Resten van insectenkweek zijn een bodemverbeteraar voor planten.
Kliekjes uit de insectenkweek bevorderen de groei en gezondheid van gewassen. Hoogleraar entomologie Marcel Dicke en collega’s schreven daarover een opinie in Trends in Plant Sciences.
Afval van insecten is op twee manieren een bodemverbeteraar. Hun uitwerpselen bevatten stikstof, een onmisbare voedingsstof voor de groei van planten. Normaal gezien halen landbouwers die uit kunstmest. Vervellingshuidjes van de insecten bevatten bovendien veel chitine, een polysacharide die lastig te verteren is door de meeste organismen. Bacteriën kunnen chitine wel verwerken. Nuttige bacteriën komen af op chitine in de grond en maken planten zo weerbaarder tegen ziektes en plagen.
De cirkel rond
Dicke en collega’s vinden dat wetenschappers de complexe relaties tussen planten en bacteriën verder moeten onderzoeken. Het is bekend dat planten zich verdedigen bij een aanval van buitenaf. Hun bladeren produceren vluchtige stoffen die natuurlijke vijanden van het plaagorganisme aantrekken. 'Micro-organismen bij de wortels helpen planten door ze tegen ziekten te beschermen’, vertelt Dicke. ‘Nu onderzoeken we of plantenwortels net zoals bladeren die micro-organismen aantrekken om te helpen bij de verdediging tegen plagen.’
Het gebruik van bijproducten van de insectenkweek is volgens Dicke en collega’s een stap in de richting van een circulair voedingssysteem. De akkerbouw en voedselproductie leveren afval dat dient als voer voor de insecten. De insecten zijn vervolgens een voedselbron voor mens en dier. De restanten van de insecten bevorderen dan weer de groei van de gewassen. Zo is de cirkel rond. Het enige wat nog rest is dat mensen er enthousiast over worden.