De biodiversiteit verandert, soorten verdwijnen en andere soorten komen erbij. Op lokaal niveau blijft het aantal dieren en planten zowat gelijk. Maar op wereldschaal loopt de variatie in samenstelling rap terug. Die herschikking van soorten is een groter probleem dan de afname van biodiversiteit. De grootste verschuiving gebeurt in tropische oceanen. Dat blijkt uit een driejarig Duits onderzoek.
Een internationaal team wetenschappers heeft de geografische variatie in veranderende biodiversiteit in kaart gebracht. Ze keken naar het aantal soorten en de samenstelling van soorten. Daarvoor gebruikten ze de database BioTIME, die bestaat uit meer dan 50 000 tijdsopnames van over de hele wereld uit 239 studies, waarvan de oudste uit 1930. Uit de analyse konden ze precies uitmaken waar grootschalige verschuivingen plaatsvinden en met welke snelheid.
Extra snel in mariene ecosystemen
Opvallend is dat de biodiversiteit in mariene ecosystemen twee keer zo snel verandert, vergeleken met die op het land. Met name in de tropische oceanen vindt in hoog tempo een ‘reshuffling’ van soorten plaats. Ook de mariene systemen in het westen van de Atlantische Oceaan en de wateren bij Noord West Australië ondergaan een immense vervanging van soorten. “Wanneer deze trend zich doorzet, leidt dat tot een dramatische herstructurering van de biodiversiteit, met gevolgen voor het functioneren van het ecosysteem in de oceanen”, zegt onderzoeker Shane Blowes.
In het water heb je veel minder obstakels. Vissen en hun nakomelingen verspreiden zich ongehinderd ver weg en zwerven alle kanten op
Voor de andere samenstelling van soorten in zee zijn diverse mogelijke oorzaken te noemen. Blowes wijst erop dat mariene soorten gevoeliger zijn voor klimaatverwarming. Expert Britas Klemens Eriksson, marien ecoloog aan de Rijksuniversiteit Groningen, maar niet betrokken bij dit onderzoek, vermoedt iets anders. “De beweging van soorten loopt op het land tegen barrières aan, zoals steden, wegen en landbouwpercelen. In het water heb je veel minder obstakels. Vissen en hun nakomelingen verspreiden zich ongehinderd ver weg en zwerven alle kanten op.”
Dichter bij huis zien we de laatste decennia ook al veranderingen, zoals langs de Noordzeekust. “Neem de Japanse oester. Die heeft de inheemse oester inmiddels ruimschoots verdrongen”, zegt Eriksson. “Ook vispopulaties in de Noordzee veranderen, zoals die van platvissen. Dat heeft gevolgen voor de visserij. Het wordt lastig te voorspellen waar te vissen en welke vangst nog verantwoord is”.
Onvoorspelbare veranderingen
Eriksson: “Grootste probleem van de reorganisatie van de biodiversiteit is dat we niet kunnen voorspellen waar het heen gaat. Daar wordt iedereen zenuwachtig van, want onze hele maatschappij is gebaseerd op voorspelbaarheid”.
Er is zelfs een effect op de volksgezondheid, aldus Eriksson. Zo beïnvloedt de afname van zeegras de water- en luchtkwaliteit langs de kust. "Zeegrassen en andere vegetatie in het water nemen zuurstof op en zuiveren water en lucht van ziekteverwekkende virussen en bacteriën. Uit onderzoek blijkt dat bij sterke reductie van zeegrassen het aantal pathogenen dicht bij de kust met de helft toenemen, wat het risico op ziektes verhoogt."