarkt komt weet echter dat het aanbod suiker- en vetrijke snacks nog steeds erg uitgebreid is. Keuzevrijheid is mooi, maar in welke mate wordt onze keuze gestuurd bij een bezoekje aan een supermarkt met een gigantisch aanbod goedkope, ongezonde voeding en een beperkt aanbod duurdere, gezonde voeding? Hoeveel keuzevrijheid hebben we dan echt? Deze vraag is extra relevant voor gezinnen die in een slechte socio-economische situatie zitten en met een beperkt budget inkopen moeten doen. Een studie van Sciensano vond dat het percentage producten met Nutri-Score D of E in de portfolio’s van Aldi, Carrefour, Colruyt, Delhaize en Lidl tussen de 39% en 55% was in 2018. Zolang er geen maatregelen worden genomen die het aanbod of de beschikbaarheid van ongezonde voeding terugdringt, zal het de consument een groot deel van zijn budget blijven spenderen aan ongezonde voeding. Mogelijke maatregelen zijn ongezonde voeding een stuk duurder maken en het aanbod van ongezonde voeding sterk beperken. Dit zijn niet de meest populaire maatregelen en politici nemen liever ‘zachte’ maatregelen zoals de consument informeren door middel van brochures of mediacampagnes. Onderzoek toont echter aan dat enkel zachte maatregelen maar een beperkt effect hebben en dat een combinatie van zachte en harde beleidsmaatregelen veruit het meest effectief is om consumentengedrag te veranderen.
Uit het voorgaande blijkt dat de verantwoordelijkheid volledig bij het individu leggen als het gaat om gezonde voeding niet eerlijk is. We leven in een voedselmoeras waar we verdrinken in ongezonde keuzes. Big Food fluistert door middel van grote mediacampagnes en kleurrijk verpakte producten continue in ons oor welke keuzes we moeten maken, onze voedselomgeving waar ongezond eten alomtegenwoordig en goedkoop is doet de rest. Je kan van iemand moeilijk vragen om in ons verwarrende (sociale) medialandschap, met zijn zee van desinformatie, steeds de gezonde keuzes te maken. In een maatschappij waar het marketingbudget van slechts één Big Food bedrijf een veelvoud is van het marketingbudget van de hele Europese Unie voor groenten en fruit is dit niet helemaal eerlijk.
De oplossing bestaat uit twee delen. Ten eerste moet de invloed van Big Food aan banden gelegd worden. De verantwoordelijkheid aan de voedingsindustrie zelf laten werkt niet. In het verleden hebben ze verscheidene beloftes gedaan om hun producten gezonder te maken, vaak zonder of met erg beperkt resultaat. Zo heeft de frisdrankindustrie in Engeland, in een poging om regulering door de overheid te vermijden, het suikergehalte van hun producten tussen 2015 en 2019 met 3% verminderd. Toen de overheid toch een suikertaks invoerde, viel de hoeveelheid suiker die gezinnen consumeerden door frisdrank te drinken meteen met 10%. Dit voorbeeld toont aan dat zelfregulatie niet de juiste oplossing is, het is aan overheden om de politieke moed op te brengen om de industrie te reguleren.
Ten tweede moet de voedselomgeving drastisch veranderen. Als onze omgeving continue ongezond eten aanmoedigt moeten we steeds beroep doen op onze wilskracht om de gezonde keuze te maken. De gezonde keuze zou de gemakkelijke keuze moeten worden. Ook hier is het aan de regering om voor de juiste infrastructuur te zorgen. Vergelijk het met elektrisch rijden: iedereen weet dat het beter is voor het milieu maar op dit moment zijn elektrische wagens nog duur en de vereiste infrastructuur om elektrisch rijden voor iedereen toegankelijk te maken is er nog niet. Het is aan de regering om deze problematiek aan te pakken en de omstandigheden te creëren waar elektrisch rijden de logische keuze van de burger wordt. Met voeding is het net zo.
‘Niemand hoeft me te vertellen wat te eten’
Wel, dat doen ‘ze’ toch, je hebt geen keuze hierin. De keuze die we wel hebben is naar wie we luisteren.