Er fladderen momenteel honderd keer minder vlinders rond dan vorig jaar zelfde tijd, blijkt uit tellingen van Natuurpunt. Een hele generatie rupsen ging verloren door de gevolgen van de droge zomer.
Het contrast met vorig najaar is groot: toen hadden vooral dagpauwogen (foto boven) en atalanta’s een boerenjaar. Ook het voorjaar van 2022 was hoopvol. Veel dagpauwogen en vossen hadden succesvol overwinterd. Ze vlogen talrijk en vroeg, en de eerste nieuwe generatie was omvangrijk. Zelfs de kleine vos, die recent op de Rode lijst (de lijst met bedreigde soorten) terechtkwam, leek aan een heropmars begonnen.
De massa rupsen die volgde uit dat goede voorjaar, deed het beste vermoeden voor de nazomer en het najaar. Helaas droogde dat goede nieuws tijdens de zomer op, letterlijk. De waardplanten, de "gastheren en -vrouwen" voor in dit geval rupsen, deden het door de droogte niet goed, en dus hadden ook de rupsen onvoldoende te eten. Vrijwel de volledige tweede generatie rupsen van vossen, dagpauwogen en andere vlindersoorten die brandnetels nodig hebben, ging daardoor verloren.
De kleine vos kende de grootste verliezen, maar ook dagpauwoog en gehakkelde aurelia zijn momenteel amper nog aanwezig. Dat is heel slecht nieuws, want het zijn de vlinders die nu rondvliegen die de winter in moeten en voor de startpopulatie van volgend voorjaar moeten zorgen. Wat als een hoopvol jaar begon, eindigt dus in grote onzekerheid.