Corona zorgde voor heel wat vertraging, maar op de Dag van de Wetenschap konden we eindelijk onze Eos Pipet i.s.m. de Jonge Academie uitreiken. Hier ontdek je wat de vijf laureaten hebben gepresteerd.
De Eos Pipet bekroont een jonge, beloftevolle onderzoeker die in Vlaanderen actief is. Met deze award wil het wetenschapsblad, in samenwerking met de Jonge Academie, wetenschap en technologie op een positieve manier onder de aandacht van het grote publiek brengen. De laureaten werden geselecteerd door zeven juryleden: juryvoorzitter Willy Verstraete (UGent), Heleen Dewitte (UGent), Lars De Laet (VUB), Beatrijs Vanacker (KUL) en wetenschapsjournalisten Dieter De Cleene (Eos), Marleen Finoulst en Senne Starckx.
Kobe Desender
Kobe Desender (Universiteit Gent) onderzocht wat er in het brein gebeurt direct nadat je een beslissing hebt genomen. Hij mat de hersenactiviteit van proefpersonen tijdens een computertest waarbij ze snel keuzes moesten maken. Hoe onzekerder de deelnemers over hun beslissing waren, hoe sterker de hersenactiviteit. ‘Het geeft aan dat je nog nadenkt: heb ik wel de juiste keuze gemaakt? Mogelijk speelt wat je hebt gezien zich nog eens af in je brein’, aldus de neurowetenschapper.
In het dagelijkse leven moeten we voortdurend beslissingen nemen. De onzekerheid die je voelt nadat je een keuze hebt gemaakt, valt volgens Desender te manipuleren. Hij noemt onder meer meditatie en aandachtstraining. Dat kan leiden tot een groter inschattingsvermogen.
Antonella Fioravanti
Moleculair bioloog Antonella Fioravanti (Vrije Universiteit Brussel en Vlaams Instituut voor Biotechnologie) ontwikkelde een methode om het pantser van de antrax- of miltvuurbacterie te breken. Bestaande antibiotica zijn weinig effectief tegen de potentieel dodelijke Bacillus anthracis. Tot nu toe bleek het harnas van eiwitten waarmee de bacterie zich omhult ondoordringbaar. Vorig jaar ontdekte Fioravanti dat nanolichaampjes uit het bloed van kameelachtigen in staat zijn om het harnas te vernietigen. ‘Dat pantser is een soort exoskelet voor de bacterie’, zegt de moleculair bioloog. ‘Zonder dat skelet kan ze niet verder leven.’
Tests met besmette muizen leverden beloftevolle resultaten op. Alle proefdieren genazen. Momenteel zet Fioravanti de therapie met nanobodies verder op punt. Uiteindelijk kan haar onderzoek leiden tot een nieuwe behandeling voor infecties met dit soort multiresistente bacteriën.
Joleen Masschelein
Bacteriën produceren van nature interessante stoffen. Ze hebben hun nut al bewezen als antibioticum, kankermedicijn of gewasbeschermingsmiddel. Bio-ingenieur Joleen Masschelein (KU Leuven) zoekt in bacterieel DNA naar genen die instaan voor de productie van die stoffen. In een van meerdere bacteriesoorten die onlangs in een studentenrestaurant werden verzameld, vond ze een nieuwe klasse van antibiotica.
Wanneer ze in het genoom een nieuwe en mogelijk nuttige stof heeft gevonden, gaat Masschelein na hoe ze de bacterie kan aansporen om die stof effectiever aan te maken. Ze experimenteert daarvoor met kleine aanpassingen in het interne productieproces van de bacterie. Dat moet aangrijpingspunten opleveren voor nieuwe therapieën.
Ben Somers
Ingenieur Ben Somers (KU Leuven) werkt aan cochleaire implantaten die zichzelf aanpassen aan de individuele noden van doven en extreem slechthorenden. Daarvoor sloot hij patiënten met elektrodes aan op eeg-toestellen en liet hij hen luisteren naar gesproken woorden. ‘De sterkte van de gemeten hersengolven geeft aan hoe goed de patiënt spraak verstaat.’ Somers vond een manier om de elektrodes in de hardware van het implantaat te verwerken. Vervolgens ontwikkelde hij algoritmes om de hersengolven die via de elektrodes binnenkomen zuiver te decoderen.
Vandaag vergt het veel tijd én een ervaren audioloog om een cochleair implantaat correct af te stellen. Heel wat patiënten worden naar huis worden gestuurd met een implantaat dat niet optimaal is ingesteld. Binnen tien jaar hoopt Somers apparaten klaar te hebben die dat werk autonoom verrichten.
Jasper Van Assche
Sociaal psycholoog Jasper Van Assche (Universiteit Gent) formuleerde manieren om negatieve houdingen tegenover etnische diversiteit om te buigen. Hij stuurde vragenlijsten uit naar inwoners van Vlaamse en Nederlandse wijken met meer en minder diversiteit. Hij vroeg onder andere of ze uit hun buurt weg wilden en of ze zouden stemmen op een bepaalde politieke partij. Van Assche vond dat diversiteit op zichzelf niet schadelijk is voor de samenleving. Anders dan wat tot dan werd gedacht, kwamen negatieve reacties alleen bij sommige individuen voor. ‘Het ging om mensen met een sterke hang naar autoritarisme. Ze hechten belang aan hun eigen gemeenschap, en houden vast aan traditionele normen en waarden.’
Van Assche greep het onderzoek aan om oplossingen te formuleren. ‘Veel allochtonen wonen geclusterd in bepaalde wijken, je vindt er bijna geen autochtonen. Dat maakt het makkelijk om elkaar te vermijden, terwijl contact net bevorderlijk is.’ De psycholoog stelde vast dat ontmoetingen tijdens buurtfeesten of kookworkshops vooroordelen reduceren en tolerantie promoten. Dat bleek vooral het geval bij individuen die diversiteit als een bedreiging aanvoelden.