Tussen 2016 en 2020 daalde in Groot-Brittannië het suikergehalte in frisdranken met 43,7 procent. Misschien wilde de drankensector iets doen aan de obesitascijfers in het land? Die zijn namelijk behoorlijk indrukwekkend: meer dan een op de drie kinderen die de lagere school verlaat, is te dik. Gesuikerde frisdranken spelen daarin een belangrijke rol.
De waarheid is minder heroïsch. In 2016 kondigde toenmalig premier David Cameron een graduele productietaks op suikerhoudende frisdranken aan. Voor een liter frisdrank met meer dan 8 gram suiker per 100 milliliter zou je vanaf 2018 0,24 pond extra betalen. Dranken met 5 tot 8 gram suiker per deciliter keken aan tegen een prijsstijging van 0,18 pond per liter.
Na die aankondiging haalde de frisdrankindustrie massaal suiker uit haar producten; zowat 45 miljoen kilo per jaar. In 2019 bevatte minder dan een zesde van alle dranken in de supermarkt meer dan 5 gram suiker per deciliter. Het jaar vóór de aankondiging van de taks was dat nog bijna de helft. Vandaag halen Britse huishoudens wekelijks 30 gram minder suiker uit frisdrank, leerde een consumptie-analyse bij 22.183 gezinnen. Dat staat voor 12,5 gram suiker per persoon per week.
Conclusie? Wat de industrie decennialang beloofde maar nooit kon waarmaken, speelde de overheid in minder dan vier jaar tijd klaar.
Lege kilocalorieën
‘Een frisdrankentaks is één mogelijk antwoord op buitensporige suikerconsumptie en alle problemen die daarmee samenhangen’, vertelt Kate Smith van het Britse Institute for Fiscal Studies. Ze specialiseerde zich onder meer in fiscaal gezondheidsbeleid. ‘Een te hoge consumptie van suikerrijke frisdrank vergroot het risico op obesitas, en obesitas leidt tot hogere gezondheidskosten.’
Die extra kosten zijn niet alleen voor rekening van de burger. Ook de bredere samenleving draait ervoor op. ‘Dat is een sterk economisch argument voor een frisdrankentaks’, zegt Smith. ‘Een taks ontmoedigt de consumptie.’
Met zijn suikertaks is Groot-Brittannië geen pionier. Ook Zuid-Afrika en Mexico voerden al vergelijkbare taksen in, met opmerkelijke resultaten. In Zuid-Afrika daalde de verkoop van koolzuurhoudende dranken met 29 procent, wat tot een flinke daling in de suikerconsumptie leidde. Mexicaanse onderzoekers berekenden dat hun frisdrankentaks over een periode van tien jaar 239.900 individuen zal behoeden voor obesitas, van wie 39 procent kinderen.
Wereldwijd voerden intussen meer dan vijftig landen suiker- of voedingstaksen in. Eind maart 2022 riep de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) EU-landen op om werk te maken van een frisdrankentaks. Voorlopig hebben ‘slechts’ tien Europese landen er een.
België introduceerde in 2015 een zeer beperkte frisdrankentaks, maar die moest vooral de begroting spijzen. Na de zomer stelt federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke zijn langverwachte voedings- en gezondheidsplan voor (zie kaderstuk). Voedingsdeskundige Stefanie Vandevijvere (Sciensano) hoopt dat het ook fiscale maatregelen zal bevatten. Een graduele frisdrankentaks naar Brits model is volgens haar een logische eerste stap. ‘We weten dat Belgen te veel suiker consumeren en dat suikerhoudende dranken daarin een nefaste rol spelen. Suikers in frisdranken leveren lege, vloeibare kilocalorieën die minder snel verzadigen dan andere voedingsmiddelen. Zo drink je er snel te veel van. Daarnaast weten we dat mensen gevoelig zijn voor prijsschommelingen. Een taks kan dus ontradend werken.’
‘De combinatie van een ongezondheidstaks met een gezondheidssubsidie levert de grootste bonus op’
Vandevijvere pleit voor een belasting van minstens 20 procent op suikerhoudende dranken. Dat cijfer is niet willekeurig gekozen. Ook de WHO en andere gezondheidsinstanties staan erachter. ‘Pas vanaf 20 procent maak je een verschil en passen mensen hun koopgedrag voldoende aan’, legt ze uit.
‘Onder andere om die reden is de Belgische frisdrankentaks uit 2015 geen gezondheidstaks. Een prijsverhoging van 3 cent per liter of 1 cent per blikje frisdrank maakt in de supermarkt nauwelijks een verschil.’
‘Het gaat ook niet enkel om ongezonde producten duurder maken. Nederland overweegt bijvoorbeeld een btw-verlaging tot 0 procent voor groenten en fruit. Ons huidige frisdrankenverbruik illustreert de nood aan een gedurfder fiscaal beleid. Eén op de vijf Belgen consumeert dagelijks gesuikerde frisdranken. Daarmee scoren we slecht.’
Slim design
In het verleden kozen overheden vaak voor volumetrische taksen. Daarbij stellen deskundigen een korf van belastbare producten samen en leggen ze de meerprijs per liter vast. Een liter frisdrank wordt dan bijvoorbeeld 30 cent duurder. ‘Op zichzelf is dat geen slechte maatregel’, aldus Vandevijvere. ‘Al zie ik meer voordelen in een graduele taks op het suikergehalte ín het product: hoe meer suiker per liter product, hoe hoger de taks.’
In een paper in Science berekenden onderzoekers dat heffingen op het suikergehalte in frisdrank tot grotere gezondheidswinsten leiden dan klassieke taksen per liter. De wetenschappers simuleerden het effectverschil in de Verenigde Staten. Bij een volumetrische taks van 34 cent per liter daalt de dagelijkse suikerinname met 8 gram per persoon. Een qua omvang vergelijkbare taks op het suikergehalte ín de drank presteert met 10,3 gram suikervermindering beduidend beter.
Gesimuleerd voor de totale bevolking behoedt het eerste scenario 2,1 miljoen Amerikanen voor obesitas, het tweede ruim 2,7 miljoen. Dezelfde trend zagen de onderzoekers bij vermeden diabetes type 2-gevallen: 36.000 bij een volumetrische taks, 47.000 bij een taks op het suikergehalte. De verklaring voor dat verschil is eenvoudig. Hoewel beide taksen gemiddeld even hoog zijn, bestraft een taks op het suikergehalte de meest gesuikerde dranken verhoudingsgewijs zwaarder. Dat motiveert consumenten sterker om over te schakelen naar gezondere alternatieven.
‘Een taks op het suikergehalte zet ook producenten aan het werk’, vult Vandevijvere aan. ‘Kijk naar wat er gebeurde in Groot-Brittannië. Na de aankondiging van de taks deden frisdrankproducenten er alles aan om het suikergehalte in hun dranken naar beneden te halen. Bij volumetrische taksen speelt die nood niet.’
Een andere vaststelling: hoe meer producten je belast, hoe effectiever. Of klopt dat niet altijd? ‘De kernvraag is: wat leidt tot extra sociale kosten? Als het om suiker of alcohol gaat, dan belast je beter die nutriënten zelf, eerder dan een bepaalde groep voedingsmiddelen waar ze in zitten’, zegt Smith.
‘Als je alcohol alleen in wijn en bier zou belasten maar niet in sterke dranken, dan stijgt het risico dat mensen switchen naar die laatste productcategorie. Bovendien is het logischer en makkelijker verdedigbaar om een voedingsstof te belasten in plaats van een voedingsproduct. Want waarom bier wel en jenever niet? Je krijgt zoiets moeilijk uitgelegd.’
Volgens Smith hangt het succes van een taks ook samen met het relatieve omschakelingsgemak. ‘Het gaat dan om de mogelijkheid te switchen naar gezondere of minder ongezonde alternatieven. Wie verknocht is aan zijn dagelijkse cola, kan na een prijsverhoging gemakkelijk terugvallen op de onbelaste light- of zeroversie van hetzelfde product.
Maar als je een brede vlaktaks heft op alle frisdranken, dan verlies je die uitwijkmogelijkheden. Een taks zal dan waarschijnlijk minder invloed hebben op onze suikerinnames.’
Dit najaar lanceert minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke zijn langverwacht federaal Voedings- en Gezondheidsplan (2021- 2030). Of dat plan ook voedingstaksen zal bevatten, laat hij voorlopig in het midden.
‘In combinatie met subsidies voor gezonde voeding kunnen taksen zeker effectief zijn’, verklaart zijn woordvoerster. ‘Ook kwetsbare groepen kunnen er financieel bij winnen dankzij uitgespaarde dokterskosten. Toch willen we niet vooruitlopen op de inhoudelijke details van het plan. Het wordt een startpunt voor discussie met alle relevante stakeholders.’
Een van die stakeholders is de voedingsindustrie. ‘Samenwerken om het aantal ongezonde ingrediënten te verminderen is een van de aanbevolen pistes. Daarnaast willen we de rol van meer afdwingbare maatregelen onderzoeken. We blijven inzetten op gedragsverandering bij de consument, onder andere via een gezonder voedselaanbod in de bredere samenleving.’
Het kabinet wijst erop dat er al een suikertaks bestaat op frisdranken, ingevoerd in 2015 door toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block.
Kwetsbare groepen winnen meer?
Voedingsspecialist Christophe Matthys (KU Leuven) is gematigd voorstander van een frisdranken- of suikertaks. Op voorwaarde dat die een duidelijk gezondheidsdoel dient én voldoende hoog is.
Twintig procent is echt noodzakelijk, herhaalt hij. Daarnaast moet de overheid haar taks helder motiveren via een brede communicatiecampagne. ‘Leg mensen goed uit waarom je frisdrank of een ander product extra belast en wat je ermee hoopt te bereiken.’
Volgens experts en de WHO winnen mensen met een beperkt huishoudbudget verhoudingsgewijs meer bij een frisdrankentaks. Toch maakt Matthys zich net over die doelgroep zorgen. ‘Op iets langere termijn heeft de WHO een punt’, begint hij. ‘Mensen in een kwetsbare positie lijden vaker aan overgewicht. Een taks kan hen aanmoedigen om gezonder te eten en zo toekomstige gezondheidskosten te vermijden.’
‘Anderzijds probeert die doelgroep zo veel mogelijk energie te halen uit een euro. Dan beland je automatisch bij vet- en suikerrijke voeding, zelfs als je ze extra belast. Want wat doe je bijvoorbeeld met de enorme hoeveelheid ongezonde promo’s in supermarkten? Zij vlakken de financiële drempel die een taks opwerpt mogelijk opnieuw uit.’
Zelfs als een taks mensen wegleidt van gesuikerde producten, is het nog maar de vraag of ze daardoor meer groenten en fruit zullen eten. ‘Je moet ook omgekeerde incentives geven’, legt Matthys uit. ‘Overtuig mensen om meer groenten en fruit te eten, leer hen koken en werk daarvoor intensief samen met middenveld- en armoede-organisaties. Wie meer groenten en fruit eet, zal sneller verzadigd raken. Op die manier wordt de drang naar ongezonde voeding automatisch kleiner.’
‘Een ongezondheidstaks koppel je dus het best aan massieve gezondheidscampagnes én aan subsidies of btw-verlagingen voor groenten en fruit. Zo maximaliseer je de kans dat mensen voor de gezonde keuze gaan.’
Voedingsexpert Loes Neven (Vlaams Instituut Gezond Leven) beaamt dat. ‘De combinatie van een taks met een subsidie levert met voorsprong de grootste bonus op. Dat wees een grootschalige Amerikaanse studie uit 2018 uit. Volgens die studie kan je jaarlijks 33.700 overlijdens voorkomen met een bijkomende taks van 10 procent op suikerhoudende dranken en bewerkte vleeswaren in combinatie met een subsidie van 10 procent voor groenten, fruit en volle granen.’
‘Een taks en een subsidie zijn twee zijdes van dezelfde medaille’, vervolgt Neven. ‘Sinds eind 2021 laat Europa een btw-tarief van 0 procent op groenten en fruit toe. Dat biedt de overheid een open doel. Hetzelfde Amerikaanse onderzoek bepleit bijkomende subsidies voor kwetsbare doelgroepen. Dat levert het grootste totale effect op én verkleint de gezondheidskloof.’
‘Bijkomend pluspunt van een beleid dat niet alleen bestraft maar ook beloont is dat mensen er positiever tegenover staan’, zegt Neven. ‘Zeker als je de geïnde belastinginkomsten investeert in gezondheidsbeleid. De bescheiden frisdrankentaks uit 2015 leverde de staatskas 175 miljoen euro op. Daar kan je iets mee doen.’
‘Zowel het Verenigd Koninkrijk als Zuid-Afrika hebben hun taks zo in de markt gezet’, vult Smith aan. ‘In het VK beloofden beleidsmakers de inkomsten te gebruiken voor een uitgebreider sportaanbod op school. Zuid-Afrika promootte zijn taks als een heffing om de algemene gezondheid te bevorderen en ziektes te voorkomen.’
Mattheuseffect
Binnenkort start een nieuwe werkgroep binnen de Hoge Gezondheidsraad die zich zal buigen over ‘fiscale maatregelen binnen een interventiemix om gezonde en duurzame voedingsgewoontes te stimuleren in België’. Loes Neven, Stefanie Vandevijvere en Christophe Matthys hopen op een breed beleidsplan.
‘Taksen, subsidies en andere fiscale maatregelen schieten hun doel voorbij als ze geen deel uitmaken van een ruimer interventiepakket’, verklaart Matthys. ‘Je riskeert een soort mattheuseffect. Mensen die vandaag al gezond eten zullen met behulp van een taks of subsidie nog een tandje bijsteken. Maar wat met de groep voor wie gezondheid sowieso geen prioriteit is? Bij hen moeten we veel steviger inzetten op gezondheids- en voedselvaardigheden.’
‘De strijd tegen obesitas voer je op verschillende fronten tegelijk’, bevestigt Kate Smith. ‘Je moet inderdaad ook bewust maken, ongezonde voedingsreclame strenger reguleren en schoolomgevingen gezonder maken.’
‘Vergeet niet dat een taks vaak een one size fits all-maatregel is’, vervolgt Smith. ‘Sommige mensen drinken vijf cola’s per dag en zijn verslaafd aan suiker, anderen drinken er eentje per maand. Om bij die eerste groep een verschil te maken, heb je wellicht een veel hogere prijsstijging nodig dan voor die tweede groep. Maar je kan geen taksen invoeren op maat van individueel koop- of consumptiegedrag. En wie echt verslaafd is zal je moeilijk tegenhouden met een taks.’
‘Mensen met een beperkt budget zullen niet sterven van de honger als je een taks invoert’
Nederlands voedingsdeskundige Martijn Katan vindt de zorg rond kwetsbare groepen een schijnprobleem. ‘Misschien proberen mensen met een beperkt budget inderdaad zo veel mogelijk energie uit een euro te halen. Maar ze zullen heus niet sterven aan ondervoeding als je een taks invoert.’
‘Het omgekeerde is waarschijnlijker. Sociale achterstelling en obesitas hangen samen. Daarom moet je overal waar je maar kan streven naar lagere calorie-innames. Eigenlijk is het eenvoudig: als iemand zijn dagelijkse liter frisdrank uit geldgebrek vervangt door kraanwater, dan houdt die persoon meer over voor andere voedingsmiddelen. Bovendien neemt hij minder lege, dikmakende suikers op.’
Politiek getreuzel
Katan sprak zich al meermaals uit voor een Nederlandse suikertaks, en laakt het politieke getreuzel van premier Mark Rutte. ‘Elke regering die het meent met de gezondheid van haar burgers moet een taks op suikerhoudende frisdranken invoeren.’
‘Wetenschappelijk gezien is zo’n maatregel een no-brainer. Het bewijs rond lagere calorie-innames is keihard, en ik zie weinig technische problemen om een taks in te voeren. Jammer genoeg zijn onze politici bijzonder vatbaar voor lobbywerk van de drankenindustrie.’
Ook in België verdedigt de industrie haar belangen. Minister Vandenbroucke verwelkomde eind 2020 de Belgian Pledge 3.0. Daarin belooft de voedingsindustrie om kinderen beter te beschermen tegen ongezonde voedingsreclame. Wetenschappers en erkende gezondheidsorganisaties zoals het Vlaams Instituut Gezond Leven doorprikken dat politieke vertrouwen in zelfregulering (zie ook ‘Als de koekjesfabrikant strijdt tegen obesitas’, Eos nr. 2, 2021).
‘Wat de industrie op eigen kracht realiseert, volstaat niet om de obesitasepidemie tegen te houden’, zegt Stefanie Vandevijvere. ‘Tussen 2012 en 2017 realiseerde men naar eigen zeggen suikerreducties van 7 procent in frisdranken. Dat klinkt mooi op papier, maar wat draagt zoiets wezenlijk bij aan de publieke gezondheid? En op welke termijn?’
‘Bovendien is de puzzel veel complexer dan dat. Een recent Sciensano-onderzoek stelde vast dat er steeds meer junkfood wordt verkocht in de directe omgeving van Vlaamse scholen. Momenteel vind je binnen een straal van 1 kilometer van een middelbare-schoolpoort gemiddeld 7,6 gemakswinkels en 12,7 fastfoodrestaurants. Dat aantal zit al jaren in de lift. Met de suikerreducties van de industrie komen we er echt niet.’
‘De overheid moet blijven inzetten op gedragsverandering, maar dan gericht op de industrie’, zegt Martijn Katan. ‘De hele sensibiliseringscarrousel gericht op gezonder eetgedrag bij de consument draait al dertig jaar. En het werkt duidelijk niet. We worden almaar dikker. Je praat mensen bovendien onterecht een schuldgevoel aan.’
‘Het idee dat consumenten vrij kunnen beslissen over wat ze eten is achterhaald. Toch zeker in deze obesogene voedselomgeving. Letterlijk duizenden voedingsingenieurs en marketeers denken dagelijks na over hoe ze ons kunnen verleiden met ongezond voedsel. Dat doen ze op de meest ingenieuze manieren. Wie beweert dat gezond eten een kwestie van informatie of educatie is, begrijpt niet hoe ongelijk de strijd is die burgers voeren.’
‘De overheid mag gerust wat versterking komen bieden, bijvoorbeeld met een stevige frisdrankentaks. Daar wint op termijn iedereen bij.’