Plotseling komt je onderzoek op het internationale speelveld terecht: het overkwam onderzoeker Paulien Decorte. Het verhaal van een jonge wetenschapper in de mediacarousel, met tips voor andere onderzoekers!
In het begin van de covid-pandemie, toen mensen nog moesten wennen aan korte winkelbeurten met mondmasker en massaal bananenbrood bakten, begon officieel mijn PhD-traject. Ik ging bestuderen waarom jongvolwassenen mediaberichten over voeding bekijken en wat de effecten hiervan zijn. Maar al snel merkten promotor Charlotte De Backer, collega’s Lauranna Teunissen en Isabelle Cuykx, en ikzelf dat “gewoon onderzoek” binnen de pandemie moeilijk zou zijn.
Met alle veranderingen die de pandemie teweegbracht – al dat bakken en die dalgonakoffies – vroegen we ons af of en hoe covid-19 een invloed had op de manier waarop mensen aten en kookten. Zo kwam de #CoronaCookingSurvey spontaan tot stand tijdens een virtuele meeting, en al snel groeide het een project uit tot meerdere golven, 38 landen, en duizenden deelnemers – een internationale ontploffing van ons spontaan idee.
Resultaten? Hopen! Maar liefst dertien wetenschappelijke artikels, twintig persberichten, een feature in de Ideale wereld, en voor Lauranna, Isabelle en ik als kers op de taart: een nieuw meetinstrument om te achterhalen waarom mensen naar mediaberichten over voeding bekijken. Over dat laatste schreven we al deze blog. We leerden uit al dat werk onder andere dat vooral vrouwen betere voedselgeletterdheid vertoonden tijdens covid-19, maar dat stress en covid-maatregelen ook complexe effecten hadden op voedselgeletterdheid, dat mensen minder graag boodschappen deden en meer begonnen te bakken tijdens de pandemie, maar dat een groep mensen die voor de pandemie niet graag kookte of boodschappen deed dat iets liever deed tijdens de pandemie.
Maar hoe was dat dan voor een kersverse onderzoeker? Het was fantastisch chaotisch, chaotisch fantastisch. We bleven de eerste nachten tot in de kleine uurtjes vol enthousiasme sleutelen aan de surveys via Teams, en daarna aan de resultatenrapporten. We werden plots mee projectcoördinatoren en aanspreekpunten, met een joekel van een dataset in vergelijking met onze verwachtingen. Een sprong in het diepe waar ik veel op korte tijd bijleerde en waar ik nu nog steeds uit leer en vruchten uit pluk.
Als ik terugblik, vraag ik mij af wat voor advies ik aan mijn jonge-onderzoeker-zelf zou geven. Daarbij komen spontaan een paar punten op die ik in deze blog graag op een rijtje zet. Ik ben niet de eerste of de laatste PhD-onderzoeker die meemaakt dat hun onderzoek plots internationaal explodeert, en ik hoop dat die toekomstige baanbrekers hieruit kunnen putten.
Ongeziene context, ongeziene vragen
Er was dan misschien honderd jaar geleden nog zo’n pandemie, toch stonden we allemaal met verstomming geslagen naar de ontwikkelingen en veranderingen tijdens covid-19. Dat was voor ons als onderzoekers niet anders. Zou die ene theorie een goed kader geven aan deze unieke omstandigheden? Waren dit wel de juiste onderzoeksvragen om te stellen? We vonden het als onderzoekers enorm moeilijk om de lange termijn impact en inzichten in te schatten die uit onze studie voort zouden komen.
Toch zijn we ervoor gegaan, en hebben we hier en daar meer ingespeeld op wat we zelf zagen gebeuren dan op de voorgaande literatuur. Dat leefde enorm bij onze deelnemers, die daardoor enthousiast de surveys invulden om hun veranderde gewoontes, frustraties, en onzekerheid die eigen was aan die eerste coronagolf spontaan met ons te delen. Ons buikgevoel volgen loonde dus om veel interesse op te wekken bij deelnemers.
De mediacarousel
Volop erop inspelen, dat was duidelijk. We kregen heel vroeg de opportuniteit om onze inzichten te vertalen naar behapbare weetjes in de pers, bijna week na week. We leerden heel snel heel veel over hoe we onze resultaten konden communiceren naar een breder publiek.
Zou deze link aan die blog post toegevoegd kunnen worden?
Als je al die media-aandacht hebt, dan moet je je niet afvragen wat lezers zou interesseren, dat wordt door de vragen duidelijk. Een buitenkans! Wat je vertelt en hoe, daar moet je je als onderzoeker nog comfortabel mee voelen.
Goede afspraken maken goede vrienden
Met zo veel partners samenwerken die verschillende academische gewoontes, denkkaders, motieven en prioriteiten hebben was een enorme uitdaging, een van de moeilijkste aan het project. Het project kwam ook enorm snel van de grond, en dat moest ook voordat corona weer voorbij ging zijn! Het zou natuurlijk nog even duren, maar dat wisten we toen nog niet.
Afspreken hoe en hoe vaak er overlegd moet worden, op welke manieren er erkenning gegeven moet worden, en hoe er met de data moet worden omgegaan is enorm belangrijk. Bespreek al die zaken, en leg ze vooral vast! Wij hebben er vooral goeden vrienden aan over gehouden, maar dat zou niet gelukt zijn zonder onze goede afspraken.
Veel data, te veel?
Dankzij dit grote project en zijn populariteit kregen we kansen om spontane onderzoeksideeën leven te geven. We konden nieuwe methodes toepassen en snel veel data verzamelen om grote studies klaar te spelen. Zo kwam onze schaalpaper tot stand, iets dat ons uiteindelijk wel een paar jaar heeft gekost – maar niet om de nodige data te verzamelen!
Tegelijkertijd was er zodanig veel data om in een, of zelfs al onze PhD’s te verwerken. Beslissen wanneer een analyse een meerwaarde heeft voor je onderzoeksproject en wanneer de data stopt waardevol te zijn vond ik heel moeilijk als startende onderzoeker. Ik kreeg toen de wijze raad om naar het groter plaatje te kijken, en datgene nog te analyseren dat mij zou voorbereiden op een nieuwe studie als bouwsteen van mijn PhD. Het is dus niet omdat je veel data hebt, dat al die data jou dient.
Ondertussen heb ik al een jaar die PhD binnen en ben ik begonnen aan een nieuw postdoc-project, maar ik blijf met veel vreugde, appreciatie, en verbazing terugkijken naar die covid-periode. Een wildere rit aan de start van ons doctoraat had ik mij niet kunnen inbeelden, maar wat ben ik dankbaar voor het ongelooflijk initiatief en aanmoediging van promotor Charlotte De Backer, en de samenwerking en vriendschap met mijn collega’s Lauranna Teunissen en Isabelle Cuykx!