Cecilia Payne (1900-1979) begreep als eerste waaruit de sterren en het heelal zijn opgebouwd. In haar voetsporen bestudeert Conny Aerts (KU Leuven) de inwendige fysica en de evolutie van sterren.
Waar zijn de sterren uit gemaakt? Cecilia Payne beantwoordde die fundamentele vraag in 1925 in haar proefschrift. Heel wat hedendaagse astronomen, waaronder Conny Aerts, noemen haar werk tot op vandaag het meest briljante doctoraat ooit geschreven in de astronomie. 'Ze begreep als eerste uit welke stoffen sterren zijn samengesteld: het zijn hete gasbollen die voor zeventig procent uit waterstof en voor achtentwintig procent uit helium bestaan. Alle andere elementen uit de Tabel van Mendeljev zitten in die laatste twee procent. Sterren zijn de bouwstenen van het heelal. Payne ontrafelde dus eigenlijk de chemie van het heelal.’
Vandaag wordt Cecilia Payne geroemd om die wetenschappelijke bijdrage, maar dat was in haar eigen tijd niet het geval. ‘Haar conclusies veroorzaakten opschudding in de astronomische wereld. Er werd toen algemeen aangenomen dat de chemische elementen in sterren en planeten ongeveer evenredig verdeeld voorkwamen. De mannen die haar doctoraat moesten beoordelen, waren nog niet klaar voor zo’n ommezwaai, en ze dwongen Payne om haar resultaten af te zwakken. Diezelfde mannen gingen een paar jaar later zelf met de eer lopen. Cecilia Payne moest vijftig jaar wachten op eerherstel.’
‘We bestuderen de binnenkant van sterren aan de hand van bevingen aan hun oppervlak’
Ook Conny Aerts (of zoals ze het zelf verkiest: haar onderzoeksteam) liet geldende theorieën over de fysica van sterren wankelen. ‘We ontdekten dat bepaalde processen binnenin sterren zich niet gedroegen zoals de theorieën voorspelden. Toen we dat idee voor het eerst in de vakliteratuur brachten, was er dan ook veel scepsis. Die tipte uiteraard niet aan de controverse waarmee Cecilia Payne te maken kreeg, maar tot vandaag zijn er gerenommeerde astronomen die onze bevindingen niet aanvaarden. Dus ook op dat vlak voel ik me toch ergens een soulmate van Cecilia Payne.’
Het onderzoeksveld van Aerts heet “asteroseismologie”: ‘Een ster is een hete gasbol. Binnenin gebeuren een resem fysische processen, maar die spelen zich af onder het oppervlak en zijn bijgevolg onzichtbaar voor ons. We bestuderen de binnenkant van sterren daarom aan de hand van de bevingen aan hun oppervlak. Dat is gelijkaardig aan wat seismologen op aarde doen. Zij gebruiken aardbevingen om de binnenkant van de aarde te bestuderen.’
Het Leuvense team bracht de interne draaiingen van intussen een honderdtal sterren in kaart. ‘We waren de eerste in de wereld die daarin slaagden. Een betere kennis over de binnenkant van sterren is ontzettend belangrijk, want het leven van een ster wordt vanuit die binnenkant gedirigeerd.’
‘De “Harem van Pickering” bracht het heelal in kaart’
Het pad dat Cecilia Payne aflegde was indrukwekkend. ‘Omdat ze als vrouw in Cambridge geen graad kon behalen, en dus ook geen loopbaan in de sterrenkunde kon ontwikkelen, verliet ze het Verenigd Koninkrijk. Ze kwam te weten dat er in de wereld één instituut was waar vrouwen wel in de sterrenkunde actief waren: het Harvard Observatory in de Verenigde Staten. Ze was amper 23 jaar toen ze de verre en onzekere oversteek waagde.’
‘Aan het Harvard Observatory kwam ze terecht in een team vrouwen dat gegevens over sterren berekende. Ze werden smalend de “Harem van Pickering” genoemd, naar Edward Charles Pickering, de directeur van het observatorium. Pickering wou een catalogus van de sterren maken. Hij had daarvoor medewerkers nodig die uiterst zorgvuldig werk konden leveren. Blijkbaar waren mannen te slordig, en vonden ze het ook te saai. Pickering besloot daarom vrouwen aan te werven. Hoewel de vrouwen in de eerste plaats begonnen als “rekenmachines”, leverden zij belangrijke bijdragen aan de astronomie. Cecilia Payne had haar revolutionaire doctoraat nooit kunnen maken zonder het werk van “de harem”, en dankzij die vrouwen kunnen we vandaag nog altijd de sterren catalogiseren.’
‘No women no money’
Conny Aerts ontving in 2020 als eerste vrouw ooit de FWO-Excellentieprijs in de Exacte Wetenschappen, ook wel de “Vlaamse Nobelprijzen” genoemd. Als eerste vrouw, in 2020. ‘Schandalig zou ik durven zeggen. Ik ben natuurlijk bijzonder verheugd dat ik de FWO-Excellentieprijs heb ontvangen, maar het stemt tot nadenken dat ik de eerste in de categorie van de Exacte Wetenschappen ben. Er zijn ontzettend veel vrouwen die de erkenning ook verdienen.’
‘Waarom vrouwen niet worden gekozen? Het probleem zit hem volgens mij in de manier van selecteren. Voor zo’n prijzen moet je voorgedragen worden door een collega. Vrouwen worden blijkbaar veel minder voorgedragen dan mannen. Dat is problematisch, want we hebben in Vlaanderen echt wel een pak vrouwelijke topacademici. Ik pleit er daarom al langer voor om zo’n voordrachten in duo te laten doen. Wie een man wil voordragen, moet er ook een vrouw aan toevoegen.’
De dominantie van mannelijke wetenschappers zie je ook aan de top van de academische wereld en op congressen. ‘Als ik in een organisatiecomité voor een conferentie zetel, dan is het voor mij heel eenvoudig: no women, no money. Ik ben in dat soort comités vaak de enige vrouw. Dat is heel vervelend. Je voelt je soms wel een excuustruus, en ik moet me ook assertiever opstellen dan ik ben om gehoord te worden. Moest het aan mij liggen, dan zouden besturen voor minstens één derde uit vrouwen moeten bestaan. Het kan wel in de politiek, dus waarom niet in de academische wereld? Het is misschien jammer dat het onder lichte dwang moet, maar het kan een vertrekpunt zijn. De kwaliteit is er echt wel, je moet ze alleen willen zien.’
'Vrouwelijke wetenschappers mogen zich meer laten zien. Onze meisjes hebben rolmodellen nodig!'
Het is helaas ook een harde waarheid: slechts weinig meisjes dromen van een carrière in astronomie of fysica. ‘Het is ook een kwestie van rolmodellen, en dan vooral van de afwezigheid ervan. Meisjes zien te weinig vrouwen in die wetenschapsdomeinen, en besluiten daaruit dat het niets voor hen is. Daarom heb ik ook de ambitie om mij te laten zien. Ik werd in 2001 gevraagd om aan de Universiteit van Utrecht een cursus sterrenkunde te geven aan de eerstejaars fysica en sterrenkunde. De universiteit wilde per se een vrouw om soort statement te maken. Tijdens de koffiepauze merkte een groepje studenten op: wie kom je overtuigen? Kijk in de aula, hier zitten bijna enkel mannen. Je kan ons toch niet omtoveren tot vrouwen? Ik antwoordde dat er vooraan de aula wel een vrouw stond, en dat de studenten zo konden zien dat ook vrouwen aan astronomie doen. Daar hadden ze nog niet bij stilgestaan.’
‘Ik wil trouwens niet alleen meisjes overtuigen om astronomie te studeren. Mijn boodschap is gericht aan alle jongeren, jongens en meisjes: doe wat je graag doet, en wat je aankan natuurlijk. Als je kiest voor de wetenschap, dan kan bestuderen wat je maar wil: planten, dieren, mensen of het leukste studieobject van allemaal, de sterren. Kom dus maar af!
Beluister deze podcast ook via:
Ontdek ook de verhalen van deze wetenschapsheldinnen
- Sterrenkundige Conny Aerts over heldin Cecilia Payne, die de chemie van het heelal ontrafelde
- MS-onderzoekster Bieke Broux over heldin Vera Rubin, de ontdekster van donkere materie
- Wiskundige Ann Dooms over heldin Ada Lovelace, de eerste programmeur ter wereld
- Genetica Hilde Van Esch over heldin Rosalind Franklin, de ontdekster van DNA
- Kankerexperte Tessa Kerre over heldinnen Marie Curie, de allergrootste, en Jane Davis, die aantoont dat lezen helend werkt