Het is essentieel om water dat ons lichaam via zweet, ontlasting en uitgeademde lucht verlaat terug aan te vullen. Maar er bestaat ook zoiets als een overdosis water.
In 2007 overleed de 28-jarige Amerikaanse Jennifer Strange door watervergiftiging nadat ze voor een radiowedstrijd in amper drie uur tijd zes liter water naar binnen had gekapt. Na de wedstrijd "Hold your Wee for a Wii" werd Jennifer onwel. Ze reed met barstende hoofdpijn naar huis en stierf daar aan wat de lijkschouwer achteraf als watervergiftiging zou omschrijven.
Er bestaan meer van deze tragische voorbeelden, vooral bij druggebruikers, die hun verhoogde dorstgevoel willen compenseren en afstandslopers die na hun inspanning - soms op foutief advies - overmatig veel water drinken. Een studie in de New England Journal of Medicine uit 2006 toonde aan dat zowat een op de zes deelnemers aan een marathon na de wedstrijd lijdt aan hyponatremie, sterk verdund bloed door een overdosis water.
Hyponatremie betekent letterlijk ‘onvoldoende zout in het bloed’. Het fenomeen treedt op wanneer de concentratie natrium in het bloed daalt onder de 135 millimol per liter, of ongeveer 3 gram per liter. De normale concentratie ligt ergens tussen 135 en 145 millimol per liter. Extreme hyponatremie kan leiden tot watervergiftiging, wat zich uit in misselijkheid en hoofdpijn.
In ons lichaam controleren de nieren hoeveel water, zouten en andere stoffen het lichaam verlaten. Als iemand in korte tijd te veel water drinkt, kunnen de nieren dat water niet snel genoeg afvoeren, waardoor het bloed verwatert. Het overtollige water in het bloed wordt vervolgens aangetrokken door zout en andere stoffen buiten de bloedbaan en doet de lichaamscellen zwellen als waterballonnen.
De meeste cellen in flexibel weefsel zoals vet en spieren hebben de ruimte om uit te rekken. Dat is niet zo voor hersencellen, die in de schedel dicht tegen elkaar opgesloten zitten en de beperkte ruimte moeten delen met bloed en hersenvocht. In de schedel is daardoor bijna geen ruimte voor cellen om te zwellen. Doen ze dat toch, dan uit zich dat in bewustzijnsverlies, coma, beroerte en uiteindelijk zelfs de dood.
De meeste gevallen van een overdosis water zijn niet uitsluitend het gevolg van – wat je zou verwachten – te veel water drinken. Meestal gaat het om een combinatie van veel drinken en een verhoogde afscheiding van vasopressine. Dat zogenoemde antidiuretische hormoon wordt vooral in periodes van fysieke stress – tijdens het lopen van een marathon, bijvoorbeeld – geproduceerd door de hypothalamus om de nieren ertoe aan te zetten water in het lichaam te houden. Soms zorgt het hormoon er echter voor dat het lichaam water bijhoudt, zelfs als iemand meer dan voldoende water drinkt.
Een gezonde nier kan 800 tot 1.000 milliliter water per uur verwerken, wat betekent dat iemand 800 tot 1.000 milliliter water per uur kan drinken zonder dat zijn of haar lichaam in wateroverschot raakt. Als diezelfde persoon een marathon loopt, veroorzaakt de fysieke stress de vrijgave van vasopressine. Daardoor daalt de afvoercapaciteit van de lever tot amper 100 milliliter per uur. Onder die omstandigheden veroorzaakt het drinken van 800 tot 1.000 milliliter water per uur een opstapeling van water in het lichaam, zelfs als er via zweet veel water verloren gaat.
Dokter Joseph Verbalis van Georgetown University Medical Center adviseert daarom om 'enkel te drinken wat je verliest door te zweten'. Wie 500 milliliter zweet per uur verliest, moet dus ook ongeveer die hoeveelheid drinken, en niet meer. Maar hoe meet je hoeveel je zweet? 'Zolang je gezond bent en je dorstbarometer niet is aangetast door ziekte, medicatie of drugs, lijkt drinken naar gelang je dorstgevoel de beste methode.' (SciAm)